Stien den Hollander alla S10 in Carre, Amsterdam, 17 december 2021 © Paul Bergen / ANP

Ergens in 2006 sprak platenbaas Kees de Koning met rapper MC Melodee. Zij vertelde hem informeel over haar plan om binnenkort haar debuutalbum uit te brengen – waarop hij snel schakelde en een EP van rapper Nina in de steigers zette. Althans, zo herinnerde Melodee zich het achteraf toen ik haar eens interviewde. ‘Nina’s debuut verscheen iets voor het mijne en kon worden gepusht als de eerste Nederlandse female MC’, zei ze. ‘Daarmee heeft ze toen heel veel media-aandacht gekregen.’

Het opmerkelijke aan dit citaat zit ’m niet zozeer in de strategische zet van De Koning: er schuilt vast waarheid in Melodee’s verhaal en dat is niet zo opzienbarend, op redacties wordt nu eenmaal gezocht naar een ‘haakje’, labelbazen en managers zoeken een unique selling point en venten dat uit.

Wat wel opvalt: hoe vermeldenswaardig uniek dat destijds nog was, een vrouwelijke rapper. En vooral: hoe uniek dat al die jaren is gebleven. Nina’s debuut De lastigste verscheen begin 2007. Brainpower had toen zijn grootste hits al gescoord; Extince begon al te behoren tot een lichting oudere rappers; De Jeugd van Tegenwoordig was al ruimschoots doorgebroken (met debuutplaat Parels voor de zwijnen, waarvan de cover het drietal toont terwijl ze veevoer voeren aan drie schaars geklede vrouwen. Toen kon dat nog afgedaan worden als guitige ironie, nu zou hierover minstens een boze hashtag trending Twitter-topic worden. Je verdiepen in hiphopgeschiedenis is automatisch óók afdalen in een poel van verkapt en minder verkapt seksisme).

Stuk voor stuk waren dit artiesten die de vrijheid van hiphop, de bewegingsruimte waarop dit jeugdige genre in die jaren patent had, voluit benutten. Maar een rappende vrouw? Dat was in 2007 nog altijd een anomalie.

In zeker opzicht is er dus weinig veranderd: de Nederlandse hiphop wordt nog steeds gedomineerd door een mannelijk, door-en-door masculien geluid. MC Melodee bracht vanaf 2007 regelmatig nieuw Engelstalig werk uit, maar haar publiek is altijd select gebleven, en haar impact beperkt. Na De lastigste werd van Nina helemaal weinig meer vernomen. Ze deed mee aan enkele televisieprogramma’s, trad op bij Joop van den Ende’s 65ste verjaardag – beide waarschijnlijk het gevolg van redactie-overleggen waarbij was opgemerkt: ‘Er ontbreekt een vrouw, hoe heette die rappende vrouw ook al weer?’ Nieuwe muziek van Nina verscheen nooit meer. Het zou nog jaren duren voordat De Konings label Top Notch, zeker rond 2007 de bakermat van Nederlandse rap, überhaupt weer werk van een vrouwelijke hiphopartiest op de markt bracht.

S10 (Stien den Hollander) was zes toen Nina’s debuut verscheen. Ze groeide op in Hoorn en had een fijne jeugd, zo verklaarde ze zelf meermaals, al was haar puberteit uitermate onstuimig. Vanaf de brugklas hoorde ze stemmen in haar hoofd. Ze belandde in een manische depressie, werd wekenlang opgenomen door de ggz, leed aan psychoses – en die thema’s kleuren haar vroegste muziek.

Al op zestienjarige leeftijd debuteerde S10 met Antipsychotica (2016): een krachtige, experimentele EP die ze eigenhandig op haar slaapkamer maakte en die online zijn weg vond, waarna ze werd opgepikt door platenlabel Noah’s Ark. Dat valt te begrijpen, want het is haast onmogelijk om Antipsychotica onberoerd te beluisteren. Zonder terughoudendheid maar gelukkig ook zonder zelfmedelijden omschrijft ze gedetailleerd haar mentale strubbelingen. ‘Stop me in een isoleercel, maak me nog meer sick/ Want later steek ik heel die fucking kliniek in de fik’, rapt ze op Psychoses. ‘Psychoses, diagnoses, overdoses/ Ik heb jouw advies niet meer nodig.’

Op Positief, meer spoken word dan rap, memoreert S10 dat ze als veertienjarige na een zelfmoordpoging daadwerkelijk in een isoleercel wordt opgesloten: ‘Een ruimte waar ze een gek in stoppen. (…) En je moet een isoleerjurk aan. Een jurk, ja, want als in je eigen kleding komt, dan denken ze dat je een gevaar voor jezelf bent.’

Ook mannelijke rappers zijn soms heel persoonlijk, maar daar hangt wel een air van stoerheid omheen

Er zijn veel meer van zulke citaten te geven uit S10’s vroegste werk, openhartig op het onbehaaglijke af, vaak behendig en rechttoe, rechtaan geformuleerd. Maar aan songteksten uitschrijven kleeft altijd iets onvolledigs: cruciale elementen als de muzikale begeleiding en de stem vallen dan immers weg. En in het geval van Antipsychotica dragen die volop bij aan de indringende sfeer. Op die debuut-EP kon je aan S10’s heldere, bedrukte stem horen dat haar depressie nog amper uit haar lichaam was verdwenen. De nummers waren zonder uitzondering intens en onopgesmukt. In een hiphopwereld die overheerst werd door tamelijk platte stereotypen was het een verademing: eindelijk iemand die zich afzijdig houdt van de opschepperij die de norm is onder veel rappers; iemand die hiphop weer eens gebruikt voor de meest persoonlijke tegenslag.

Hoewel S10’s eerste nummers van nog geen decennium terug stammen, valt haar loopbaan al in meerdere periodes onder te verdelen. Kort samengevat: ze heeft de beklemmende duisternis van haar oudste werk per nieuw project verder van zich afgeschud. Er is geleidelijk meer lichtheid in haar muziek gekomen, meer ruimte voor variatie – qua stemgebruik, qua zang, qua onderwerpen, qua begeleiding. De somberte ligt nog altijd op de loer, wordt zelfs regelmatig benoemd, maar toch: de buitenwereld heeft duidelijk meer tinten gekregen dan alleen donkergrijs en zwart. Het oeuvre van S10 is een verslag van iemand die steeds weerbaarder wordt.

Hoewel haar muziek daarmee het domein van de hiphop enigszins heeft verlaten en meer richting het radiovriendelijke levenslied gaat, klinkt S10 nog altijd nergens formulematig. Of voorspelbaar. Want ze put uit diezelfde bron als jaren terug in haar slaapkamerstudiootje: haar persoonlijke leven. Verwacht bij S10 geen bespiegelingen op milieuproblemen of oorlogsdreiging, maar teksten over wat vanbinnen bij haar woedt en anders verborgen blijft. In zekere zin markeert haar uitverkiezing voor het Songfestival 2022 S10’s muzikale ontwikkeling. Nooit eerder had ze zo’n groot publiek, en het al uitgebrachte Eurovisie-nummer De diepte klinkt vergeleken met haar vroegste werk tamelijk gelikt: toegankelijk refreintje, catchy baspartijen, geen gerapte coupletten maar uitsluitend zang. Tegelijkertijd had de tekst zo op Antipsychotica kunnen staan: ‘Ben je wel eens bang dat het altijd zo blijft?/ Want het regent alle dagen en ik zie geen hand voor ogen.’

Nu al is het een van de best beluisterde nummers uit haar oeuvre. Dat komt natuurlijk deels door die gladde productie en de Eurovisie-context. Je kunt er ook een zekere ironie in ontwaren: hoe minder S10 rapt, hoe breder ze wordt geaccepteerd. Maar ook los daarvan raken we steeds meer gewend aan S10’s geluid. Aan haar in hiphop gewortelde houding, aan vrouwen uit de hiphophoek, aan S10’s openhartigheid. Of zoals ze zelf zingrapt op haar nieuwste single Zonder gezicht: ‘Als ik aan je kan wennen, zou ik van je kunnen houden.’

Zonder gezicht is overigens de eerste samenwerking tussen S10 en zangeres Froukje – en vermoedelijk niet de laatste. Hoewel de twee los van elkaar begonnen met muziek maken – Froukje Veenstra werd in 2001 geboren en groeide op in Nieuwkoop, Zuid-Holland – klinkt er in hun werk eenzelfde vrijheid door. Froukje is pas een paar jaar professioneel bezig en behoort nu al tot het beste uit de Nederlandse muziekwereld. Tijdens de corona-epidemie overtuigde ze met haar speelse, onderkoeld eerlijke nummers over de haar omringende leegte: ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen, ik weet niet wat ik moet doen/ Het enige dat ik weet, we gaan niet meer terug naar toen (…) Ik weet niet meer wie ik was voor het allemaal begon/ Ik weet ook niet wat ik nu ben behalve jong.’

Froukje zingt, ze rapt niet. Toch voelen haar nummers verwant aan de beste hiphop: door de levendige producties, door haar oprechte ongeremdheid. Haar muziek verschijnt bij platenlabel Top Notch – inderdaad, net als Nina’s De lastigste. Op zichzelf onthult dat niet zo veel, al jaren beperkt Top Notch zich niet meer tot populaire rapmuziek, maar het onderstreept wel dat er iets verschuift in de muziekwereld. Want in één adem met S10 en Froukje kun je ook bijvoorbeeld artiesten als Bente (ook Top Notch) en Linde Schöne (ook Noah’s Ark) noemen. Uiteraard, er zijn talloze onderlinge verschillen aan te wijzen, in achtergrond, in stijl; het voelt al snel geforceerd om te wijzen op grotere groepen of generationele verbanden, want waarom die niet en die wel, en toch: er is beslist iets veranderd. De Nederlandse hiphop is weliswaar nog steeds een masculien bastion, maar vrouwelijke artiesten maken nu veel van de boeiendste muziek. Nummers die vrijer klinken dan wat veel mannelijke evenknieën doen. Nummers waarin niet meer zo voelbaar wordt vastgehouden aan traditie, waarin op alle vlakken iets gebeurt. Vanzelfsprekend zijn ook mannelijke rappers soms heel persoonlijk in hun werk, maar daar hangt steevast wel een air van stoerheid omheen. S10 en Froukje doorbreken dat, met onverbloemde, kwetsbare eerlijkheid – welbeschouwd bewegen ze zich, al dan niet bewust, op het snijvlak van het therapeutisch discours en het diversiteitsdebat.

In hiphopkringen wordt de afgelopen jaren veel gesproken over de mannelijke dominantie. Riza Tisserand, radiopresentator van FunX, gaf in 2016 een veel gehoorde verklaring voor het structureel uitblijven van vrouwelijk rapsucces. ‘Of je moet jezelf als artiest seksualiseren, dat vinden de mannen interessanter, óf je moet verschrikkelijk mannelijk overkomen, maar dan verlies je je mannelijke aanhang.’

Dit is een reactie die vaak opduikt, ook bij verstokte hiphoppuristen die werk van S10 of Froukje horen: zij maken geen échte hiphop, te veel zang, te weinig straatverhalen. Maar daar zit ’m juist het interessante: wie luistert naar een artiest als Nina hoort een vrouw die zich expliciet probeert te schikken naar de hiphop om haar heen. Haar De lastigste is stoer, hard, bombastisch – en daarmee compleet inwisselbaar; ze kon wel gemarket worden als de eerste vrouwelijke rapper, maar ze was vooral een van de velen. Ook het werk van MC Melodee lag in het verlengde van al bestaande hiphop, en in de loop der jaren hebben veel artiesten – ook mannen natuurlijk – zich vooral geschikt naar het al bestaande muzikale speelveld.

De grote verdienste van S10, Froukje en verwante artiesten: zij onttrekken zich daaraan. Ze maken muziek over wat hen werkelijk bezighoudt, nu, op dit moment, in deze wereld. Dit is wat de anderen – vrouwen én mannen – straks willen nadoen.