Nederland heeft recentelijk last van ongekende oprispingen van maatschappelijk opportunisme. Eigenlijk begon het al vorig jaar. De vakbonden en werkgevers hebben elkaar klemgezet in de loopgraven van de polder rond het ontslagrecht. Agnes Jongerius haalde onlangs hard uit naar Wouter Bos. Ze verweet Balkenende IV een werkgeverskabinet te zijn en de vakbeweging te negeren. De vakbond geeft thans een categorisch ‘njet’ op ieder voorstel ter versoepeling van het ontslagrecht. De werkgevers weigeren op hun beurt kwetsbare werknemers in dienst te nemen zonder omvangrijke subsidies, gefinancierd door de belastingbetaler. Het gevolg van deze patstelling is dat de verstarde arbeidsmarkt niet flexibeler wordt en de outsiders in de kou blijven staan.
Daarna volgden de bestuursvoorzitters van ING, Shell Nederland, Akzo Nobel, Philips en Unilever. Zij begonnen op hoge poten te zeiken dat het vestigingsklimaat in gevaar zou komen door de verhoging van het eigen woningforfait voor huizen van meer dan één miljoen euro en de aftopping van de pensioenpremieaftrek voor inkomens boven de 185.000 euro. Die laatste maatregel is al van de baan en ingeruild voor maatregelen om de topinkomens aan te pakken. Maar verslechtering van het vestigingsklimaat? Het is je reinste quatsch. De crème de la crème van het bedrijfsleven werpt zich op als ordinaire belangenbehartiger van de superrijken. De hoge netto fiscale subsidies op de pensioenen en huizen zijn economisch schadelijk; ze drijven de belastingdruk op en vernietigen daarmee werkgelegenheid en inkomen. Ze zetten mensen bovendien aan om vroeg met pensioen te gaan. Ook niet onbelangrijk is dat het netto profijt van beide regelingen schaamteloos onrechtvaardig is verdeeld.
De leraren zijn het niet eens met de plannen van Plasterk. Die doet zijn uiterste best om meer dan een miljard bij elkaar te sprokkelen ter verhoging van hun salarissen. Een tiende daarvan komt uit het beperken van de zogenoemde ‘bapo’: leraren boven de 52 jaar hoeven minder uren te werken voor hetzelfde geld. Het is terecht dat meer loon naar werk wordt betaald, zeker met het oog op de enorme lerarentekorten die gaan ontstaan. Toch was het land te klein. ‘Sigaren uit eigen doos’, werd er geroepen. Leraren bereiden zich nu voor op protestacties als Plasterk eind deze maand geen uitsluitsel over zijn plannen kan geven. De afgelopen weken zagen we daarnaast de politiebonden in ongekend militante vorm. Hoe terecht hun streven naar een hogere beloning ook is, de CAO-onderhandelingen ontaardden in overvragen. Geen voorstel dat minister Ter Horst voorlegde was goed genoeg: meer dan tien procent structurele loonsverhoging in drie jaar tijd plus een incidentele loonsverhoging van achttienhonderd euro in 2008 en 2009. Dat is 350 miljoen structureel en 220 miljoen incidenteel. Alles werd afgewezen. Er dreigt nu haasje over naar andere sectoren. Ook de werknemers in de gezondheidszorg bereiden zich voor op harde acties als de overheid niet met meer geld over de brug komt.
Vakbonden, werkgeversorganisaties en de top van het bedrijfsleven, ze gaan allemaal zonder gêne tekeer om hun deelbelangen te behartigen. De dieperliggende oorzaak is de zwakte van Balkenende IV. Waarderingscijfers voor de regering bereiken historische dieptepunten. De PvdA wordt verteerd door de angst dat de SP de linkervleugel leeg eet en het cda wil geen kiezers op de rechterflank verliezen. De SP zet de hakken in het zand tegen iedere aantasting van verworven sociale rechten. De vvd attaqueert met een dom rechts discours: handen af van de auto, weg met de bureaucratie, verlaag de belastingen en leg het bedrijfsleven geen strobreed in de weg. cda en PvdA weten door de aanhoudende dreiging op de flanken geen eenheid te smeden en treden niet eensgezind en daadkrachtig op. Het door opportunisme bevangen maatschappelijke middenveld maakt vervolgens dankbaar misbruik van het ontstane machtsvacuüm.
Het is borderline politiek die doet denken aan de laatste jaren van Paars. Toen toverde Pim Fortuyn op raadselachtige wijze de euforie over Paars om in ‘puinhopen van Paars’, terwijl Nederland net de langste periode van hoogconjunctuur in decennia achter de rug had. Ook dit jaar bereikt de economie de top van de hoogconjunctuur: 3,5 procent groei, dalende werkloosheid en recordaantallen vacatures. Desondanks zwelt de maatschappelijke onvrede gestaag aan. Het kan verkeren.