Ondanks de nederlaag was het Yes-kamp te groot om te negeren. Bij meer zeggenschap voor de Schotten hoorden volgens Cameron dan ook meer bevoegdheden voor de parlementen van Noord-Ierland en Wales en het instellen van een Engels parlement, want Engeland heeft als enige binnen Groot-Brittannië tot nu toe nog geen eigen volksvertegenwoordiging.

Europa lijkt zich twee richtingen uit te bewegen. Enerzijds is er de roep om meer samenwerking op Europees niveau om zo een invloedrijkere stem te hebben op het wereldtoneel. Anderzijds is er de wens in verschillende Europese regio’s om zich los te maken van hun natiestaat. Bewegingen richting groter en kleiner tegelijkertijd.

Meer dan twintig jaar geleden was een Europa van 75 regio’s het Eurotopia van Freddy Heineken, de man van het bier. Twee Leidse historici, Henk Wesseling en Wim van den Doel, maakten voor hem in 1992 een nieuwe kaart van Europa. Het was een Europa zonder de natiestaten van dat moment, deze stonden de Europese integratie toch maar in de weg. Bij hun nieuwe indeling hielden Wesseling en Van den Doel rekening met de taal, cultuur en geschiedenis van een regio. Binnen die regio’s zouden zich minder interne fricties voordoen, was hun en Heinekens idee daarachter.

De bewegingen die nu pleiten voor een onafhankelijk Schotland, Catalonië of Vlaanderen zijn echter zelf het gevolg van fricties. Deze regio’s voelen zich achtergesteld en gebruikt door de rest van hun land, ze zetten zich af tegen de hoofdstad. De nadruk die de bewegingen leggen op de eigen identiteit lijkt daardoor eerder het recept voor fricties met buurregio’s en met mensen in de eigen regio met een andere achtergrond dan een oplossing voor een soepeler Europese samenwerking, zoals Eurotopia voorstond.

In Nederland ligt de samenvoeging van provincies stil. De gedachte daarachter was dat grotere regio’s tot efficiënter bestuur zouden leiden. Uit enquêtes bleek dat de bevolking de samenvoeging niet alleen afwees omdat ze betwijfelde of het zou leiden tot kostenbesparing, maar ook vanwege het verlies van eigen identiteit. Het kabinet had met dat laatste al gedeeltelijk rekening gehouden door provincies als Friesland, Brabant en Limburg zelfstandig te laten. Dat Utrechtenaren zich ook identificeren met hun provincie, daar had het kabinet niet op gerekend.

Bij beslissingen over bestuurlijke indelingen en meer zeggenschap voor regio’s kan identiteit niet worden veronachtzaamd. Taal, cultuur en geschiedenis spelen een rol. Maar mensen kunnen Schot, Catalaan, Fries of Brabander zijn, ze zijn ook meer dan dat.

Als de identiteit van de regio waarin iemand woont een grote rol krijgt toebedeeld dan wel wordt gevoed met negatieve gevoelens jegens andere regio’s of mensen van buitenaf, dan kan dit een bedreiging worden voor de integratie van Europa, of voor het besturen van Nederland. Het kan de onderlinge solidariteit binnen het grotere geheel gaan ondergraven. Wie zich afzet tegen Londen, Madrid of Den Haag voelt zich niet noodzakelijkerwijs wél betrokken bij Brussel. Het vraagt evenwichtskunst van politici en bestuurders om met dit vraagstuk om te gaan.