Op de ochtend nadat de nieuwe premie voor de ziektekostenverzekering via de mail op de mat viel, zit ik toevallig in de wachtkamer van de prikpoli bij mijn huisartsenpost. Daar ontspint zich al snel een gevoelig gesprek. Over de kosten van de zorg. Mijn zorgpremie stijgt volgend jaar met bijna tien procent, vorig jaar was dat nog slechts iets meer dan twee procent.

In de wachtkamer vindt de vrouw links van me dat we in een geweldig land leven, met prachtige zorg, waar vind je dat? Mijn andere buurvrouw antwoordt dat de zorg in Italië veel goedkoper is én uitstekend. Ik ben zo onverstandig op te merken dat de staatsschuld daar dan ook heel hoog is. Als reactie krijg ik te horen dat Nederland ook een hoge schuld heeft. Dan stop ik maar. Links fluistert daarna nog tegen me dat ze niet snapt waarom in Nederland de ziektekostenpremie niet inkomensafhankelijk is.

Dat was in 2012 wel het plan, het stond in het regeerakkoord van het vorige kabinet, de ploeg van vvd-leider Mark Rutte en zijn pvda-collega Diederik Samsom. De vvd-achterban begon echter onmiddellijk te steigeren en de inkomensafhankelijke premie is er uiteindelijk niet gekomen. Ik denk dat als je het plan nu zou voorleggen aan de bevolking niet slechts de vvd-achterban maar de meerderheid van de Nederlanders tegen zou zijn.

Niet alleen omdat de premie voor mensen met een goed inkomen dan wel erg hoog wordt, zoals zes jaar geleden vooral de discussie was, maar omdat de onderlinge solidariteit om een andere reden tanende is. Gezondheid wordt meer en meer gezien als een eigen keuze. Waarom zou je dan betalen voor een verstokte roker die zelfs als hij al kanker heeft nog naar het rookhok gaat? Of voor iemand die zich elke dag lam zuipt, nooit aan sport doet of ongezond eet en veel te dik is?

Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs) blijkt dat mensen met een lager inkomen minder lang leven en ook minder gezonde levensjaren kennen dan zij die een hoger inkomen hebben. Daar zijn meerdere, mogelijke verklaringen voor, zoals meer fysieke belasting tijdens het werk, achterstand bij de geboorte, meer stress of eenzaamheid, en – inderdaad – ook de leefstijl speelt daarin een rol.

Waarom zou je betalen voor iemand die rookt of zich elke dag lam zuipt?

Mijn ziektekostenverzekeraar geeft vier redenen voor de forse stijging van de premie. Naast de vergrijzing, nieuwe en vaak dure technologieën voor behandelingen en medicijnen en – bij deze verzekeraar – de vrije zorgkeuze is dat ook de ongezonde leefstijl. ‘We leven ongezonder (we zouden beter moeten eten en meer moeten bewegen)’, valt er te lezen in de uitleg. ‘We’, vooralsnog geldt het hier dus nog voor ons allen.

Al geruime tijd overlegt het ministerie van Volksgezondheid over een Nationaal Preventieakkoord met tal van instanties en bedrijven, van gemeenten tot banken, van sportorganisaties tot patiëntenverenigingen, van zorgverzekeraars tot de levensmiddelenhandel. Onder het motto ‘voorkomen is beter (lees ook: goedkoper) dan genezen’ wordt er onderhandeld aan een rooktafel, een overgewichttafel en een alcoholtafel. Roken en overgewicht zijn vaker het probleem bij mensen met een lage opleiding en een laag inkomen, staat er op de site van de overheid te lezen. Alcohol dus evenveel of meer bij hogere inkomens, ook al staat dat er niet expliciet bij.

Het akkoord had er eigenlijk vorige maand al moeten zijn. Dat is niet gelukt. Ondertussen wordt er in enkele gemeenten al gewerkt aan rookvrije zones rondom bijvoorbeeld ziekenhuizen en scholen, mag er op menige sportclub al geen sigaret meer worden opgestoken en verschijnen er berichten dat er een afspraak zou zijn aan de overgewichttafel over dertig procent minder suiker in frisdranken. Je kunt daar moeilijk tegen zijn.

Wel denk ik dat het uiteindelijk het idee dat gezondheid een keuze is, zal versterken. Dat we gaan denken: nou doet de samenleving zo zijn best om je niet te verleiden te roken en dan doe je het toch! Met daar achteraan: dan moet je het ook maar zelf weten. En dat zou dan toch kunnen leiden tot verschillen in de zorgpremie. Dat ‘we leven ongezonder’ verandert dan in ‘jij leeft ongezond’.

Dat zal dan overigens door de ziektekostenverzekeraar op een positieve manier worden gebracht, schat ik zo in. Rookt u niet, drinkt u met mate en gaat u drie keer per week sporten? Dan wordt u daar bij ons voor beloond met een korting op uw jaarlijkse zorgpremie! Maar omgekeerd is dat dus een boete voor een ongezonde leefstijl. Dat geldt dan voor iedereen die wel rookt, drinkt en op de bank hangt, ook voor mensen met een hoog inkomen, maar in de praktijk zouden – volgens de huidige cbs-cijfers – vooral de lagere inkomensgroepen ermee te maken krijgen. Een beetje inkomensafhankelijk wordt die premie indirect dan dus toch, maar anders dan waar de vvd destijds tegen te hoop liep: juist bij een lager inkomen een hogere premie.

Is je gezondheid een keuze? Uiteraard kun je dat zo niet in zijn algemeenheid stellen. Maar het idee dat het wel zo is, waart rond. En dat kan de mate van onderlinge solidariteit ondermijnen. De politiek kan niet vroeg genoeg de discussie aangaan tot hoe ver die eigen verantwoordelijkheid mag reiken. Zoals de politiek ook niet vroeg genoeg de vinger aan de pols kan houden bij de vraag hoe die gezonde leefstijl in de toekomst gemeten gaat worden. Want op onze ogen zullen de zorgverzekeraars ons niet geloven.