
Bernhard-Marie Koltès (1948-1989) liet een klein, kostbaar oeuvre na, toneelteksten als open wonden, kerven in de huid van een generatie die in de jaren tachtig het leven in de banlieues zag verruwen. Koltès reisde de woedesporen achterna van Algerijnen en andere Noord-Afrikanen die in het Westen werden veracht, als ‘die Arabieren’, en die door hun thuislanders werden beschouwd als geassimileerde verraders. Er ontstonden aan de rafelranden van de Franse metropolen lege en duistere gebieden waar je weg moest blijven. Of waar je moest onderhandelen wanneer je binnen mocht komen. Er wordt veel onderhandeld in de toneelteksten van Koltès. Zijn stuk Westkaai (1985), nu te zien in een wonderschone voorstelling bij Theater Utrecht, speelt in het onder water gelopen territorium van holbewoners die hier nooit meer weg komen. Het gezin bestaat uit de klagerige moeder, een bittere en agressieve vader, de naar een toekomst, welke dan ook, klauwende zoon, en een naar liefde hunkerende puberdochter, met in het kielzog haar naar seks hengelende vriendje.
Er komt een suïcidale zakenman langs, op de vlucht voor banken en kapitaal, en meteen neemt het overleven van de sterkeren onder de zwakken zijn loop. Niemand lijkt hier iemand het licht in de ogen te gunnen. Er struint een geheimzinnige vreemdeling rond die wordt ‘gekroond’ tot zwarte wraakengel. De agressie laait op als heidevuur in een zomerbries. Het is een ongemakkelijk, donker en boosaardig stuk. Met soms een lichte ondertoon. Neem het tweegesprek tussen de nuchtere jongen Fak en het van liefdesverlangens sidderende meisje Claire. Een dialoog van een vreemd soort ontroering (vertaling: Frans van Woerden):
Fak Als je nog klein bent, kan je niet heel precies weten waarom ik wil dat we met z’n tweeën daarin gaan, en als je precies zou weten waarom we daarin zouden gaan, ben je zo klein nog niet. Maak niet zo’n kouwe drukte, ga daarin en klaar uit.
Claire Misschien dat ik ’t niet helemaal precies weet omdat ik nog een heel klein beetje klein ben, maar ik weet zeker dat ’t niet heel erg fijne dingen zijn omdat mijn broer me een pak slaag zou geven als ie me nu zag met jou.
Fak Hoe kan jij nou zeggen van die dingen dat ze niet erg fijn zijn, als je helemaal niet weet hoe ’t is?
Claire Ik weet misschien niet hoe ’t is omdat ik klein ben, maar ’t is niet omdat ik nog een heel klein beetje klein ben dat jij me van alles wijs kunt maken en dat ik dat slik.
Fak (Bram Gerrits) is een doorzichtige verschijning met hoogblonde, gevlochten haardos en onderkoeld zangerige stem. Claire (Claire Bender) lijkt zichzelf hier zowel af te schermen als te ontwapenen. Ze grasduint gretig in een taal die ze nog volop aan het uitvinden is. De voorstelling schiet buiten adem langs sterke scènes als deze.
(wordt vervolgd op de website)
Westkaai speelt tot en met 10 december overal in het land; theaterutrecht.nl
Beeld: Claire Bender in Westkaai (Roel van Berckelaer)