Zorgen voor morgen_ opent met een manager die de uitdrukking ‘met de handen in het haar zitten’ beeldend gestalte geeft. Dan volgt het logo van Tegenlicht. Waarna we een minister in de Kamer letterlijk ineen zien zijgen. ‘Welkom in de wereld die corona heet’, zou ik naar goed Tegenlicht-gebruik willen zeggen. De manager was Rob van der Kolk, die de leiding kreeg van het in vliegende haast opgerichte Landelijk Consortium Hulpmiddelen dat moest zien het schreeuwend tekort aan beschermende maskers, jassen, handschoenen te lijf te gaan. De minister was, als bekend, Bruno Bruins. Hij bezweek (niet onbegrijpelijk) zoals het hele stelsel dreigde te bezwijken.
Toch is de aflevering geen terugblik op de eerste golf, maar vooruitblik op mogelijke (wenselijke) ontwikkelingen in de gezondheidszorg in bredere zin, mede aan de hand van problemen en geïmproviseerde oplossingen tijdens die eerste periode. Die lch was het antwoord op een pijnlijk gevolg van marktwerking in de zorg: die heeft verschillende partijen tot concurrenten gemaakt, wat bestrijding van een levensgrote crisis sterk bemoeilijkt. Nu sloegen overheid, ziekenhuizen, inkopers en industrie (de verzekeraars zaten niet aan tafel!) de handen ineen in een situatie waarin schaarste, woekerprijzen, fraude regel waren. Calamiteiten brengen immers het beste en slechtste in mensen naar boven – wat algemene uitspraken over de menselijke aard een heikele kwestie maakt.
Die samenwerking is blijkens de documentaire een van de handvatten voor betere zorg. Van der Kolk is voorstander: een vliegtuig charteren kun je niet als ziekenhuisje, samen wel; een magazijn in China huren: dito. Gezamenlijk inkopen, maar ook data en röntgenbeelden uitwisselen, is beduidend handiger en voordeliger. Kampioen van samenwerking is Marcel Levi, (voor ons helaas) overgestapt van amc naar een koepel van Londense ziekenhuizen. Het type deskundige dat je je voor elk maatschappelijk terrein zou wensen door grote kennis van zaken en betrokkenheid bij de materie van macroniveau tot aan (in zijn geval) individuele patiënt (die dus ook geen cliënt heet) en om wie alles daarboven zou moeten draaien. Met bovendien de gave complexe zaken helder over te brengen. Waarbij gezegd moet dat ook bijdragen van socioloog Evelien Tonkens, internist Suzanne Geerlings en ziekenhuisdirecteur Lya Levert-Brand zeer helder zijn inzake foute prikkels in het systeem, continue bezuinigingen, systematisch wantrouwen met enorme administratielast als gevolg, waarbij vaak ook nog het onmeetbare wordt gemeten.
Wantrouwen achtervolgt niet alleen sociaal zwakken bij toeslagen en belasting, maar ook vaak hoogopgeleid medisch personeel, al zijn die op een andere manier slachtoffer. Binnen twee jaar verlaat veertig procent van beginnende verpleegkundigen het beroep.
Gepleit wordt voor terugdringing van verzekeraars door met lumpsum en regionale verantwoordelijkheid te werken. Voor het slechten van schotten tussen medische en zelfs sociale disciplines. Bomvolle aflevering waarin twee transferverpleegkundigen, Chantal van der Wel en Angelique van der Drift, mijn hart stalen. Omdat ze in hun taakopvatting en warmte sprekend leken op juffen Jolanda en Astrid uit Klassen.
Alexander Oey, Sarah van der Lely (regie), Zorgen voor morgen, VPRO Tegenlicht, zondag 14 februari, NPO 2, 22.05 uur
Alexander Oey, Sarah van der Lely (regie), Zorgen voor morgen, VPROTegenlicht, zondag 14 februari, NPO 2, 22.05 uur