Het Bruce Springsteen-album waarop het best is gelukt zijn live-geluid in een studio vast te leggen, is zijn dubbelaar The River uit 1980. Mede geproduceerd door ‘Little’ Steven van Zandt, die niet lang daarna Springsteens E Street Band verliet voor een solocarrière. Hij maakte een grandioze soulplaat, vervolgens met een kleinere band zónder blazers twee harde rockplaten, toen een tamelijk onbegrepen funkplaat, en tot slot weer een rockplaat, die verscheen in 1999, het jaar waarin hij zich weer aansloot bij Springsteen. Wat met name zijn tweede tot en met vierde plaat gemeen hadden, was de felle, uitgesproken politieke toon van de teksten, resulterend in twee van de beste (door velen gecoverde) protestnummers aller tijden: Solidarity en I Am a Patriot. En in een van de meest effectieve combinaties die popmuziek en politiek opleverden: Artists United Against Apartheid. Omdat Van Zandt naast zijn leven als rechterhand van Springsteen ook nog presentator is van een wereldwijde radioshow, de man achter een platenlabel en bijna per ongeluk succesvol acteur werd (Sopranos, Lillyhammer), leek de kans op een terugkeer naar zijn solomuziek verkeken.

Tot hij vorig najaar opeens op een bluesfestival in Londen stond, met een vrijwel geheel vernieuwde versie van zijn enorme band, die met nog steeds een van de beste namen uit de muziekgeschiedenis: The Disciples of Soul. Het optreden was een zegetocht, tot zichtbare vreugde van Van Zandt, die een mix speelde van eigen klassiekers, de vele nummers die hij in de loop der jaren voor anderen heeft geschreven en enkele covers. De hoogtepunten daarvan: het venijnige The Blues Is My Business van Etta James, en Down and Out in New York City van James Brown, een nummer dat klinkt naar een gruizig filmhuis uit de jaren zeventig waar ’s nachts blaxploitation-klassiekers als Shaft worden gedraaid. Snel na die show in Londen ging Van Zandt de studio in om die nummers vast te leggen, en het resultaat is Soulfire, zijn eerste album sinds 1999. En werkelijk alles aan dit (volstrekt apolitieke) Soulfire is een feest en een ode aan de muziek- en vooral soulgeschiedenis. Van Zandts heerlijke jankstem, de dramatische snik waarmee hij talloze zinnen afsluit met ‘baby’, de koortjes, zijn uit duizenden herkenbare gitaarspel, het grandioze gespetter van de negen (!) blazers, en vooral: het geluid van dat alles samen. Van Zandt kent als muzikant zijn klassiekers, maar hij kent als arrangeur en producer ook zijn Phil Spector. Van Zandts Wall of Sound is onweerstaanbaar: Soulfire is niet alleen alsnog de opvolger van zijn debuut Men Without Women, het is feitelijk de samenvatting van zijn eigen muzikale erfenis en invloeden. De manier waarop hij na die James Brown-cover een rocker als Standing in the Line of Fire optuigt naar de soundtrack van een spaghettiwestern getuigt van een grote kennis van en liefde voor zowel de muziek- als de filmhistorie. En van een onvoorstelbaar talent daar zelf nummers uit te bouwen die in ieder opzicht voldoen aan het voornemen dat uit zijn teksten spreekt: een vlam ontsteken uit muziekbezieling.
Little Steven and the Disciples of Soul, Soulfire (Universal Music) Optreden: 25 juni in Carré