‘De kustweg in Agios Georgios is onbegaanbaar, de zee heeft wild met grote keien gesmeten en op een onverwachte plek stroomt ineens een rivier naar beneden.’ © Bonnie Moreland

Methana, Peloponnesos, Griekenland. Zaterdag 29 september, 11:00 uur. Vanochtend werden we wakker met regen en windstil weer. ‘Much ado about nothing’, zei iemand die kennis heeft van de toneelstukken van William Shakespeare, mogelijk was ik het zelf. Vooruit, het was zware regen, maar waar was die zogenaamde* medicane?* Was die in de loop van de nacht uitgedoofd? Gisteravond zijn allerlei maatregelen getroffen op Limnisa, het huis met de tuin aan zee waar mensen zijn om te schrijven of aan yoga te doen. Een tikje paniekerig; dit naar binnen, dat naar binnen, grote zeilen weg, buitengordijnen opgeborgen, kabels van buitenluidsprekers botweg doorgeknipt om de luidsprekers zo gemakkelijk mogelijk weg te kunnen halen, alle kussens onder dak. En daarna dus die rustige nacht.

Maar een half uur nadat we waren opgestaan, was de zee van vlak veranderd in een zee vol schuimkoppen. Een Griek die in het appartement onder het onze woont en die ‘iets doet met de zee’ (geen idee wat) waarschuwde ons: het wordt vanmiddag nog veel erger, keiharde wind en heel veel regen. ‘Be careful!’ zei hij. Was de koers van de medicane veranderd of was hij verlaat? Medicane bleek een samentrekking van mediterranean en hurricane te zijn.
We haasten ons van de appartementen in Agios Georgios naar Limnisa, wat we meestal rustig kuierend door de olijfboomgaarden doen. Een wandeling van zo’n twintig minuten. Nu nemen we de auto. In Limnisa valt al snel de stroom uit en de zee onder aan de tuin wordt een bak vol klotsend grauw water.

Idioten in een zeilboot, een vrachtschip vaart voor het eiland Angistri langs. Alleen al het idee dat je met zulk weer op een boot zou zitten maakt dat ik me ziek voel. Proberen ze voor het hoogtepunt van de storm ergens een haven te bereiken? In huis grote rust. De Britse, Duitse en Nederlandse schrijvers of yogaïsten hebben elk een eigen plek gezocht, wat niet meevalt omdat de plekken buiten zijn, waar het normaal gesproken warm en zonnig is. Uit de keuken komen vertrouwde geluiden die horen bij het bereiden van eten. Piet, die amateurtoneelstukken schrijft, zit gewoon op zijn vaste plek buiten, die laat zich door niets verjagen, al hangt er ineens een stuk zeil tussen hem en de buitenlucht. Het laatste nieuws is dat de medicane rond drieën zijn hoogtepunt zou bereiken.

Zondag 30 september, zelfde plek, 10:20 uur. Blijkbaar heet ons noodweer ineens ‘Zorbas’. Iemand informeerde vanuit Nederland of Zorbas nog een beetje uit te houden was. ‘Wie?’ vroeg ik. Op het strandje onder aan de tuin, deels ook in de tuin, ligt een pakket zeewier van een meter dik. De kustweg in Agios Georgios is onbegaanbaar, de zee heeft wild met grote keien gesmeten en op een onverwachte plek stroomt ineens een rivier naar beneden. Een grote populier in het tuintje van onze buren ligt geknakt op het hek. De buitentaveerne is verwoest, bootjes in het haventje zijn half gezonken. Gistermiddag rond zes uur zat de eigenaar van de taveerne onderuitgezakt in een stoel terwijl boven zijn hoofd de dakbedekking van het buitengedeelte wegvloog. Hij staarde broeiend naar een groepje mannen dat probeerde bootjes in de haven te redden. Hij liet alles wat gebeurd was en wat nog zou komen gelaten over zich heen razen. Inmiddels is de wind gedraaid en in kracht afgenomen, er zijn afzonderlijke wolken te zien, het is niet meer de grijze egale massa waaruit afgelopen nacht tientallen millimeters water vielen. De zee begint weer een beetje kleur te krijgen, schuimkoppen zijn niet meer te zien. Van boven klinkt een gestaag druppen, regenwater komt door het dak en landt in een emmer.

Gistermiddag hebben we schreeuwend en joelend de middag doorgebracht met het spelen van Keezbord, dat hier ter wille van de Britse deelnemers Cheeseboard heet. We joelden en speelden, zo bleek, ons niet door het hoogtepunt van de storm heen, dat zou ineens nóg weer later zijn. ’s Avonds zaten we in de tweede taveerne van Agios Georgios. Er was weer stroom. We waren nog steeds luid, al was het alleen maar om ons verstaanbaar te maken in het regen- en windgeweld. We dronken veel, we aten vlees en vis (er wordt hier verder strikt vegetarisch gegeten), en rookten binnen. De enorme tv ging aan, de Griekse Voice werd uitgezonden. Gezelligheid op zaterdagavond. Waarschijnlijk kun je tegenwoordig in willekeurig welk Europees land zitten en op zaterdagavond The Voice kijken. Volstrekt inwisselbaar. Ik vroeg voortdurend om van alles – extra wijn, mayonaise, ketchup, brood – zodat de ontstellend fijne jonge ober me over mijn rug kon wrijven als hij het bestelde kwam brengen. Dat deed hij namelijk de hele tijd; dat of een warme hand op de schouder. Zijn manier om aan te geven dat je eigenlijk liever niet tegen hem moest praten omdat hij uitsluitend Grieks verstond en sprak.

Al met al heeft die storm, aanzwellend en afnemend, een dag of twee geduurd, en de dagen ervoor waaide het ook al hard en was het grauw, wind en weer zo onaangenaam dat de zwembroeken en badpakken droog aan het wasrekje bleven hangen. Iemand die in Agios Georgios was, meldde dat een grote shovel inmiddels de kustweg weer begaanbaar heeft gemaakt. Later op de dag begint het opnieuw te regenen, precies op het moment dat ik me voorneem te gaan lopen. We gaan maar weer eens cheeseboarden, de landerigheid dient doorbroken en de vreemde omstandigheden maken dat we ons van het regime van stilte dat hier een deel van de dag heerst niets meer aantrekken. Straks zal het eten op tafel komen, glaasje lokale witte wijn erbij, en misschien krijgen we morgen de zon weer eens te zien. In het bijkeukentje staat een waterkoker met een stuk tape om het snoer, maar waarom dat in godsnaam ooit doorgeknipt is? Een waterkoker ín huis zal toch zeker niet wegwaaien?