Nadat de Oostenrijkers op 15 oktober een nieuw parlement hadden gekozen en een ruk naar rechts maakten, waren afgelopen weekend hun Tsjechische buren aan de beurt. Tijdens de parlementsverkiezingen won de populistische partij Akce Nespokojených Občanů (ANO, of vrij vertaald ‘Actie van Ontevreden Burgers’) van zakenman-politicus Andrej Babiš. Hij klom van 47 naar 78 zetels in het parlement dat tweehonderd zetels telt. De andere grote winnaar was leider Tomio Okamura van Svoboda a přímá demokracie (SPD, oftewel ‘Vrijheid en Directe Democratie’), een rechts-nationalistische partij die in Europees verband samenwerkt met het Franse Front National en de Oostenrijkse FPÖ. Okamura, die een Japanse vader heeft, klom uit het niets naar 22 zetels. Nu het stof lijkt neer te dwarrelen staan de Tsjechen voor een moeilijke formatie, waarbij iedereen kijkt naar Babiš, concludeert onderzoeker Martin Mejstřík van de Karelsuniversiteit in Praag.
‘Het Tsjechische populisme heeft een ander gezicht dan dat in de West-Europese landen. Je afzetten tegen de elite is de voornaamste drijfveer van de populisten hier. Veel minder vaak gaat het over migratie en de islam, want in Tsjechië wonen bijna geen migranten of moslims’, aldus Mejstřík, die wijst op het electorale succes van Babiš. ‘Hij is een Slowaakse zakenman met de Tsjechische nationaliteit die goed heeft geboerd in de landbouw, industrie en media. In 2013 stapte hij met zijn partij ANO in een coalitieregering met de sociaal-democraten en christen-democraten. Hij werd minister van Financiën en klaagde voortdurend over de andere coalitiepartners. Er was veel turbulentie. Tegelijkertijd claimde hij de successen van de regering, zoals de economische groei. Die houding heeft hem geholpen in de campagne voor de parlementsverkiezingen.’
Babiš wordt gekscherend Babišconi genoemd. Is hij de Tsjechische Silvio Berlusconi? ‘Ja en nee’, zegt Mejstřík. ‘Hij bezit veel bedrijven en heeft een eigen mediaconcern, maar hij heeft bijvoorbeeld geen eigen voetbalclub. Momenteel loopt er een gerechtelijk onderzoek tegen hem.’ Ook valt Babiš te vergelijken met Donald Trump, omdat hij zijn land net als de Amerikaanse president als een bedrijf wil runnen en eveneens een veel jongere vrouw heeft.
Volgens Mejstřík is de opkomst van Babiš deels te verklaren door de manier waarop Tsjechen tegen democratie aankijken. Tijdens de Fluwelen Revolutie van 1989 werd het communisme vervangen door kapitalisme en democratie. ‘De Tsjechen zijn gesteld op de democratie, maar zien het systeem vooral als een mogelijkheid tot materialistische zelfontplooiing. Ze kijken niet naar de democratie zoals de West-Europeanen dat doen en hechten minder aan zaken als de vrijheid van meningsuiting en expressie.’
In Babiš zien veel kiezers een afspiegeling van zichzelf. ‘Hij is de hard werkende gewone man die bescheiden blijft en het toch gemaakt heeft. Veel mensen kijken tegen hem op.’
De zakenman-politicus trok bijna alle kiezers weg van de sociaal-democraten en de communisten, een opmerkelijke ontwikkeling, aldus Mejstřík: ‘We hadden niet verwacht dat linkse kiezers zouden overstappen naar de zakenman Babiš. Maar net als in West-Europese landen loopt de sociaal-democratische partij van Tsjechië leeg. De Tsjechische sociaal-democraten hebben geen samenhangend verhaal en het ontbreekt hen aan een charismatische leider. Babiš heeft wél een authentiek verhaal. Hij heeft ook bekende wetenschappers en zakenlui opgenomen in zijn partij, hetgeen hem betrouwbaar maakt.’
Babiš heeft 78 van de tweehonderd zetels veroverd en moet dus een coalitie smeden. Hij zou dit onder meer kunnen doen met de rechts-nationalistische SPD van Tonio Okamura. Deze partij lijkt qua retoriek erg op de PVV in Nederland. Volgens Mejstřík is een dergelijke coalitie een onwaarschijnlijk scenario. ‘Okamura heeft een onbetrouwbaar imago. In het verleden verliet hij zijn oude partij en deed hij daar een greep in de kas om vervolgens zijn huidige partij op de richten. Okamura is een xenofoob en islamofoob. Hij trekt vooral bange kiezers uit afgelegen dorpen waar ze nog nooit een moslim in het echt hebben gezien. Op zijn lijst staan allemaal ongure figuren zonder enige politieke ervaring. De meeste Tsjechen vinden hem te extreem’, vertelt de onderzoeker. Omdat Babiš veel centrum-linkse kiezers heeft getrokken verwacht Mejstřík niet dat hij samenwerking met de SPD zal zoeken. Wel kan Okamura in de komende jaren harde oppositie voeren tegen Babiš en mogelijk kiezers bij hem weghalen.
Maar hoe moet het dan in de nabije toekomst wel? ‘Momenteel loopt er een gerechtelijk onderzoek tegen Babiš en zijn rechterhand wegens fraude met EU-geld. Andere politieke partijen hebben tijdens de campagne aangegeven dat ze niet met ANO willen samenwerken zolang het justitieel loopt. Over de voortgang ervan stemt het parlement in november’, legt de politicoloog uit. Babiš zal anderen ervan proberen te overtuigen met hem in een coalitie te stappen. Een minderheidsregering is eveneens een optie. Mejstřík: ‘Onze president Miloš Zeman heeft gezegd dat het hem niets uitmaakt of er een gerechtelijk onderzoek tegen Babiš loopt. Hij zal hem volgende week de opdracht geven om een nieuwe regering te vormen. Zeman is erg vriendelijk tegen Babiš, want hij wil begin volgend jaar herkozen worden en heeft dan de steun van de beoogde premier nodig.’ Verder is de president niet verstoken van een ongezouten mening. Zo wil hij geen moslimmigranten in Tsjechië en vindt hij de islam niet passen in de Tsjechische cultuur.
Begin jaren negentig leek Tsjechië het grote baken van democratie in het voormalige Warschaupact. Toneelschrijver en dissident Vaclav Havel werd gekozen tot president en ontwikkelde zich tot het democratische geweten van de natie. Havel, die geliefd was in het buitenland, zou volgens Mejstřík erg mopperen over de huidige politieke situatie: ‘In zijn eigen tijd was hij voor veel politici al achterhaald. Zeker in de tweede en derde termijn. Toen liep hij tegen beroepspolitici aan die met harde politiek bezig waren. Havel zelf is eigenlijk nooit een echte politicus geworden.’
De onderzoeker kan niet met zekerheid zeggen of Babiš een democraat is: ‘In ieder geval heeft hij gezegd zich niet tegen de EU te zullen keren. Zijn bedrijven profiteren immers te veel van de voordelen van de interne markt, zo denken we. In het kader daarvan verwacht ik niet dat Tsjechië zich zal ontwikkelen in de richting waarin Polen en Hongarije zich ontwikkeld hebben. Verder denk ik niet dat ons land altijd maar zal meedoen met de Visegrad-landen. Babiš is geen liefhebber van de buitenlandse politiek. Het blijft dus gissen wat hij werkelijk gaat doen.’
Deze blogreeks wordt mede mogelijk gemaakt door Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.