John F. Kennedy was een liefhebber van de James Bond-boeken van Ian Fleming. Een onschuldige verslaving die begon toen hij moest herstellen van een rugoperatie en een vriend hem een exemplaar gaf van Casino Royale. Het verhaal gaat dat vlak voor Kennedy naar Dallas afreisde hij naar From Russia with Love had zitten kijken. Richard Nixon beschouwde zichzelf als een tolstojaan en Ronald Reagan schaamde zich er niet voor de vlag uit te hangen voor The Hunt for Red October van Tom Clancy. De vrolijke tragiek van Bill Clinton weerspiegelt zich in zijn voorkeur voor Marcus Aurelius’ Meditations.
Natuurlijk, zou ik bijna zeggen, steekt de huidige president van de Verenigde Staten deze lezers naar de kroon, al is het altijd een beetje gevaarlijk om te zeggen dat sommige boeken objectief beter zijn dan andere boeken. Wat sowieso bijzonder te noemen is, is dat Barack Obama zichzelf afficheert als een lezer. Hij pakt zijn vakantiekoffer vol met boeken, en daar zitten altijd nieuwe bestsellers bij, zoals onlangs Purity van Jonathan Franzen. Hij schreef Yann Martel een persoonlijke brief om hem te vertellen hoezeer zijn dochter en hij hadden genoten van Life of Pi. Tot zijn alltime favorites behoren de romans Moby Dick van Herman Melville en Song of Solomon van Toni Morrison.
Dat Obama vooral liefhebber en bewonderaar is van het werk van Marilynne Robinson kwam vorige maand wel op een zeer speciale manier naar buiten. Tijdens een bezoek aan Iowa nam hij de gelegenheid te baat om de schrijfster niet alleen te ontmoeten, maar haar ook nog eens uitgebreid te interviewen. De weergave van het gesprek verscheen in oktober in twee delen in The New York Review of Books.
‘Dit is een experiment’, zei de president bij hun begroeting. ‘Als ik naar een plaats als deze kom haast ik me meestal meteen naar een of andere politieke bijeenkomst en houd een toespraak, of ik ga naar een fabriek en heb de meest fantastische gesprekken met mensen. Alles is gepland en uitgeschreven.’
Terwijl waar hij echt behoefte aan heeft, zo vertelt hij, daar is nauwelijks tijd voor: een gesprek met iemand die hij graag mag en in wie hij is geïnteresseerd, met wie hij graag zou praten over de grotere culturele krachten die onze democratie en onze ideeën vormgeven.
Uit het gesprek dat zich ontwikkelt tussen president en schrijfster blijkt dat Obama zich identificeert met de oudere dominee John Ames, het centrale personage in de romans die Robinson situeerde in Gilead, Iowa: Gilead (2004), Thuis (2008) en Lila (2014). Sterke, verstilde romans waarin essentiële vragen over leven, dood, liefde en verlossing worden gesteld. In het dit jaar in Nederlandse vertaling verschenen Lila bijvoorbeeld wil de jonge, aangespoelde Lila van dominee en weduwnaar John Ames weten waarom ‘de dingen gebeuren zoals ze gebeuren’. Ze hoort hem spreken over Goddelijke rechtvaardigheid en genade, maar vraagt zich af of die werkelijk voor iedereen geldt, en hoe je dat kunt weten.
Waar Obama mee zit, blijkt al gauw, is de kloof tussen hoe mensen in het dagelijks leven als het erop aankomt vaak ‘goed’ willen doen, goed willen zijn, maar als collectief zich vooral boos en agressief manifesteren. Mensen zouden wat minder wantrouwend en sceptisch ten aanzien van de nationale overheid moeten staan. We proberen immers ‘big things’ samen te doen. Hij laaft zich aan het optimisme van Robinson, die verklaart dat aan de basis van democratie de bereidheid ligt om positief over anderen te denken. In haar romans herkent hij de homespun virtues, die steeds verder verwijderd lijken te raken van de schreeuwerige opschepperige beroemdheidscultuur die nu overheersend is.
Met haar lange grijze haren en haar zachte overtuigingskracht heeft Robinson wel wat weg van het door Holly Hunter vertolkte GJ-personage in het televisiedrama Top of the Lake van Jane Campion. ‘Zo. Zit je op je knieën? Goed. Now die to yourself. Alles wat je denkt dat je bent, dat ben je niet. En zie nu maar eens wat er nog over is.’ Maar dat is GJ. Robinson geeft Obama iets anders om over na te denken, in verband met zijn frustratie over het toenemende wantrouwen van de burger. ‘Mensen denken altijd dat het ergste wat ze kunnen zeggen ook het meest ware is.’
Marilynne Robinson wordt op 14 november geïnterviewd door Arjan Peters
Foto: Marilynne Robinson en Barack Obama in de State Library van Iowa, Des Moines, 14 september (Carlos Barria / Reuters)