Tegen BNR Nieuwsradio zei premier Mark Rutte deze week (vanuit Polen) dat sinds het begin van de oorlog ‘de wereld krankzinnig geworden is en totaal veranderd’. Maar de wereld is niet zozeer veranderd, denk ik, wel de West-Europese perspectieven erop. Het Rusland onder leiding van Poetin schuwt al jaren geen enkel middel – nietsontziende bombardementen op Syrië, het starten van oorlogen en annexeren van buurlanden, het vergiftigen van politieke tegenstanders. Krankzinnig is vooral hoe lang onze naïviteit omtrent Poetin standhield. Een vraag die daarom antwoord verdient, is: wat waren de grondslagen van deze kapitale inschattingsfout?
Een briljant onderdeel van Margaret Atwoods The Handmaid’s Tale is de epiloog, een transcript van een academische lezing die een eeuw na de gebeurtenissen van het boek plaatsvindt en handelt over de hoofdpersoon en het totalitaire regime waarin zij leefde. De cerebrale en emotioneel onthechte analyse van de academicus schudt de lezer wakker uit de leeservaring die het meeleven met personages biedt. De epiloog geeft de lezer bovendien een gevoel zelf ook een zandkorrel te zijn in de lange lijnen van de wereldgeschiedenis.
Sinds ik jaren geleden het boek dichtsloeg vraag ik me vaak af welke lezingen academici over honderd jaar zullen geven over ‘ons’. Er is weinig zo lastig als recente geschiedenis duiden, maar ik vermoed dat ‘the politics of inevitability’ zoals gemunt door Timothy Snyder een puzzelstuk van historische interpretaties zal zijn. Een politiek van onvermijdelijkheid, zegt Snyder, is een wijdverbreide visie, een paradigma zou je kunnen zeggen, dat een bepaalde toekomst onafwendbaar is. Een voorbeeld is het idee dat heel de wereld, langzaam maar zeker, democratisch zal worden. Dat idee ontstond na de val van de Berlijnse Muur: linksom of rechtsom, alle landen zouden uiteindelijk het pad van ‘het Westen’ en de mensenrechten volgen. De liberaal-democratische rechtsstaat als einde van de geschiedenis, wie kent de (toegegeven, vaak wel wat plat weergegeven) opvatting van Francis Fukuyama niet?
Een politiek van onvermijdelijkheid is vaak zo dominant dat het lastig is haar op te merken, laat staan de beperkingen ervan te doorzien, terwijl zij zich voltrekt. Vissen weten niet wat water is, dat idee. Maar de gevolgen zijn groot. Het versimpelt alles: de wereld, de (geo)politiek, de mens. Als de richting van de toekomst, grosso modo, toch al vastligt, dan maken onze keuzes en daden vandaag de dag bijvoorbeeld niet zo veel uit: écht de toekomst veranderen of verpesten kan niet.
In een recente podcast van Ezra Klein voor The New York Times noemt Snyder de invasie van Irak als ultiem voorbeeld. Als je werkelijk denkt dat in onze epoque democratie zich onvermijdelijk verspreidt als een soort natuurlijke kracht, dan kun je ook gaan denken dat in een land dat je zojuist vernietigd hebt de democratie zal ontspruiten alsof het een bloembed betreft. Terwijl dit, ook historisch gezien, ‘absolutely crazy’ is, besluit Snyder.
Nu speelden bij de Irak-invasie meer motieven dan het brengen van democratie. Maar de politiek van onvermijdelijkheid als omschreven door Snyder had wel haar uitwerking. Zo waren de VS en de Europese landen – en de zo opvallend veel wetenschappers en publieke intellectuelen – die de invasie steunden onverantwoordelijk argeloos over de schadelijke gevolgen van de mensenrechtelijke hypocrisie en het bespotten van internationaal recht en de Verenigde Naties. Maar wie denkt dat democratie op de lange termijn toch wel zegeviert, onderschat het essentiële belang van het iedere dag hoog houden van democratische, rechtsstatelijke en mensenrechtelijke waarden. Of andersom: de énige verklaring voor het kunnen denken dat een democratisch en internationaal mensenrechtelijk systeem zal standhouden en uitbreiden, hoewel je het zelf met voeten treedt, is het uitgangspunt dat dit… onvermijdelijk is. Een voldongen eindfase. Helaas bestond deze garantie alleen niet, het was een mythe.
Een deel van de rekening wordt nu gepresenteerd. Poetin rechtvaardigt de onwettige invasie van Oekraïne met dezelfde argumenten als de VS de onwettige invasie van Irak toentertijd rechtvaardigden – dat is uiterst pijnlijk. Het internationaal recht was al precair maar is hierdoor duidelijk verder verzwakt; de Verenigde Naties zijn nauwelijks nog een speler. En de EU heeft onderschat waartoe Poetin in staat is. Dit hangt samen met de onjuiste analyse dat hij – en dit geldt ook voor anderen als Orbán, Trump en Erdogan – een (tijdelijke) anomalie is binnen een onvermijdelijke mondiale mars naar meer democratie.
Maar de waarden van de liberaal-democratische rechtsstaat verdienen een betere analyse dan dat. Deze waarden zijn niet vanzelfsprekend en uiteindelijk onvermijdelijk. Integendeel, ze zijn de uitzondering en kwetsbaar. En ze behoeven onophoudelijke aandacht en oprechtheid in ons handelen, in binnen- en buitenland. Alleen dan bestaat de kans dat ze standhouden en uitbreiden.
Rutte spreekt momenteel met alle EU-leiders. De vraagstukken die spelen zijn acuut: no-flyzone, gas, bewapeningen, vluchtelingen. Hopelijk is er naast deze kwesties ook ruimte voor diepgaande reflectie. Wat was de houding en het zelfbegrip van de EU in de afgelopen decennia en hoe moeten we verder?