In het derde bedrijf wacht iedereen op de professor. Die heeft een egoïstisch plan bedacht voor de toekomst van het landgoed. Doderer maakt van de presentatie van dit plan een weergaloze act. In de aanzet tot zijn act permitteert hij zich de beroemde ‘Swiebertje’-lach. Het schampere lachje is de precieze introductie voor de woede-aanval van Wanja: die ziet opeens zijn hele geschiedenis van afzien en onderdanigheid aan zich voorbijtrekken.
Maarten Wansink maakt er, kronkelend over de hellende speelvloer, een waanzin-aria van, zwetend en schreeuwend en toch beheerst en zuiver. Het eindigt in een geweerschot off stage. Doderer komt onthutst weer op; het schot was voor hem bedoeld. Dan vuurt Wansink/oom Wanja nogmaals. In een doodse stilte zie je Doderer/professor Alexander even wankelen. En dan blijkt het mis te zijn geweest. Wanja kan niet schieten. Zelfs in zijn wanhoop faalt hij. Over het hellend plafond jaagt een felle wolkenhemel. In dit derde bedrijf lijkt er even sprake van de ultieme beweging tussen immobiele personages. Dat is snel voorbij.
In de vierde acte zakt de hele pudding weer in. Sonja komt op met een tafel vol boeken. Er gaat gewerkt worden. Wanja komt ook aan tafel; de administratie moet nodig op orde. De mooie Helena heeft haar laatste ontmoeting met Astrov - ze vrijen heftig op de keukentafel. Maar ook dat is snel voorbij. De professor komt afscheid nemen - Doderer trekt hier zijn tweede ‘Swiebertje’-gimmick uit de kast: hoe de zwerver altijd schrok, kijken, wégkijken en in een razendsnelle beweging weer terugkijken. En daarna gaat iedereen stilletjes uit elkaar. Astrov kijkt heel lang naar de intensief in de achterstallige administratie gedoken Sonja. Die blik maakt lappen tekst van Tsjechov overbodig: Astrov ziet de vrouw die hem mateloos begeerde, maar hij kijkt zonder enige hoop toe. En Sonja is voorgoed alleen. Astrov kan enkel nog vertrekken. Naar de eenzaamheid en de drank.
Ivar van Urk ensceneert in die laatste Tsjechov-scènes twee commentaren op de tekst. De mater familias, Marije, leest en schrijft niet - zoals Tsjechov voorschrijft - nee, ze valt uit het gat in het plafond middenin het gat van de toneelvloer. Zelfmoord? En Telegin, de afgedankte grootgrondbezitter (een mooie rol van Gerrit Bons), speelt geen gitaar, zoals Tsjechov voorschrijft; hij stemt zijn gitaar en er springt een snaar. Dan volgen die hartverscheurende slotteksten, zwaar bekort; Van Urk heeft een bewerking gemaakt waarin de ruis hardvochtig is gesneuveld. Donkerslag. Het was kaal zonder steriel te worden. En het werd daardoor helder, zonder dat de geheimen in deze toneeltekst werden verraden. Eén uur en 45 minuten heeft het geduurd. Ik heb een veelvoud van die tijd met deze voorstelling in mijn kop rondgelopen. Een groter compliment kun je theatermakers niet geven.

  • Frans Strijards, de artistiek leider van Art & Pro, heeft een nieuw stuk geschreven, Golfbrakers. Een onthutsende ontmoeting van uitgebluste dertigers met een berg onbetaalde (geestelijke) rekeningen en veel zout in oude wonden. In zijn eigen regie gaat Golfbrakers 26 november in première, met onder meer Gusta Geleijnse, Titus Muizelaar, Peter Paul Muller en Betty Schuurman. Tot medio december in het eigen Rozentheater, tournee tot eind januari 1999. Inlichtingen: Art & Pro, 020-6207933.