Hassan, Yasmin en moeder Raghdaa in het azc in Heemserveen. Moeder moest accuut met de ambulance naar het ziekenhuis toen ze hoorde dat ze Denemarken uitmoesten

Zeven jaar geleden vlucht de dan twaalfjarige Hassan Alselkeh samen met zijn moeder en drie zussen vanuit Syrië naar Denemarken. Zijn vader heeft een jaar eerder halsoverkop zijn geboortestad Damascus om politieke redenen verlaten. Nadat hij in Denemarken een verblijfsvergunning heeft gekregen, volgen eind 2015 zijn vrouw en kinderen. In Kopenhagen bouwen ze een nieuw leven op. Zijn vader vindt werk in een supermarkt, zijn moeder in een restaurant. Hassan gaat naar de middelbare school. Ze kopen nieuwe meubels en proberen zich weer ‘thuis’ te voelen.

‘Ik en mijn drie zusters spreken vloeiend Deens, we hebben veel Deense vrienden’, vertelt de nu negentienjarige Hassan. Hij zit op een krukje in de kleine woon- en slaapkamer in het azc in Heemserveen. Zijn moeder maakt ondertussen Syrische koffie in het keukentje ernaast. ‘Ik volgde de kappersopleiding en was bezig met mijn toekomst.’

In 2019 neemt de Deense regering een voor het gezin dramatisch besluit. De Deense Vluchtelingenraad bepaalt dat de omstandigheden in Damascus niet meer zo ernstig zijn. Denemarken trekt daarom, als enige Europees land, vanaf dat moment de verblijfsvergunningen van Syrische oorlogsvluchtelingen uit Damascus en omliggende gebieden in.

Ook die van het gezin Alselkeh wordt eind dat jaar niet meer verlengd; hun geboortestad Damascus is volgens de Deense regering veilig. Ze moeten terug.

Hun situatie is niet uniek. Volgens Trouw en onderzoekscollectief Lighthouse Reports vluchtten sinds 2019 meer dan vierhonderd Syrische vluchtelingen in Denemarken naar Nederland, België, Duitsland en Zweden. Terugkeer van Syrische vluchtelingen was volgens de regering echter altijd deel van het Deense plan. ‘Wij hebben Syrische vluchtelingen vanaf het begin duidelijk gemaakt dat de verblijfsvergunningen tijdelijk waren en dat ze ingetrokken konden worden zodra de situatie in hun thuisland zou zijn verbeterd en bescherming niet langer nodig was’, zegt op 24 april 2021 de toenmalige minister van Immigratie Mattias Tesfaye tegen het Deense dagblad Berlinkse.

In Denemarken wonen ongeveer 35.000 Syrische vluchtelingen. Eind 2019 werd de status van ruim zevenhonderd Syrische vluchtelingen met een humanitaire status niet verlengd – Denemarken maakt onderscheid tussen vergunningen aan mensen die ‘gewoon’ voor een oorlog vluchten, zij krijgen een humanitaire status, en mensen die om politieke redenen worden vervolgd, die een politieke status krijgen.

Een arbitrair onderscheid. De vader van Hassan was gevlucht omdat hij in dienst moest, een politieke reden, maar hij had desondanks geen politieke status gekregen. Als hij teruggaat, weet hij zeker dat hij problemen krijgt met het regime van president Bashar al-Assad.

Binnen Denemarken is er veel kritiek op het terugkeerbesluit. Ook juridisch is er veel op aan te merken. Zo werd 71 procent van de vluchtelingen van wie in 2022 de verblijfsstatus werd ingetrokken, na protest bij de ‘Klachtenrechtbank voor vluchtelingen’ in het gelijk gesteld, aldus Rahima Abdullah, voorzitter van The Danish Refugee Youth Council. ‘Dat maakt de willekeur duidelijk van de Deense immigratiedienst’, zegt ze telefonisch.

Met de Refugee Council organiseert ze nu demonstraties tegen het intrekken van de vergunningen, en ze regelt voor vluchtelingen interviews met Deense media. ‘Door deze interviews, waarin ze kritiek leveren op het Assad-regime, is er een kans dat hun verblijfsvergunning alsnog wordt verlengd’, zegt Abdullah. ‘Het is helaas de enige manier om hen te helpen.’

‘Na zes jaar stortte onze wereld weer in’, zegt Hassan Alselkeh in het azc in Heemserveen. Zijn moeder Raghdaa Alberouti (46) is naast hem gaan zitten, zijn kleine zusje Yasmin (5) hangt verveeld tussen ze in. ‘Toen ik de beschikking hoorde, viel ik flauw’, zegt Alberouti. ‘Ik werd met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht.’ Ze moesten zich binnen dertig dagen melden bij een gesloten vertrekcentrum.

Ook op de situatie in dat vertrekcentrum is veel kritiek. ‘Mensen zitten er feitelijk in een gevangenis’, zegt Rahima Abdullah. Het Deense Rode Kruis wees in een rapport op de situatie van de kinderen, van wie ruim tachtig procent het risico loopt om langdurige psychische aandoeningen te ontwikkelen. ‘De Deense regering maakt bewust de omstandigheden in deze kampen erbarmelijk zodat mensen indirect gedwongen worden om vrijwillig naar Syrië terug te gaan’, zegt Abdullah. Daarnaast zetten de Deense autoriteiten in op vrijwillige terugkeer. Iedere terugkeerder kan een financiële steun krijgen van ongeveer 23.000 euro. Niet meer dan 140 vluchtelingen maakten daar gebruik van. ‘De meesten verkiezen de vrijheid en de veiligheid boven het geld’, aldus Abdullah.

‘Wij kozen ervoor het land te verlaten’, zegt Hassans moeder Alberouti. Ze pakten een tas met wat kleren en vluchtten illegaal naar Nederland. Sindsdien zitten ze in een driekamerwoning in het azc in Heemserveen, dat ze delen met een ander gezin. De oudste zus zit met haar Iraakse man en kind elders in een azc. De vader bleef eerst nog in Kopenhagen om beroep bij het Hooggerechtshof aan te tekenen, maar in juni vorig jaar werd ook dat afgewezen. Hij zegde de huur van hun huis op, deed alle spullen weg en vluchtte eveneens naar Nederland. ‘Ons huis in Syrië is vernietigd nadat er een raket op viel’, zegt Alberouti. ‘Nu is ons huis in Kopenhagen ook weg. Wij hebben twee huizen vol spullen verloren.’

In Nederland werd hun asielaanvraag in eerste instantie niet in behandeling genomen omdat volgens de Dublin-regeling Denemarken verantwoordelijk is. ‘Na acht maanden vertrok mijn man naar Duitsland om het daar te proberen’, zegt Alberouti. Onlangs kreeg hij ook daar een afwijzing. Maar in Nederland is de beschikking van de ind ondertussen vernietigd door een uitspraak van de Raad van State.

‘De ind moet binnenkort opnieuw beslissen wat ze gaan doen’, zegt I.N. Schalken, de advocaat van het gezin, telefonisch vanuit haar kantoor in Apeldoorn. Volgens Schalken zijn er twee mogelijkheden. Als de ind hun asielaanvraag nu wél in behandeling neemt, krijgen ze hoogstwaarschijnlijk een verblijfsvergunning, want eind mei 2022 classificeerde het ministerie van Buitenlandse Zaken heel Syrië nog als onveilig. Als hun aanvraag weer niet in behandeling wordt genomen, dan moet de staatssecretaris dat goed beargumenteren. ‘De ind moet nader onderzoek doen naar het beschermingsbeleid in Denemarken en goed motiveren dat Denemarken hen niet zal uitzetten naar Syrië.’

‘Syrië is niet veilig ’, zeg t ook Abdullah, voorzitter van de Deense Refugee Council. ‘Er is weliswaar geen oorlog meer in dit gebied, maar het regime vermoordt wel nog steeds tegenstanders, in de hoofdstad Damascus ontvoeren criminele bendes mensen voor losgeld, ruim tachtig procent van de burgers leeft onder de armoedegrens, er is nauwelijks toegang tot gezondheidszorg.’

Bovendien, zo benadrukken deskundigen, worden in Syrië terugkeerders beschouwd als staatsvijand, alleen al omdat ze naar het buitenland zijn gevlucht. Dat blijkt ook uit het onderzoek You’re Going to Your Death van Amnesty International naar teruggekeerde Syrische vluchtelingen uit Europa en buurlanden van Syrië. Terugkeerders worden door de Syrische veiligheidsdienst gearresteerd, verkracht en gemarteld, sommigen verdwijnen zonder een spoor achter te laten. Volgens Amnesty International is geen enkel deel van Syrië veilig.

In een gebouw in hetzelfde azc, tegenover dat van de familie Alselkeh, wacht ook Najah Bachit op een uitspraak van de ind. Ruim zeven jaar geleden verliet Bachit, een gescheiden vrouw van 56, samen met haar drie kinderen haar huis in Jouber, een wijk in Damascus waar zwaar werd gevochten tussen het Syrische regime en de rebellen, en vroeg asiel aan in Denemarken. Haar zoon en een van haar twee dochters kregen een politieke status, zij en haar andere dochter een humanitaire. ‘Omdat we niet konden bewijzen dat we politiek vluchteling waren’, zegt Najah Bachit, die op haar eenpersoonsbed in een kleine kamer in het azc zit. Pal ertegenover staat het bed van haar volwassen dochter. ‘Maar in Syrië werkt het anders. Als je zoon of je broers politieke activisten zijn, dan wordt de hele familie bestraft door het regime.’

Haar broer, oom van moederszijde en vier neefjes zijn gemarteld en vermoord tijdens de revolutie. Haar huis is ook meerdere keren gebombardeerd door het regime. Bachit weet het zeker: als ze in de handen van het Assad-regime valt, wordt ze onmiddellijk geëxecuteerd.

Bachit drong destijds niet aan op een politieke status. Ze begreep het verschil niet en het maakte hen niet uit. Ze waren immers veilig. Ze woonde in huis bij haar zoon en dochter, niet ver van de stad Odenssa. ‘Ik had een eigen inkomen, een groot huis vol spullen, lieve vrienden en buren die hun best hadden gedaan ons te helpen met de taal en integratie.’ Haar dochter had zich net aangemeld voor een verpleegkunde-opleiding toen hun verblijfsvergunning werd ingetrokken. Ze moesten zich melden bij het gesloten vertrekcentrum. Ook zij besloten te vluchten.

In Nederland werd hun asielaanvraag net als die van de familie Alselkeh niet in behandeling genomen. Ze maakten bezwaar en sinds vorig jaar wachten ze op een beslissing. ‘Ik zit hier in deze kamer en weet niet wat ons te wachten staat. Krijgen wij een verblijfsvergunning? Moeten we het land uit? Waarheen dan? Allemaal vragen die ik niet kan beantwoorden.’

Ook het gezin Alselkeh wacht in spanning. Hassans moeder Raghdaa Alberouti hoopt dat haar kinderen hier een verblijfsvergunning krijgen. Haar vijfjarige dochter Yasmin, die in Denemarken is geboren, weigert nog Deens te spreken. ‘Omdat ze ons huis hebben ingenomen en ons eruit hebben gegooid’, zegt Alberouti. Het meisje leert nu Nederlands. Ze kan al tellen. Iedereen in het gezin kampt ondertussen met psychologische problemen. De moeder en haar twee dochters zijn depressief, ze lijden aan slapeloosheid en gaan regelmatig naar een psycholoog. ‘Mijn dochter van zeventien is volledig ingestort: vermoeid, haar lange haar begint uit te vallen, ze heeft angstaanvallen en neemt alleen maar antidepressiva’, zegt Alberouti. ‘Hassan is elf kilo afgevallen. Yasmin wordt in de nacht huilend wakker.’

Hassan voelt vooral boosheid, maar hij houdt zijn gevoel binnen: ‘Ik probeer er niet over na te denken, ik ben de enige die niet naar een psycholoog gaat en dat wil ik ook niet.’ Hij gaat regelmatig naar de gym om te boksen en zijn negatieve gedachten te stoppen. Al zijn vrienden zijn Deens, hij heeft nog veel contact met hen. Een jaar geleden kwamen zijn beste vrienden naar Amsterdam om hem te zien. ‘Ze willen mij helpen, ze liepen mee in demonstraties tegen het Deense migratiebeleid, maar ze kunnen uiteindelijk geen invloed uitoefenen op de immigratiedienst.’