
Als de avondklok om 21.00 uur ingaat, liggen de meeste kinderen gewassen, gepoetst en voorgelezen in bed te dromen. Ze merken niets van de buitenwereld die tot stilstand is gekomen, hoewel sommige deze nachten misschien de slaap niet kunnen vatten door relschoppers die zich in hun dodelijke verveling uitleven op auto’s, de politie, winkels en zelfs op een teststraat en ziekenhuis.
Wat de 1,4 miljoen kinderen in het basisonderwijs overdag wél aan den lijve ondervinden is de sluiting van scholen. Door alle maatregelen, genomen op grond van de volksgezondheid, ontstaat er een vorm van maatschappelijke triage waarbij sommige groepen onevenredig hard geraakt worden. Iedereen zit in de tang, en daar betalen kinderen een hoge rekening voor. Voor hen geldt ‘code zwart’. De Kindertelefoon staat roodgloeiend, de crisisdienst van de jeugdpsychiatrie heeft het razend druk, er is een toename van somberheid, angst- en eetstoornissen.
Ouders worstelen met de combinatie van werk – of geen werk – en thuisonderwijs. De begeleiding bij de digitale lessen schiet er bij in voor kinderen in multi-probleemgezinnen of met ouders die analfabeet zijn of slecht Nederlands spreken. Waar slecht werkende of geen computers zijn. Waar ruzie en huiselijk geweld is. Bij uitzondering kunnen ze naar de noodopvang, zoals eveneens geldt voor kinderen van twee ouders met een vitaal beroep. Er zijn ook kinderen van ‘de radar’ verdwenen.
Ze lopen onderwijsachterstand op, missen bescherming, sociale monitoring via school en evenals al hun leeftijdgenoten spontane contacten, vrijetijdsclubjes, beweging. Velen brengen de dag door in Google-hangouts, op TikTok (aangeprezen als Make your day), YouTube, Facebook – in een nepwereld die ook nog eens uit allerlei hoeken en gaten gemanipuleerd wordt voor andere doeleinden dan een pedagogisch gezonde ontwikkeling.
Aan de beslissing de scholen tot 8 februari dicht te houden is een discussie vooraf gegaan, natuurlijk. Kinderarts en omt-lid Károly Illy was fel tegen, want de psychische en sociale schade die leerlingen ondervinden door het thuiszitten zijn te groot om sluiting van de basisscholen te rechtvaardigen. Hij vindt steun bij pedagogen, zoals Micha de Winter.
Virologen zijn het er bovendien over eens dat kinderen van de basisschoolleeftijd nauwelijks bijdragen aan de verspreiding van Covid-19, ook al is er nog niet echt zicht op hoe de Britse gemuteerde variant verder gaat uitpakken. Een grootschalig onderzoek in Engeland laat zien dat de kans op besmetting hiermee ten opzichte van het ‘traditionele’ virus ook voor deze leeftijdscategorie is verhoogd, van zes naar negen procent, maar hetzelfde blijft dat zij nauwelijks ziek worden en het virus minder snel doorgeven dan volwassenen.
Het ‘Haagse’ besluit is vanzelfsprekend niet genomen om de jeugd te pesten. Leidend daarbij is het onderzoek in de gemeente Lansingerland waar het dorp Bergschenhoek onder valt; daar raakten rond een basisschool in korte tijd tientallen leerlingen, ouders en leraren besmet.
Dat hier onderzoek naar wordt gedaan is goed. Maar de ouders zijn het echte probleem, zij komen op het schoolplein bij elkaar om een praatje te maken – wat een logische behoefte is als je opgehokt zit. Eerder waren zij het die samen met docenten aandrongen op sluiting, nu worden de kinderen als instrument gebruikt om ervoor te zorgen dat ouders zich beter aan de regels houden.
Open die schooldeuren zo snel mogelijk, zonder hangouders op het plein en eventueel met een sneltest aan de poort. Het demissionaire kabinet moet met een goed plan komen voor het sociaal en educatief bijspijkeren van deze ‘coronageneratie’. En de turbo zetten op de vaccinatie om de kwetsbare groep ouderen – en uiteindelijk iedereen – te verlossen uit hun isolatie.