Als je maar lang genoeg doet alsof het onwenselijke niet bestaat, gaat het vanzelf wel over. Dat is het principe waardoor president Bush zich laat leiden als van hem wordt gevraagd zich te verantwoorden voor zijn mislukkingen. Je moet niet proberen de critici en de oppositie met argumenten te bestrijden, je niet koppig verweren. Je moet ze laten merken dat ze in een vacuüm van vergeefsheid leven. Daarna kun je verdergaan op je eigen manier. Het lukt Bush nu al zes jaar. State of denial, heeft Bob Woodward het genoemd.
Een opmerkelijk en recent bewijs voor deze hermetische geslotenheid vinden we in de wederwaardigheden van Lewis ‘Scooter’ Libby, eertijds vertrouwd adviseur van vice-president Dick Cheney en nu veroordeeld wegens een verscheidenheid van leugens en meineed. In de eerste plaats draaide deze zaak natuurlijk om de strafbare feiten die nu bewezen zijn. Maar op de achtergrond ging en gaat het om de curieuze stijl van regeren die Bush c.s. zich in de loop der jaren hebben eigengemaakt.
De beste samenvatting vond ik in Time, het weekblad dat niet van overmatige sympathie voor de Democraten kan worden verdacht. ‘Van het begin af ging deze zaak niet meer dan marginaal over het doen en laten van Libby. In werkelijkheid stond daar de cultuur van deze regering terecht. De cultuur van de mensen die de waarheid als niet meer dan een zaak van betrekkelijk belang beschouwen, als een gegeven dat je kon gebruiken als je het nodig had, en van je af kon schudden als het je niet te pas kwam. Iedereen weet dat Bush en Cheney op grondslag van slordige en oppervlakkige bewijsvoering over massavernietigingswapens de natie in een dodelijke en kostbare oorlog hebben gevoerd, waarvan niemand de afloop weet. Ja, het Congres gaf zijn instemming. En ja, de meerderheid van de publieke opinie steunde de oorlog. Maar niemand droeg meer verantwoordelijkheid voor het verdraaien van de waarheid tot de uiterste grens dan de vice-president.’
Libby heeft Cheney uit de wind gehouden. Daarmee heeft hij meegeholpen te voorkomen dat de waarheid de onmiddellijke omgeving van het Witte Huis bereikt. Hij is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden tot drie jaar. Maar het is niet waarschijnlijk dat hij ook maar een deel daarvan zal uitzitten. Dit regime weet zijn trouwe soldaten te belonen. Bush heeft met medewerking van Cheney het volk bedrogen. Libby heeft voor Cheney in de vuurlinie gestaan. Algemeen wordt er in Washington op gerekend dat Bush hem gratie zal verlenen en de vice-president blijft zitten waar hij zit.
Het wereldbeleid van Bush c.s. wordt in grote trekken op dezelfde voet voortgezet. In de praktijk betekent dit nu dat er opnieuw meer troepen naar Irak gaan, dat Washington verder probeert het Palestijnse probleem in het Israëlische sop te laten gaarkoken, dat ondanks nieuwe militaire versterkingen de situatie in Afghanistan moeilijker wordt, en waarschijnlijk dat de ontluikende diplomatieke betrekkingen met Iran en Syrië over het Iraakse vraagstuk in vrijblijvend gemompel zullen doodlopen.
Destijds was er één man die aanspraak maakte op de titel ‘leider van de vrije wereld’: de president van de Verenigde Staten. Dat kwam niet alleen door de onbetwistbare macht van zijn land. Hij werd als het ware beschermd door een systeem van politieke verzekeringen: de checks and balances in de Amerikaanse binnenlandse politiek, de macht van het Hooggerechtshof, de invloed van de vrije media, de remmende invloed van een aantal bondgenootschappen waarin Amerika wel de onbetwiste primus inter pares was, maar ook altijd de partij die wist te luisteren.
Het is deze week zestig jaar geleden dat Harry S. Truman de doctrine lanceerde die zijn naam draagt. Het doel van de Amerikaanse politiek is vrije volken te helpen in hun strijd tegen onderwerping door gewapende minderheden of buitenlandse machten, is de strekking. Door de Koude Oorlog heen heeft dit beginsel behalve in Vietnam nergens tot militaire rampen of chaos geleid en tenslotte is de krachtmeting met de Sovjet-Unie zonder catastrofe tot een goed einde gebracht. Dankzij het feit dat in Washington en het Atlantisch bondgenootschap het politieke inzicht het altijd van de militaire oplossing heeft gewonnen.
Met George W. Bush is aan dit tijdperk een eind gekomen. Hij en zijn vertrouwelingen hebben niet alleen de eigen natie misleid, maar met het opzeggen van vertrouwde bondgenootschappen de verhoudingen in de hele wereld in het nadeel van het Westen veranderd. Dat is begonnen met de oorlog in Irak. En ik zeg het nog maar eens: met de gewillige medewerking van Nederland. Nog altijd weten we niet waarom Den Haag zich toen zo behulpzaam heeft gedragen. De overeenkomst met het regime van Bush is dat ook deze regering zich consequent voor de waarheid blijft afschermen. Wie zijn onze Lewis Libby’s?