Een collega op het Haagse Binnenhof zei onlangs met zichtbaar genoegen dat het een rustige zomer is geweest. Het is maar vanuit welk perspectief je dat bekijkt. Het parlement hoefde inderdaad niet van reces terug te keren voor een spoeddebat waar de niet op vakantie zijnde collega’s dan over hadden moeten berichten. Maar er gebeurde zoveel in de wereld om die Haagse kaasstolp heen dat invloed heeft op de Nederlandse samenleving en politiek dat spreken van een rustige zomer misplaatst is.
Als het Binnenhof begin juli met vakantie gaat, is het nog niet echt bekomen van de wil van de meerderheid van de Britten om uit de Europese Unie te willen treden en tast de Nederlandse politiek – nog steeds overigens – in het duister over de mogelijke gevolgen daarvan, voor de EU, voor de Nederlandse economie en de schatkist, en voor de ook in Nederland levende onvrede over Europa.
Het Kamerreces is nog maar een week oud als op 14 juli – de Franse nationale feestdag – een man met een islamitische achtergrond met een vrachtwagen inrijdt op de mensenmassa die op de boulevard van Nice naar het vuurwerk staat te kijken. Wat ook de precieze motieven zijn van de dader, samen met de inmiddels vele andere aanslagen met een terroristisch oogmerk in Europa doet ze politiek en ambtelijk Den Haag in stilte vrezen: wanneer is Nederland aan de beurt? Hoe zal dat de Nederlandse samenleving onder spanning zetten? Het zal dan niet alleen de uit Frankrijk overgewaaide boerkini-discussie zijn die ineens van toon verandert.
Die spanningen in de samenleving zijn deze zomer toch al opgelopen door wat een dag na Nice in Turkije gebeurt: een militaire coup tegen president Recep Tayyip Erdogan. De coup mislukt en Erdogan beschuldigt de in de VS wonende Fethullah Gülen ervan de aanjager te zijn. De Turkse president vraagt de VS om zijn uitlevering, neemt in eigen land maatregelen tegen duizenden Gülen-aanhangers en vraagt Duitsland om hulp bij de jacht op enkelen van hen. De coup zet de onderlinge verhoudingen tussen Turkse Nederlanders op scherp. Intimidatie en bedreigingen door aanhangers van Erdogan en zijn AK-partij aan het adres van (vermeende) gülenisten zijn het gevolg. Ouders doen pogingen hun kinderen van scholen te halen die banden zouden hebben met de Gülen-beweging. In Rotterdam begint de eerste schooldag na de zomervakantie met politiebewaking bij een school.
Minister-president Mark Rutte zegt op zijn wekelijkse persconferentie dat de weer naar school gaande kinderen niet de dupe mogen worden van de spanningen tussen Turken onderling. Het is te hopen dat Rutte vindt dat helemaal geen sprake mag zijn van intimidatie en bedreigingen, ook niet aan het adres van volwassenen. Ondertussen zijn die spanningen binnen de Turkse gemeenschap koren op de molen van pvv-leider Geert Wilders. Waarschuwde hij er niet altijd al voor dat Nederland met de komst van ‘buitenlanders’ ook hun onderlinge twisten zou binnenhalen?
De coup in Turkije en de maatregelen van Erdogan brengen ook de deal die Europa met hem heeft gesloten over het opvangen van vluchtelingen in een nog wankeler evenwicht. Er waren al vraagtekens te zetten bij de afspraken over het afschaffen van de visumplicht en het heropenen van EU-toetredingsonderhandelingen in ruil voor het tegenhouden van bootjes. Nu is het helemaal de vraag of Europa, en dus ook Nederland, wel een akkoord wil sluiten met een land dat mensenrechten aan z’n laars lapt en waar de president tegenstanders wegwerkt uit de rechterlijke macht, het leger, het onderwijs, de advocatuur en de media.
Als het akkoord sneuvelt, kan dat leiden tot opnieuw overvolle bootjes met vluchtelingen die vanaf de Turkse kust de Griekse eilanden proberen te bereiken. Behalve dat dit de staat extra geld kost, kan de komst van grote aantallen vluchtelingen opnieuw tot spanningen onder de bevolking leiden, omdat Nederlandse gemeenten dan net zoals in het recente verleden locaties moeten aanwijzen voor noodopvang.
Het afblazen van het akkoord heeft ook als risico dat de verhouding tussen leden van de Turkse gemeenschap in Nederland en andere groepen Nederlanders onder druk komt te staan. Turkse Nederlanders, met name de Erdogan-aanhangers, zullen het afblazen van de deal zien als het afwijzen van ‘hun’ president en als kritiek op zijn beleid. De reacties op de coup hebben al laten zien hoe sterk verbonden veel Turkse Nederlanders zich voelen met Turkije. Sterker dan met Nederland, is daar de kritiek dan weer op. De discussies over de lange arm van Turkije zijn erdoor opgelaaid.
Niks rustige zomer dus. Te meer niet omdat de politici zich niet alleen opmaken voor een nieuw parlementair jaar, maar ook voor de parlementaire verkiezingen van maart 2017. In de nieuwe verkiezingsprogramma’s zal de onrust in de wereld en de weerslag die dat heeft in eigen land een grote rol moeten spelen.
Natuurlijk zullen werkgelegenheid, koopkracht, zorg, pensioenen en onderwijs een prominente plaats innemen in die nieuwe verkiezingsprogramma’s. Al was het maar omdat wie het binnenshuis niet op orde heeft, de buitenwereld ook niet aan kan. Maar de verkiezingsstrijd zal gaan over de vraag of de Europese Unie zal zijn of niet zal zijn, over euro, neuro of gulden, over de identiteit van Nederland en de Nederlander, over religie in de openbare ruimte of alleen thuis achter de voordeur, over grenzen aan onze vrijheid, over angst, veiligheid en defensie. Het zal gaan over verbinden of buitensluiten. Rustig zal het daardoor voorlopig niet zijn.