Hoe vaker je Mark Zuckerberg de geroosterde boterham ziet eten, hoe vreemder het wordt. Het filmpje waarin de Facebook-oprichter een assistent genaamd Jarvis introduceert – kunstmatige intelligentie met een stem die wordt verzorgd door acteur Morgan Freeman – verscheen eind 2016 op internet. Jarvis staat Zuckerberg bij tijdens handelingen die moeten doorgaan voor zijn dagelijkse leven en werkzaamheden. Het is vanaf het eerste moment ongemakkelijk, maar na 45 seconden breekt er iets dat niet meer te repareren valt. Zuckerberg heeft Jarvis twee boterhammen laten roosteren – die hijzelf blijkbaar de avond tevoren al in het apparaat heeft gestoken – en in wat een vloeiende transitie had moeten zijn pakt hij de eerste boterham uit de rooster en legt die naast de tweede, die al op magische wijze naar zijn bord is getransporteerd.

Maar een kniesoor die op continuïteitsfoutjes let. Het gaat om wat daarna gebeurt. Zuckerberg pakt een van de boterhammen en brengt hem naar zijn mond alsof het een gigantisch koekje is en neemt een hap. Wie eet er nu droge toast als ontbijt? Als het camerastandpunt verspringt zie je hoe het brood in zijn mond verdwijnt, het lijkt op iets dat door een zwart gat naar een andere dimensie wordt gezogen. Hij eet alsof hij het uit een boek heeft geleerd. Wie nu op YouTube zoekt naar ‘Zuckerberg’ en ‘toast’ vindt bij de eerste vijf resultaten onder andere ‘Mark Zuckerberg is a robot’, ‘Mark Zuckerberg is a lizard’ en ‘The Zucc Eats a Toast like a Normal Homo Sapiens’.

Dat onwerkelijke fragment, waarin de toch al vermoede wereldvreemdheid van een van de machtigste mensen op aarde zich fysiek lijkt te manifesteren, is sindsdien nooit ver weg wanneer ik over Zuckerberg lees. Het beantwoordde precies aan het beeld dat je toch al van hem had gevormd en deed daarmee terugdenken aan wat Zadie Smith bijna acht jaar geleden in het essay Generation Why? schreef over The Social Network (2010): hoe scriptschrijver Aaron Sorkin en regisseur David Fincher de werkelijke ontstaansgeschiedenis van Facebook net genoeg geweld aandeden om hun Zuckerberg volledig te laten samenvallen met het beeld van de nerd die we onbewust al dachten te zullen aantreffen. De film leek zelfs een verzonnen verloren liefde tot Zuckerbergs belangrijkste drijfveer te maken. ‘Hollywood gelooft duidelijk nog altijd dat achter iedere mogul een idée fixe schuilgaat.’ In dit geval een donkerblonde versie van Orson Welles’ Rosebud genaamd Erica. Iets verderop schreef Smith: ‘Het opvallende aan de echte Zuckerberg, in woord en in beeld, is de relatieve banaliteit van zijn ideeën over het “waarom?” van Facebook. Hij gebruikt het woord “connect” zoals gelovigen het woord “Jezus” gebruiken, alsof het inherent heilig is.’

De echte Zuckerberg? In dit geval slaat dat op de figuur – ‘in woord en in beeld’ – zoals die naar voren komt uit andere zaken dan de gefictionaliseerde film. Is hij een enigma met macht? Of maakt macht ondoorgrondelijk? Iemand als Angela Merkel fascineert ons tenslotte ook mateloos.

‘Tussen snelheid en ­waarheid koos hij snelheid, tussen groei en veiligheid koos hij groei’

Maar mogelijk is een belangrijkere vraag in hoeverre die ‘echte’ Zuckerberg ertoe doet. Moeten we het idee dat we technologie kunnen begrijpen door de ‘grote mannen’ die haar bouwden niet achter ons laten, vroeg journaliste Julia Carrie Wong zich half september af na het lezen van al weer een lang profiel van Zuckerberg in The New Yorker. ‘Wat doet het ertoe of we Zuckerberg begrijpen wanneer Zuck zelf zo overduidelijk Facebook niet begrijpt?’

Het artikel keek onder de omineuze titel Can Mark Zuckerberg fix Facebook before it breaks democracy? naar de situatie waarin Facebook zich op dit moment bevindt via de lens van Zuckerbergs persoonlijkheid en zijn bredere ideeën over heden, verleden en toekomst. Wie de problemen op een rijtje zet is geneigd vertederd terug te kijken naar het door Zadie Smith geschetste angstbeeld van mensen die zichzelf tekortdoen, de dimensies van het rijke echte leven uit het oog verliezen, door zich online te schikken naar het beperkte mensbeeld van een Harvard-student.

Wat Wong ook leek te willen zeggen was dat de aanwezigheid van een mens – zeker wanneer het een enigma betreft – helder denken over ingewikkelde problemen dikwijls bemoeilijkt. Je kunt daar tegenin brengen dat ook wanneer Zuckerberg de consequenties van wat hij heeft gemaakt niet volledig begrijpt, dat niet betekent dat wat hij maakte niet is wat het is doordat hij is wie hij is. En hoewel er betere lenzen zijn voor het begrijpen van de invloed en gevolgen van Facebook dan Zuckerbergs persoon en biografie – hij is niet de technologie en hij is niet de context waarbinnen die technologie een eigen weg vindt – hij is, for all intents and purposes, wel het bedrijf. En de manier waarop hij Facebook wel en niet begrijpt is de manier waarop Facebook zichzelf wel en niet begrijpt.

Het New Yorker-verhaal cirkelt terug naar het idee dat Zuckerberg zichzelf graag spiegelt aan de Romeinse keizer Augustus als iemand die vrede heeft met de keuzes die hij maakte onderweg naar de consolidatie van zijn macht – en met de trade-offs waar die keuzes op neerkwamen: ‘Tussen snelheid en waarheid koos hij snelheid, tussen snelheid en perfectie koos hij snelheid, tussen groei en veiligheid koos hij groei.’ De vraag is nu of deze hedendaagse Augustus het rijk dat hij zo smeedde bijeen weet te houden. Wellicht staan er op een goede dag geen barbaren maar waakhonden aan de poort.