Veertien jaar geleden alweer was Wouter Bos de eerste pvda’er die via interne verkiezingen lijsttrekker werd van zijn partij. Nog op het netvlies wie zijn tegenkandidaten waren? Jeltje van Nieuwenhoven en Klaas de Vries, beiden destijds lid van de Tweede Kamer, en Jouke de Vries, die als hoogleraar te Leiden van ‘buiten’ kwam. De laatste stelde zich kandidaat omdat hij de partij wilde ‘openbreken’. Hij verloor.

Ook Jacques Monasch, het pvda-Kamerlid dat zich afgelopen week kandidaat stelde voor het lijsttrekkerschap bij de komende Kamerverkiezingen, wil openbreken. Hij neemt het tot nu toe op tegen de huidige partijleider Diederik Samsom en de vice-premier Lodewijk Asscher. Tot komende maandag kunnen pvda’ers zich nog kandidaat stellen.

Zo ongeveer zijn hele volwassen leven lang is Monasch op enigerlei wijze betrokken bij de pvda, sinds 2010 als Kamerlid. Toen hij zijn kandidatuur publiek maakte, stond daar echter een man die doet alsof hij van buiten komt. Is dat diepe wanhoop over de koers van zijn partij of speelt daar rancune in mee? In het wandelgangencircuit verdenkt men Monasch van het laatste. De buitenstaander spelen is overigens een soort truc aan het worden in Den Haag, eentje die pvv-leider Geert Wilders al jarenlang beheerst.

Heeft Monasch dan helemaal ongelijk met de kritiek op zijn partij? Het onbevredigende antwoord is ja en nee. Vorige week donderdag had Monasch nog gelijk dat partijvoorzitter Hans Spekman zijn belofte niet was nagekomen dat ook niet-pvda-leden kunnen meebeslissen over de nieuwe lijsttrekker. Monasch’ aanklacht heeft effect gehad: inmiddels kan iedereen voor twee euro tijdelijk lid worden van de pvda en in december stemmen. Monasch’ kritiek op het tot stand komen van het nieuwe verkiezingsprogramma ligt ingewikkelder. Bij dit programma, dat komende week verschijnt, zijn de twee andere kandidaten, Samsom en Asscher, betrokken geweest. Tegenstanders niet. Dat is inderdaad vreemd. Beter zou geweest zijn, zoals Monasch opperde, om eerst de lijsttrekker te kiezen en dan pas het programma op te stellen. Maar waarom kwam Monasch niet eerder met die kritiek?

Monasch wil zijn eigen programma, mocht hij de strijd winnen. Het verkiezingsprogramma is echter niet alleen van de lijsttrekker, maar van de hele partij. Als Monasch de democraat is die hij zegt te zijn, zal hij dat eigen programma moeten voorleggen aan de leden, zodat ze daar ook invloed op kunnen hebben.

De buitenstaander spelen is een soort truc aan het worden in Den Haag

Maakt Monasch een kans? Zijn naamsbekendheid was tot nu toe niet groot. Door de openstelling van de verkiezingen voor buitenstaanders kan er echter een andere dynamiek ontstaan dan in 2002 bij de eerste lijsttrekkersverkiezing. Ook sinds 2012, toen Spekman zijn belofte deed om niet-leden mee te laten stemmen, is er veel veranderd. Spekman weet inmiddels hoe gemakkelijk en snel via sociale media en met behulp van podia als GeenStijl kan worden opgeroepen om van die mogelijkheid gebruik te maken. Er zullen niet-leden gaan stemmen die er slechts op uit zijn om de pvda in wanorde achter te laten en wie het helemaal niet te doen is om een linksere koers of een goed verkiezingsresultaat. Kijk naar het Oekraïne-referendum. Het openbreken van de partij voor niet-leden lijkt daardoor eerder een zelfmoordpoging.

Niet alleen Monasch, maar ook de andere kandidaten, tot nu toe dus Samsom en Asscher, zullen daarom in groten getale mensen moeten zien over te halen om hun stem uit te brengen. Een coup is immers zo gepleegd. De kandidatuur van Monasch zal er in ieder geval voor zorgen dat deze twee scherp moeten debatteren. Beiden zijn echter nauw betrokken én verantwoordelijk voor het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren. Waren ze slechts met z’n tweeën de ring in gegaan, dan hadden ze elkaar met fluwelen handschoenen kunnen aanpakken. Nu niet meer.

In Den Haag wordt al honend gepraat over de pvda die – mocht Samsom de interne verkiezingen verliezen – al weer met een nieuwe lijsttrekker komt: in 2007 was het Wouter Bos, in 2010 Job Cohen, in 2012 Diederik Samsom en dan zou het nu weer een ander zijn. ‘Natuurlijk doen personen ertoe in de politiek’, zei Asscher in 2005 als kersverse lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam tegen De Groene. ‘Het gaat er toch om aan wie de kiezer zijn stem toevertrouwt.’ Dat vertrouwen in de persoon is bij de pvda echter steeds van korte duur. Dat roept de vraag op of het uiteindelijk niet schort aan vertrouwen in de partij zelf. Door steeds van poppetje te wisselen is dat dieper liggende probleem mogelijk aan het zicht onttrokken.

Ondertussen wordt Asschers kandidatuur, niet alleen door Monasch, gezien als een één-tweetje met de partijleiding. Dan was er tenminste een tegenkandidaat voor Samsom. Een interne verkiezingsstrijd geeft immers reuring en media-aandacht. Maar wie denkt dat Asscher zich daarom kandidaat stelde, vergist zich in hem. In datzelfde interview uit 2005 bleek al hoe ambitieus Asscher is: ‘In elke fase van mijn nog korte politieke loopbaan zijn er mensen die tegen me zeggen: niet doen, Lodewijk, wacht nou even, jouw tijd komt nog wel. Maar het leven is te kort om te gaan zitten wachten. Ik ben veel te ongeduldig om langzaam naar het topje van de politieke apenheul te klimmen.’ Het vice-premierschap is nog niet het topje.

Het openbreken van de stembusgang kan in het voordeel van Asscher zijn. Hij ligt tot nu toe minder goed bij de pvda-leden dan Samsom. Mocht hij slagen, dan moet hij Monasch bedanken. Moet de pvda dit openbreken wel eerst overleven.