«Ik denk dat onze cultuur de beste is. Man en vrouw, homo en hetero, blank en zwart zijn hier gelijk. De rechten van de mens worden gerespecteerd. Daarom is de westerse, parlementaire democratie een superieure samenlevingsvorm. Vooral onze libertijnse, progressieve versie ervan, met het homohuwelijk, het recht op euthanasie, het wettelijk verschil tussen softdrugs en harddrugs en de mogelijkheid dat vrouwen in principe in hun blote tieten in het park kunnen liggen.»
Aan het woord is Eddy Terstall. Hij is filmmaker. En hij is militant.
Eddy drinkt staande aan de toog van zijn stamcafé een koffie en analyseert de problemen van Ajax. Het is marktdag en druk. «Hé. Goed stuk in Trouw hoor ik», roept een man vanaf een barkruk. Eddy heeft de krant nog niet gezien, het gaat om een debat met André Rouvoet. «Heb je m gepakt Eddy, die christen?» «Nou, pakken», zegt Eddy, «dat niet echt. Die Rouvoet is gewoon iemand met een andere levensovertuiging.»
Hij is een jongensachtige man, schijnbaar zonder groot charisma. Tot hij zijn mond opendoet. Als hij eenmaal het verband schetst tussen het Midden-Oostenconflict en de wijze waarop de seculiere samenleving onder druk staat, is het moeilijk zijn betoogtrant te onderscheiden van die van de achterneef van zijn moeder, ene Johan Cruijff. Eddys dictie is puur cruijffiaans en het «kijk, dat is logisch», is, hoewel onuitgesproken, zijn ondertoon.
Eddy Terstall: «Kijk, alles versnelt en alles verschuift. Men is nogal in de war. Dat is niet alleen maar slecht, want heel veel stromingen laten nu dus hun ware gezicht zien. Christelijke partijen laten zien wie ze zijn. De liberalen betonen zich liberaal. En de kans dat de volgende regering wel eens zou kunnen bestaan uit PvdA, CDA en GroenLinks is flink kleiner geworden. Je hebt nu twee partijen: de universalisten en de cultuurrelativisten. Dat is dus belangrijker geworden dan links en rechts.»
Knikkend, schouderklopjes gevend en handen schuddend stapt hij na de koffie de kroeg uit en de Jordaan in. Daar woont hij op driehoog aan een gedempte gracht. Langs kleine trappetjes gaat het omhoog. Vanuit de diepte vraagt een vrouwenstem of hij nog een halfje brood nodig heeft, wat croissantjes misschien en of hij nou die vis heeft zien liggen. Het is tante. Ze woont beneden met drie neefjes.
Terstall: «Wij zijn een echte Jordanese familie. Een van de laatste. Mijn moeder woont hier aan de overkant en mijn oma woonde hier ook. Allemaal in deze twee panden en hier tegen over. Mijn moeder en mijn biologische vader hadden een kruidenierszaak.»
Boven in het huis bevindt zich een tot appartement uitgegroeide jongenskamer. De meubels zijn klein, de televisie is groot. Onder het lage plafond schuift Eddy nonchalance staat onder zijn oogleden gespeld stapeltjes aan de kant en asbakken opzij en hij gaat in de badkamer een plas doen, met de deur open. Tot op dit moment is van geen small talk sprake geweest. Bloedserieus heeft hij het falen van politieke partijen, de afgang van het cultuur relativisme, de problemen van Ajax alsmede het wel en wee van zijn poezenroedel besproken.
Terstall: «Mijn moeder komt uit een communistisch nest. Vrij conservatief communistisch, zoals veel Jordanezen in die dagen.»
Wat bedoel je met conservatief communistisch?
«Burgerlijk communistisch. Niet in de zin van vrijgevochten revolutionair. Mijn biologische vader stemde ook CPN, hoewel hij dus kleine ondernemer was, maar dat was in deze buurt gewoon gebruikelijk.
Mijn stiefvader was een Duitse hippie, een dienstweigeraar. Hij had in Berlijn gewoond en was sociaal-democraat. En fervent communistenhater, het communisme zag hij echt als fascisme. Mijn moeder heeft toen tegen mijn opa gezegd dat ze Partij van de Arbeid ging stemmen. Daar was hij niet blij mee. Sindsdien is het eigenlijk meer een sociaal-democratisch nest.»
En was jij vatbaar voor het communisme?
«Ik ben er allergisch voor. Ik ga wel eens naar Cuba omdat ik daar familie heb zitten, en dan zie je hoe de dictatuur daar in mekaar steekt. Wat je wel en niet kunt zeggen. Hoe een totaal gecontroleerde maatschappij werkt.»
In 1964 werd hij geboren. Op zijn achtste kwam zijn achttienjarige stiefvader, die hippies meebracht uit gans Europa. Ook sympathisanten van de Rode Brigades bijvoorbeeld. Vakanties werden besteed in Berlijn of in Padua, waar een vriend de zoon van een communistische burgemeester was en waar de zomer onder luid gezang werd doorgebracht. In de binnenstad ging Eddy naar school met Marcos, Remcos en Marcellen. In Zuid kwam hij op de middelbare school met Pepijnen, Tims en Pims, Jorissen en Florissen. Hun vaders waren links en bezetten respectabele posities als directeur van het Concertgebouw, de moeders leken wel allemaal Frans chansonnière. Eddy ging politicologie en sociologie studeren en werd uiteindelijk filmer. Zijn oorspronkelijke maatschappelijke belangstelling werd er niet minder om. De reizen om zijn films te promoten stelden hem in staat zich te verdiepen. Hij spreekt inmiddels negen talen en heeft politieke ambities.
Eddy Terstall: «Simon is het eerste deel van een trilogie over Nederland. Het idee van die trilogie kreeg ik tijdens culturele uitwisselingsprogrammas. Zo ben ik in veel landen geweest: Libanon, Mexico, Israël, Costa Rica, Balkan-landen, drie keer Rusland, vier keer India. Heel vaak kreeg ik van journalisten of publiek vragen over cultuurspecifieke dingen bin nen die verhalen. Waarom de ouders van een personage twee vrouwen zijn. Of waarom mensen onbekritiseerd een jointje roken terwijl cocaïne belachelijk wordt gemaakt. Ik dacht, ik maak een werk dat al die vragen beantwoordt.
Nou, film nummer één, Simon, gaat over hoe men in een seculiere samenleving omgaat met de dood. Er komt nog een film over hoe mannen en vrouwen met hun relaties omgaan, Sextet, en een over de rechtsstaat, dat wordt een film over politiek en populisme. En dan ga ik met die films de boer op. Deze keer wil ik Nederlandse ambassades in het buitenland aanschrijven en zeggen: betaal mij even een ticket, dan kom ik vijf dagen naar jullie toe en voor de diplomatieke gemeenschap laat ik die film zien en geef ik uitleg. In ruil wil ik dan met lokale correspondenten en schrijvers een babbeltje maken om te horen hoe daar werkelijk wordt gedacht op straat.»
Nu doet hij zijn laatste film te kort. Die is meer dan een uitleg of aanprijzing van deze maatschappij. Simon is ook een zoektocht naar wat die eigenlijk inhoudt en toont een samenleving die nog op weg en zoekende is. Een van de twee hoofdpersonen roept in zijn keuken dat hij ook wel eens rituelen zou willen. Net als Terstall zoekt hij naar houvast en betekenis.
Terstall: «De seculiere samenleving is relatief nieuw en moeilijk. We kiezen toch de moeilijke weg. Het is dapper om onder ogen te durven zien dat er na de dood waarschijnlijk niets meer is. En het is ook nobeler om goed te doen zonder dat er een buitenaards systeem van straf en beloning tegenover staat.»
De film wordt gedragen door de vriendschap tussen een vrijbuitende coffeeshop eigenaar en een keurige homo. Terstalls andere films lijken accentoefeningen die zich hebben samengebald tot deze Gouden Kalf-winnaar. De humor is van een niveau dat gemakkelijk concurreert met de beste Engelse humor. Een dergelijke combinatie van kwaliteit en populariteit is sinds Soldaat van Oranje in Nederland niet meer voorgekomen. Die film ging overigens ook over Nederland.
Terstall: «Het is echt jong en oud die reageren. Het is gek als je de reacties op de website ziet, ik denk dat het rücksichtslos Nederlandse hem toch tot een soort nationaal gebeuren maakt en dat de film wordt omarmd door mensen die onze basiscultuur er goed in herkennen.»
Speel je in op een zeker nationalistisch gevoel? Eddy Terstall: «Nationalisme is een heel achterlijke manier van denken, dat is tribalistisch. Patriottisme, daar zouden we wel een beetje meer van mogen hebben. En patriottisme omvat ook de islamitische gemeenschap. Die zouden zich ook patriot moeten voelen.»
In Engeland krijgen nieuwe Engelsen sinds maart hun paspoort uitgereikt met een ceremonie op het stadhuis.
«Dat vind ik helemaal goed. Op de site heeft een Engelsman een berichtje achtergelaten dat hij binnenkort moet besluiten of hij het Nederlandse staatsburgerschap aanneemt. Aan de hand van mijn film had hij gezegd: dat is het land waar ik bij wil horen. Kijk, dat is toch mooi? En dat is een beetje wat ik beoog.
Éigenlijk zou er een burgerbeweging moeten ontstaan, niet per se een politieke partij, waar zestig procent van Nederland zich in kan vinden. Er is een nieuw commitment nodig. Er zijn een paar van onze verworvenheden die onder vuur liggen. Je moet uitkijken dat die bevlogenheid geen dubieuze trekjes heeft en uit de rechts-populistische hoek komt. Ik denk dat een militant liberaal burgerschap nu aan de orde is. Het is juist het progressieve deel van de bevolking dat het meest botst met de traditionalisten.»
Zijn we in een crisis?
«Er is hier een soort rude awakening. Ons libertijnse Disneyland blijkt opeens niet door de hele wereld onderschreven te worden. We waren een soort gidsland en stiekem hadden we een superioriteitsgevoel. Want wij liberalen waren seculierder dan die achterlijke boeren om ons heen. En nu blijken we een redelijk gewoon land te zijn dat ook een bepaalde mate van hysterie in zich draagt, waar ook populisme post kan vatten en dat niet door iedereen geweldig gevonden wordt.»
Wat maakt ons toch speciaal?
«Wij hebben de vruchten van de Verlichting geplukt en we zijn zelfs nog een stapje verder. De secularisatie heeft hier vrij snel plaatsgevonden.»
Toch is er die scène in Simon waarin iemand roept dat hij ook wel eens een god en rituelen nodig heeft om tegenaan te schoppen.
«Religie heeft wel een bepaalde functie. Ik vind alleen dat religie uit de publieke sfeer gehouden moet worden. Het bijzonder onderwijs zou van mij ook op de helling mogen. Verhalen als dat de vrouw uit de rib van Adam is geschapen of dat Mohammed een boek heeft gekregen van de aartsengel Gabriël, dat zijn verhalen die volstrekt onwaarschijnlijk zijn als je ze op je achttiende voor de eerste keer hoort, maar als je die vanaf je vierde jaar hoort sta je er minder kritisch tegenover.»
De vrijheid van onderwijs wortelt wel in de Nederlandse samenleving, waar groepen mensen het recht hebben op eigen gedachtegoed.
«Dat is wel zo, maar de islamitische zuil is een nieuwe zuil en daar moet je niet op een cultuurrelativistische manier over denken. Begin jaren tachtig dachten ze zelfs het integratieproces een zetje te geven door te benadrukken dat het leuk was dat we allemaal anders zijn in Nederland. Terwijl je in een integratieproces, of het nou in Australië, Amerika of waar dan ook is, juist uitgaat van de gemene delers van het burgerschap. Je bent deel van een groter geheel. Een Koreaan in Amerika voelt zich vaak meer Amerikaan dan iemand die daar geboren is, want het is zijn gekózen vaderland. Weet je wel? Zweren op de vlag. In dat cultuurrelativisme, dat ik zelf racistisch noem, werd assimilatie als een vorm van racisme gezien.»
In de dagen na de moord op de bevriende collega Theo van Gogh sprak Terstall zich uit in krant en op tv. Hij zegt nu te verwachten dat Ayaan Hirsi Ali Submission II zelf gaat maken: «Omdat ze zich al schuldig voelt over Theo lijkt het me een rare gedachtegang dat ze nog eens iemand in gevaar zal brengen.» Voor de dood van Van Gogh en de strijd van Hirsi Ali, die hij van harte ondersteunt, realiseerde hij zich de gevaren van fundamentalisme al. Hij schetst het explosieve bondgenootschap van de «extraverte» salafistische beweging uit Egypte en Noord-Afrika en het meer op de eigen geloofsgemeenschap gerichte conservatieve Saoedische wahabitische denken.
Wat kunnen we doen?
Eddy Terstall: «Krachtdadig optreden in combinatie met een handreiking. Tegen de soft support moet je vanuit de rechtsstaat kracht dadig optreden. Tien jaar voor het ter beschikking stellen van een woning aan dat soort gasten of voor je mond houden als je iets weet. De gasten die hiernaartoe gestuurd worden, de hopmannen, zul je niet met het strafrecht afschrikken, wel hun link naar de rest van de islamitische gemeenschap.»
Dat klink redelijk simpel.
«Nee, het is altijd enerzijds-anderzijds. Het is krachtdadig optreden in combinatie met een handreiking. Er wonen meer moslims dan christenen in de Randstad, maar het is wel zo dat het suikerfeest geen feestdag is, terwijl: hoeveel mensen hebben nog wat met Pinksteren en Hemelvaartsdag? Als je burgerschap eist van mensen, dan moet je ze ook het idee geven dat ze erbij horen. Marokkaanse jongeren worden in discotheken niet toegelaten. Het is moeilijk werkplekken te krijgen, zeker ook voor de opgeleide moslims. Heel veel radicalen komen niet uit de onderlaag maar zijn een soort semi-belezen figuren die niet weten waar de klepel hangt maar wel ontdekken dat er sociale plafonnetjes bestaan.»
Kun je de eigen samenleving intact houden, inclusief de vrijheid van meningsuiting?
«Ja, ik vind van wel. Nou ja, eigenlijk vind ik dat je vanuit een gevoel van fatsoen niet zou moeten beledigen, maar als je verbiedt om te beledigen, dan laat je ook geen mogelijkheid voor het fatsoen om niet te beledigen. Dan is het opgelegd.»
Is er niet ook van alles aan te merken op het libertijnse eiland dat je zo prijst?
«Ja, daarom gaat mijn film Rent-A-Friend ook over een vorm van kapitalisme zonder zelf spot. Over het gebied waarin alles merchandise is. Kapitalisme zonder zelfspot is een maatschappij waarin een huis alleen maar een rekeneenheid is voor makelaars en niet in de eerste plaats een plek waar iemand zijn leven doorbrengt. Dat is ook een cultuurstrijd. Binnen de westerse democratieën heb je ook nog cultuurstrijd en dat vereist net zon actief commitment. Juist om de verklootzakking en de ontpersoonlijking binnen ons soort maatschappij actief tegen te gaan. Want Nederland is ook een land geworden waar mensen elkaar uitschelden als ze ergens in de rij staan, waar mensen de trambaan nemen om de rij voor het stoplicht te omzeilen, waarbij ze dus vinden: mijn haast is belangrijker dan de haast van anderen. In die zin is op het burgerschap van de gemiddelde Nederlander heel wat aan te merken.»
Moet je dat ook keihard aanpakken?
«Ik vind toch van wel. Er is een grotere zaak: onze progressieve samenleving beschermen. Dat is een duidelijk omlijnde zaak waarvoor we ons moeten inzetten. Die moet actief beschermd worden en in mijn optiek zelfs uitgedragen.»
Waarom uitgedragen?
«Omdat we iets terug moeten doen. Ons vrijdenken, het nieuwsgierig zijn, het verder kijken dan de godsdienst ligt ook in het verlengde van onze koloniale plundertochten. Die hebben gemaakt dat we een economische voorsprong kregen en hier een burgerklasse ontstond die de tijd had om na te denken en zich te ontwikkelen tot verlichte geesten. Ik vind dat je dan wat zou moeten terugdoen voor die culturen. Die hebben daar recht op. Een vrijdenker in Peking of in Teheran of in Pyongyang heeft ook recht op Amsterdam.»
En een Republikein in Dallas?
«Die ook ja. Minder dan tien procent van de Amerikanen heeft een paspoort. Dat heeft ook met achterlijkheid te maken.»
Het lijkt alsof je het over een ideologie hebt.
«Dat is het toch ook?»
Ben je een militant propagandist?
«Ik ben militant ja. Ik begrijp ook niet dat mensen kunnen afzakken tot exclusief klagen over moslims. Er is een fatalistisch denken. Maar nee: we moeten samenleven en dat kan ook. En ik denk dat tussen onze medeburgers uit Marokko een stel fascistische klootzakken vanuit het Midden-Oosten wordt gedumpt om onze maatschappij te ondergraven. Dat moeten we niet pikken. We moeten opstaan.
Idealiter wordt dit de Europese eeuw. Ik geloof dat Europa de hoop van de mensheid is. Wij zijn toch een paar stappen verder. Geseculariseerder en minder radicaal, wij zijn veel meer van het enerzijds-anderzijds-denken.»
De bereisde Terstall spreekt betrokken over uiteenlopende zaken. Turkije moet bij de EU, alleen al om de economische ontwikkeling van de Kaukasus en Voor-Azië. Het is belachelijk dat Geert Wilders als tegenargument noemt dat Turkije geen onderdeel van het christelijke gedachtegoed is, terwijl nota bene liberalen een scheiding tussen dat gedachtegoed en de staat willen.
Wat is je prognose voor Nederland in de komende jaren?
Eddy Terstall: «Ik hoop dat het momentum van introspectie in de islamitische gemeenschap behouden blijft. Ik ben de laatste tijd veel met moslims in gesprek geweest en een beleving van burgerschap is wel degelijk aanwezig.»
En krijg jij dan een ander beeld dan iemand die op televisie vooral de polen hoort die tegenover elkaar worden gezet?
«Ja, want als daar een of andere randdebiel aan het woord komt, geven ze die alle gelegenheid. Ik moet wel zeggen dat ik van mensen die op een vmbo-school lesgeven vaak een nog angstwekkender beeld krijg voorgeschoteld, maar daar zit volgens mij een behoorlijke dosis puberaal gedrag bij. Dat is ook elkaar opjutten.»
Dan vertelt hij een laatste verhaal over zijn neefje dat op een vmbo-school in Amsterdam zit.
Terstall: «Mijn neefje had een brommer. Als een van de weinige niet-Marokkanen op school. Die kreeg dus te horen dat als hij daar nog één keer mee naar school kwam ze hem die afhandig zouden maken. Die dorst alleen nog met een mes naar school. Waarop mijn oom, die komt een beetje uit een kring van motorbendes en is nogal een indrukwekkende figuur, verhaal is gaan halen. Nou, die kreeg het met tien tieners aan de stok. De school leiding deed er onvoldoende aan en toen zijn ze dus met zon gehele motorbende van een aantal tientallen figuren het schoolplein op gereden en hebben al die jongetjes even gewaarschuwd. Die hebben ze dus geïntimideerd, zonder overigens handtastelijk te worden, hun verschijning was al voldoende. Nu wordt mijn neefje daar helemaal beschermd.
Maar ja, ik besef dat er mensen zijn die niet zon familie hebben als ik.»
Enerzijds-anderzijds. Dat altijd in je hoofd. Hij noemt het een Europese manier van denken. Volgens hem is dat de toekomst.
Dan loopt hij terug naar het café.
Even een broodje doen.