Onze wereldleider heeft het toch weer uit zijn strot gekregen. Neemt u mij niet kwalijk dat ik me zo onparlementair uitdruk, maar er zijn grenzen aan de beleefdheid. «Deze crisis is deel van de grote worsteling tussen de krachten van de vrijheid en de krachten van de terreur in het Midden-Oosten», zei president George W. Bush maandag. «Als de democratie zich over de regio verbreidt, zal de bevolking van deze zwaar bezochte regio een betere toekomst hebben, de terroristen zullen hun schuilplaatsen en hun aantrekkingskracht verliezen en de Verenigde Staten zullen veiliger zijn. Met onze harde arbeid bij het helpen van de volken die bezig zijn zich hun vrijheid te verwerven, leggen wij de grondslag voor de vrede die de komende generaties zullen genieten.»
Dezelfde ronkende toon, dezelfde heilsvoorspellingen als in het voorjaar van 2003, nadat de Taliban waren verpletterd, kort voor de oorlog in Irak begon. Na drie jaar ervaringen is onze wereldleider niet veranderd, evenmin is dat het geval met zijn directe omgeving. Vorige week heb ik hier een paar neoconservatieve denkers geciteerd. In deze kringen is men van mening dat deze oorlog een nieuwe fase is in de grote showdown die nu eenmaal noodzakelijk is om de regio vrijheid en democratie te brengen. Mevrouw Rice bevestigde het. Dit zouden volgens haar wel eens de geboorteweeën kunnen zijn. Tot zover geen wezenlijke verschillen.
Maar intussen zijn we drie jaar verder. De gewonnen oorlog in Afghanistan heeft nu het stadium bereikt waarin de navo moet helpen om hem weer te winnen. Het soevereine Irak bevindt zich, met de dictator achter de tralies, een gekozen parlement en een democratische regering in een toestand van uitzichtloze anarchie en bloedige burgeroorlog. Iran (ook deel van de «as van het kwaad») heeft een gekozen president die ervan wordt verdacht aan een kernwapen te werken. We zijn allemaal boos maar niemand weet wat ertegen te doen valt. Palestina heeft na de dood van Yasser Arafat een democratisch gekozen regering gekregen: van Hamas dat als een terroristische organisatie wordt beschouwd.
En dan hebben we een probleem dat in het Westen nog moet worden ontdekt: Pakistan. Daar wordt nu gewerkt aan een plutoniumreactor die het land in staat zou stellen brandstof voor veertig tot vijftig kernbommen per jaar te maken. President Musharaff is een vriend van president Bush, dat is een geruststelling. Maar hoe lang blijft de Pakistaanse collega nog in het zadel? Eén ding is zeker: dit wapenarsenaal in de maak blijft langer liggen dan dat Musharaff aan de macht is.
Overal in de moslimwereld, in het Midden-Oosten in het bijzonder, is de afgelopen drie jaar niet de democratie verbreid maar de haat tegen het Westen, vooral die tegen Amerika. De diepste oorzaak daarvan ligt bij de Amerikaanse president en zijn omgeving. Als profeten, zwaar bewapend en zonder de noodzakelijke kennis van zaken, zijn ze na 11 september 2001 met de hervorming van de wereld begonnen. Niemand zal ontkennen dat het Westen zich tegen iedere vorm van terrorisme moet verweren. Toen niet, en nu evenmin. Maar het opmerkelijke van deze wereldleider en zijn omgeving is dat na de nederlaag van de Taliban het terrorisme is toegenomen. Dat wordt iedere dag proefondervindelijk bewezen.
Aan de vooravond van de oorlog in Irak hebben deskundigen en politici tegen deze toekomst gewaarschuwd. Volstrekt vergeefs. Toen restte nog maar één macht die Washington op andere gedachten kon brengen: de wereldopinie. Dat werd toen nog in brede kring aangenomen. In een van de laatste dagen van de vrede verscheen in The New York Times een nieuwsanalyse waarin verzekerd werd dat de mensen die denken dat er maar één wereldmacht is, zich vergissen. De tweede was de mondiale publieke opinie. Die hing als een nevel over de planeet. Als de eerste bommen waren gevallen, de explosies op ieder beeldscherm waren gezien, zou deze macht zich laten gelden.
Hoe dat in zijn werk zou gaan viel niet te voorspellen, maar het klonk waarschijnlijk. Een wereldmeerderheid was tegen de oorlog, van de paus tot de meest fundamentalistische mullah, van de laatste Franse linkse intellectueel tot zijn rechtse president, van de onschuldigste vegetariër tot sluwe cynici als Poetin en Musharaff. Hoe ontplofbaar, hoe machtig was dit verzet? Toen kwam het vuurwerk van de shock and awe. Er kwamen enkele grote optochten, sommige verantwoordelijken zegden hun baan op. Dat was dat. Binnen een maand was bewezen dat de wereldopinie een losse flodder was. Een ervaringsfeit dat aan Bush en de zijnen besteed was, en is. Hoe groot ook hun mislukkingen, de wereldopinie kunnen ze aan hun laars lappen.
Waar is de wereldopinie, althans die van het Westen gebleven? Na de Koude Oorlog ondergegaan in de gestaag toegenomen welvaart en de cultuur van entertainment, sport, evenementen en fun? In de Koude Oorlog werd er ook hartstochtelijk gevoetbald, was er ook entertainment, kon je je ook een ongeluk lachen. Toch waren duizenden mensen toen bereid zich tot politieke optochten te formeren, spandoeken te dragen, alles te doen wat daarbij hoort. Na 1989 heeft het Westen zich langzaam maar zeker geprovincialiseerd. Het beste bewijs is al geleverd in de vorige eeuw, toen Europa erin slaagde om acht jaar Joegoslavische burgeroorlog op zijn beloop te laten. In 1990 kwam Bush sr. met zijn Nieuwe Wereldorde en werd door het mondiale collectief weggelachen.
Wat we wereldopinie noemen heeft zich vijftien jaar na het begin van het ontbindingsproces niet meer hersteld. Vandaar ook dat de machtige profeet in Washington zijn gang kan gaan. Nog twee jaar. Ik voorspel dat de wereldchaos toeneemt.