
Een release van Flying Lotus is altijd fijn nieuws, al is het maar omdat je nooit precies weet wat er volgt. Sinds de producer (Los Angeles, 1983) in 2006 zijn debuutplaat uitbracht, is hij bezig aan een gevarieerd oeuvre: grotendeels instrumentaal, met hier en daar een zingende of rappende gastartiest om de zorgvuldig opgebouwde soundscapes abrupt te doorbreken. De muziek van Flying Lotus is een combinatie tussen hiphop en electronic, soms schurkt het tegen idm (intelligent dance music) of jazz aan, dan weer tegen dance of soul. De vaste ingrediënten: een hoog tempo, veel synthesizerbliepjes en ratelende drumcomputers, en vooral veel experimenten.
Flamagra, zijn zesde album, is een goede doorsnede van zijn muzikale reikwijdte, met als cruciale toevoeging: nergens voelt dit aan als een eenvoudige herhaling van zetten. Wat vooral opvalt is dat Lotus minder vanuit een concept lijkt te hebben gewerkt dan bij veel eerder werk. Waar bijvoorbeeld zijn prachtplaat Los Angeles (2008) een ode was aan zijn geboortestad, een geraffineerde poging om de sfeer van die metropool te ‘vangen’ met flarden techno, soul, rap, bass, is Flamagra veel speelser en springeriger.
Maar liefst 26 nummers zijn het en Flying Lotus neemt ons mee van het ene uiterste naar het andere. Flamagra is tegelijk dromerig en bijna jennerig uptempo, het ene moment verwarrend, dan weer zeldzaam fragmentarisch. Er dienen zich te midden van funky flarden onvervalste hiphopnummers aan (een uitzondering bij Flying Lotus) waarbij Denzel Curry en Anderson .Paak over soulvolle beats laten zien hoe behendig ze kunnen rappen. Funklegende George Clinton komt vervolgens langs voor een stuiterende funkbijdrage, waarna plotseling een surrealistisch, zo te horen telefonisch ingesproken gedicht van regisseur David Lynch volgt, dat weer overloopt in een vrij hard beuknummer – zo gaat het steeds door, ruim een uur lang. Ontspannen is er niet bij, of het moet op het einde zijn, als Lotus zich plots bedient van een bijzonder kalme, bijna hallucinante ambient-sound, een ware finale van het geheel, alsof alle muzikale oprispingen en genres vanzelf in deze donkere, onbestemde tonen uitmonden.
Rimpelloos is Flamagra niet, daarvoor voelen sommige nummers te veel aan als flarden, als probeersels die misschien wel zorgvuldig uitgewerkt zijn, maar toch een beetje verzuipen tussen al die andere geluiden. Daar kun je kritisch op zijn, dit album verliest hier en daar enige spanning. Je kunt ook denken: Flying Lotus is nu al bijna vijftien jaar een artiest die daadwerkelijk probeert en durft en geen genoegen neemt met formules waarvan de werking al is bewezen.
Luisteren naar muziek betekent toch altijd: je overgeven aan de wereld van iemand anders. Soms is die wereld voorspelbaar, zeker in de hedendaagse hitlijsten draait veel om herkenning en herhaling. Op andere momenten, zoals Flamagra, is de wereld die muziek oproept juist grillig en ongewis en houdt daardoor vanzelf de aandacht vast. Flying Lotus is een artiest die we alleen al hierom moeten koesteren.
Flying Lotus, Flamagra (Warp)