
Vanachter zijn met boeken bezaaide bureau en bescheiden keukentafel richt Kemal Kılıçdaroğlu zich deze verkiezingscampagne tot het volk. In voor de sociale media gemaakte video’s spreekt hij onder meer over de torenhoge inflatie, vluchtelingen en identiteitsvraagstukken. Hij schuwt taboe-onderwerpen niet. In de meest bekeken en besproken video brengt hij zijn eigen identiteit ter sprake. ‘Ik ben aleviet’, zegt Kılıçdaroğlu op de hem kenmerkende zachte toon. ‘Ik ben een oprechte moslim die met het geloof in God, profeet Mohammed en Ali is opgegroeid.’ De coming out was opmerkelijk. Niet eerder kwam een prominente politicus zo openlijk uit voor zijn alevitische geloof.
Kemal Kılıçdaroğlu werd geboren in 1948 en groeide op in het dorp Ballıca in de oostelijke provincie Tunceli, de geturkificeerde naam van de provincie Dersim, waar het Turkse leger in 1937 en 1938 massale moordcampagnes uitvoerde op de alevitisch-Koerdische inwoners. Tienduizenden van hen werden vergast in grotten en gebombardeerd vanuit de lucht, omdat ze in opstand kwamen tegen de turkificatiepolitiek van de staat. Duizenden anderen werden verjaagd van hun geboortegrond. De partij onder wier verantwoordelijkheid de moordpartijen plaatsvonden was de Republikeinse Volkspartij (chp). Nu, meer dan tachtig jaar later, is de 74-jarige Kılıçdaroğlu de leider van dezelfde partij en presidentskandidaat namens een coalitie van zes partijen die een einde kan maken aan het bewind van president Recep Tayyip Erdoğan.
Het is een onwaarschijnlijke carrière voor de man die als middelste van zeven kinderen opgroeide in een arm gezin en ervan droomde om dokter te worden. Kılıçdaroğlu was een vlijtige leerling die als enige van zijn gezin ging studeren. In zijn werkzame leven maakte hij carrière als ambtenaar voor het ministerie van Financiën en was hij tweemaal directeur van de Turkse tegenhanger van de Sociale Verzekeringsbank. Pas na zijn pensioen, eind jaren negentig, ging hij de politiek in. Nadat hij een rapport had opgesteld over het bestrijden van corruptie in de publieke sector, trok hij de aandacht van de toenmalige chp-leider Deniz Baykal, die hem bij de partij vroeg. In 2002, het jaar waarin Erdoğan en de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (akp) hun eerste verkiezingen wonnen, werd hij gekozen als parlementslid.
Kılıçdaroğlu bouwde al snel een reputatie op als parlementariër die streed tegen corruptie in het openbaar bestuur. Twee hooggeplaatste akp-politici moesten opstappen als gevolg van zijn onderzoeken naar omkoping en illegale, zakelijke activiteiten. ‘Hij haalt zijn kracht uit het feit dat hij niet achter het geld aangaat, hij lijkt zelfbeheerst en zonder zwakte’, schreef de destijds prominente columnist Ahmet Hakan in 2008. ‘Als Kemal Kılıçdaroğlu spreekt, kan Erdoğan zijn woede niet beheersen, dan wordt hij gek.’
In 2010 werd Kılıçdaroğlu plotseling partijleider, toen Baykal moest opstappen nadat een buitenechtelijke affaire van hem naar buiten was gekomen. Ondanks zijn onfeilbare reputatie slaagde Kılıçdaroğlu er niet in kiezers buiten het traditionele chp-electoraat te mobiliseren. Bij verkiezingen legde hij het met zijn partij keer op keer af tegen de akp van Erdoğan. Sommige analisten weten het gebrek aan stootkracht bij de stembus aan de afwezigheid bij Kılıçdaroğlu van de strongman-energie waarover Erdoğan wel beschikt. Anderen menen dat hij charisma ontbeert of het politieke spel onvoldoende beheerst.
Iedereen heeft een mening over hem, zeker nu hij in de strijd is voor het hoogste ambt. In de internationale media wordt vooral zijn zachtaardige voorkomen – de ‘Turkse Gandhi’ – uitgelicht. Over zichzelf zegt hij dat hij nooit zijn stem verheft en zijn vrouw, Selvi Kılıçdaroğlu, klaagt naar verluidt dat ze niet echt ruzie met hem kan maken. Sceptici vragen zich af of hij werkelijk de man is die Turkije uit het politieke en economische drijfzand kan trekken waar het land na meer dan twintig jaar onder het bewind van Erdoğan en de akp in is beland.
Hij mag dan niet schreeuwen, tijdens de ‘Rechtvaardigheidsmars’ in 2017, toen hij in de brandende hitte 280 kilometer van Ankara naar Istanbul liep om tegen een veroordeling van zijn collega-parlementslid Enis Berberoğlu te demonstreren, toonde hij aan dat hij verschillende facties kon verenigen om tegen onrecht en voor democratie te strijden. Hij schuwde het gebruik van partijsymbolen en legde de door hem geïnitieerde mars af met een simpel kartonnen bord op een stokje waarop ‘Adalet’ (Rechtvaardigheid) geschreven stond. Dat was een boodschap waar velen zich achter konden scharen.

Zijn gereserveerde voorkomen en talent voor het geduldig opbouwen van consensus hebben ongetwijfeld geholpen om de zes verenigde oppositiepartijen te overtuigen hem als hun gemeenschappelijke presidentskandidaat te kiezen. Die alliantie bestaat naast de chp uit een afsplitsing van extreem-rechtse ultra-nationalisten, de IYI Parti (Goede Partij), twee centrum-rechtse partijen geleid door de voormalige akp-zwaargewichten Ali Babacan en Ahmet Davutoğlu, en nog een kleine centrum-rechtse partij, de Democratische Partij. Het zesde lid is de religieus-nationalistische Gelukzaligheidspartij, die in 2001 werd opgericht nadat een andere islamitische partij was verboden. Ondanks zeer uiteenlopende politieke overtuigingen zijn alle leden van de coalitie verenigd in hun wens om Erdoğan weg te stemmen.
‘We gaan dit eenmansregime bij de stembus afschaffen, op een democratische manier die een voorbeeld zal zijn voor de hele wereld. We gaan dit samen doen’, zei Kılıçdaroğlu vorig jaar tijdens een toespraak in het parlement. Naast een nadruk op herstel van beschadigde internationale betrekkingen en de in zwaar weer verkerende economie, is zijn campagne vooral gericht op rechtvaardigheid en nationale eendracht. Rechten van minderheden en vrouwen en het oplossen van maatschappelijke conflicten staan centraal in zijn campagne. ‘Turkije heeft vrede nodig’, zei hij onlangs tijdens een televisie-interview. ‘We zijn moe van al het vechten. Vrede is wat ik de kiezers beloof.’
Het zijn echo’s van de gemeenteraadsverkiezingen in 2019, toen Kılıçdaroğlu’s partijgenoten Ekrem Imamoğlu en Mansur Yavaş de strijd om het burgemeesterschap in Istanbul en Ankara wonnen van akp-kandidaten. In Istanbul moesten de kiezers zelfs twee keer naar de stembus, nadat Erdoğan de uitslag bij de kiescommissie had betwist. Bij de herverkiezing was de winstmarge van Imamoğlu alleen maar vergroot. Kılıçdaroğlu heeft goed naar de campagne van met name Imamoğlu gekeken. De inmiddels voor het beledigen van de kiescommissie veroordeelde burgemeester van Istanbul won de verkiezingen met een positieve boodschap van liefde en verbroedering.
Kılıçdaroğlu presenteert zich nu als de kandidaat die een einde zal maken aan de giftige polarisatie en het agressieve populisme waar Turkije onder Erdoğan zo aan gewend is geraakt. In de video over zijn alevitische wortels richt hij zich tot de ruim vijf miljoen jongeren die bij de presidents- en parlementsverkiezingen voor het eerst mogen stemmen. ‘Onze identiteiten maken ons wie we zijn, die moeten we met trots beschermen. We kunnen ze niet kiezen, we zijn ermee geboren en groeien ermee op. Maar er zijn belangrijke zaken in het leven die we wel kunnen kiezen: een goed, eerlijk mens zijn. (…) We kunnen ervoor kiezen om in een vrijer en rijker land te leven.’ Kılıçdaroğlu wil het hebben over ‘gemeenschappelijke dromen’, in plaats van de ‘bijtende sektarische strijd’ in het land.
Het is geen alledaagse boodschap. Alevitisme, een mystieke stroming binnen de islam met in Turkije tussen de tien en twintig miljoen volgelingen, wordt door staatsinstituties geregeld in diskrediet gebracht en door met name de soennitische meerderheid met argusogen bekeken. De drie minuten durende video werd tientallen miljoenen keren bekeken en bejubeld door commentatoren. Jonge twitterende alevieten toonden zich trots, emotioneel en hoopvol. ‘Een historische dag!’ schreef Filiz Aslan, een ondernemer uit Antakya. Zij zag de openheid als een stap om de krachten die haar gemeenschap klein willen houden de wind uit de zeilen te nemen. ‘De jagers zijn hun wapens kwijt. Het is tijd om elkaar steviger vast te houden. Alles wat ze van ons hebben afgenomen gaan we terugpakken.’
Journalist Ali Duran Topuz, die zijn alevitische afkomst met Kılıçdaroğlu deelt, noemde de video niet alleen een ‘politiek protest’, maar ook een ‘laatste stap in de alevitische strijd om erkenning’. Topuz’ ouders drukten hem als kind op het hart om niet in het openbaar over zijn geloof te praten. ‘Tijdens de ramadan werd ik bij de maaltijd voor het ochtendgebed gevraagd om op te staan en de lichten aan te doen’, vertelt de hoofdredacteur van nieuwsplatform Artı Gerçek op zijn zender. Alevieten hebben eigen vastenrituelen buiten de ramadan om. ‘Het is slechts een voorbeeld, maar dit staat symbool voor verhalen van miljoenen alevieten’, aldus Topuz. Ze verborgen hun identiteit, uit angst voor discriminatie en, vaak gewelddadige, vervolging.
Ook Erdoğan en zijn akp doen regelmatig een beroep op de anti-alevitische sentimenten onder de bevolking. Toen zijn partij net aan de macht was en staatsinstituties nog stevig in seculiere handen waren, suggereerde Erdoğan geregeld dat alevieten de rechterlijke macht bemanden en daar voor zijn partij vijandige, politiek gemotiveerde beslissingen namen.
Het mag tegen deze achtergrond niet verbazen dat Kılıçdaroğlu’s kandidatuur al voor hij naar voren was geschoven in twijfel werd getrokken met het argument dat soennieten nooit in groten getale voor een alevitische presidentskandidaat zouden stemmen. Dat Kılıçdaroğlu in een campagne, waarin zo veel op het spel staat, zo’n video publiceerde heeft volgens Topuz alles te maken met het feit dat jongeren dit soort zaken ‘op een heel andere manier bekijken’. ‘Zij zeggen: ik ben aleviet, so what?’ Volgens Topuz spreekt Kılıçdaroğlu met zijn video vertrouwen uit in de jonge generatie en is het een uitnodiging voor nieuwe, meer open sociale verhoudingen in de toekomst.
Kemal Kılıçdaroğlu noemt de akp en president Recep Tayyip Erdoğan in de video niet bij naam en schetst de behandeling van alevieten als een breder probleem in de samenleving. Maar waar hij wel aan appelleert zijn de grote maatschappelijke tegenstellingen die onder het autoritaire bewind van Erdoğan en onder invloed van de economische malaise in het land op scherp zijn komen te staan.
Erdoğans reactie liet niet lang op zich wachten. ‘Wie heeft jou gevraagd of je aleviet bent of niet?’ riep de president zijn tegenstrever toe tijdens een campagnebijeenkomst. ‘Belijd je alevitisme, je hoeft er niet over te vertellen.’ Bij eerdere verkiezingen wierp Erdoğan Kılıçdaroğlu meermaals op badinerende wijze zijn alevitisch geloof voor de voeten. Keer op keer joelden de massa’s in reactie.
Ook na Kılıçdaroğlu’s pogingen om de maatschappelijke tegenstellingen te boven te komen kon hij rekenen op aanvallen van Erdoğan en zijn bondgenoten in politiek en media. Na gesprekken van Kılıçdaroğlu met de co-voorzitters van de pro-Koerdische Democratische Partij van de Volkeren (hdp), Pervin Buldan en Mithat Sancar, en een gemeenschappelijke persconferentie, werden de lastercampagnes aan zijn adres intensiever. Erdoğan sprak tijdens zijn campagne over zijn tegenstrever als ‘separatist’, ‘aanhanger van terreur’ en ‘door de pkk gesteunde kandidaat’.
Kılıçdaroğlu week niet af van zijn lijn. In een campagnevideo bekritiseerde hij de anti-Koerdische propaganda als goedkoop opportunisme. ‘Miljoenen Koerden worden behandeld als terroristen. Waarom? Om een paar stemmen. Ze kennen werkelijk geen schaamte’, zei hij. ‘Maar vergeet niet dat het lot Turken en Koerden tot broeders heeft gemaakt. Het lot heeft ons samengebracht (…) en verteld dat we broeders zijn.’ Politiek analisten stelden dat het belangrijk was dat Kılıçdaroğlu de Koerden direct aansprak, omdat hij daarmee toonde dat hij de beperkte marges van het debat wilde oprekken.
Critici vinden dat Kılıçdaroğlu zich te terughoudend en vaag positioneert ten opzichte van de Koerden. ‘Het spreken over broederschap op zichzelf is betekenisloos’, zei politicoloog Cuma Çiçek op de website van Artı Gerçek. ‘Wat we nodig hebben als het gaat om identiteitskwesties, is een politiek van rechtvaardigheid.’
En toch, na de gezamenlijke persconferentie bij de hdp veroordeelde Kılıçdaroğlu de door de regering per decreet benoemde bewindvoerders in Koerdische steden, evenals het Koerdische taalverbod in het parlement, dat hij ‘hypocriet’ noemde. Een symbolisch zwaarwegende uitspraak voor een politicus aan het hoofd van de partij die de ideologie van onderdrukking en ontkenning van de Koerdische minderheid in het land vertegenwoordigde.
Het electoraat van de hdp, de op twee na grootste partij in het Turkse parlement, is cruciaal bij de presidentsverkiezingen. In de vorige twee parlementsverkiezingen behaalde de partij meer dan elf procent van de stemmen. Om een absolute meerderheid af te dwingen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen is de Koerdische stem onontbeerlijk. Als geen van de kandidaten de absolute meerderheid behaalt, volgt twee weken later een tweede ronde tussen Erdoğan en Kılıçdaroğlu.
Koerden zijn lange tijd sceptisch geweest over Kılıçdaroğlu en in het overwegend Koerdische zuidoosten van het land haalde zijn partij zelden meer dan vijf procent van de stemmen. De gebrekkige populariteit is niet zonder reden. De chp-leider steunde in het verleden een wetswijziging over het afnemen van immuniteit voor parlementariërs, die de weg vrijmaakte voor de vervolging van hdp-politici, waaronder de voormalige co-voorzitter van de partij, Selahattin Demirtaş. Kılıçdaroğlu is tegen gesprekken met de gevangen pkk-leider Abdullah Öcalan, omdat hij hem niet als legitieme onderhandelaar voor vredesbesprekingen ziet. De chp steunde bovendien de inzet van het Turkse leger tegen Koerden in Syrië en Irak.

Kemal Kılıçdaroğlu slaagde er de afgelopen jaren in om de chp geleidelijk te transformeren van een streng kemalistische, etnisch-nationalistische partij naar een meer inclusieve politieke organisatie. Hij bezocht het zuidoosten van het land veelvuldig, wees op het belang van culturele rechten voor Koerden en riep op tot de vrijlating van Demirtaş, die na een politiek proces al zesenhalf jaar vastzit. In de aanloop naar de verkiezingen staat Kılıçdaroğlu voor een precaire klus: hij moet Koerdische kiezers voor zich winnen zonder de Turkse nationalisten tegen zich in het harnas te jagen. Dat is niet eenvoudig. Onder trouwe akp-stemmers zijn veel kiezers ervan overtuigd dat Kılıçdaroğlu een kandidaat is die wordt aangestuurd en betaald door de pkk.
Hoewel het verkiezingsprogramma van het oppositieblok de Koerdische kwestie onbenoemd laat, heeft Kılıçdaroğlu gezegd zich sterk te maken voor een democratische oplossing van het gewelddadige conflict tussen de pkk en de Turkse staat, waarin sinds 1984 45.000 mensen omkwamen. Politicoloog Cuma Çiçek merkte op dat Kılıçdaroğlu niet zei hoe zo’n oplossing eruit moet komen te zien: ‘Kılıçdaroğlu’s woorden wijzen ons de deur, maar ze geven niet aan wat erachter zit.’
Afgelopen week betuigde Demirtaş vanuit de gevangenis zijn steun aan Kılıçdaroğlu als zijn presidentskandidaat. De gevangen politicus twitterde dat hij geloofde dat Kılıçdaroğlu ‘de polarisatie zal beëindigen’ en ‘welvaart en vrede naar Turkije zal brengen’. Hoewel een duidelijke routekaart voor de oplossing van het Koerdische vraagstuk ontbreekt, zijn er tal van campagnethema’s waarop hij met de progressieve hdp goed zou kunnen samenwerken, van het herstel van het disfunctionele rechtssysteem tot het terugdringen van het geweld tegen vrouwen.
Vrouwenrechten staan cent raal in Kılıçdaroğlu’s verkiezingscampagne, en misschien speelt een persoonlijke geschiedenis daarbij een rol. In een interview in 2010 met dagblad Hürriyet vertelde hij dat het hem nog altijd droevig stemde dat zijn jongere zus Fikriye na de basisschool was gestopt met het volgen van onderwijs. Daar hadden hij en zijn broers, beïnvloed door de toenmalige tijdgeest, een stem in gehad. ‘Verder leren na de basisschool is niet nodig’, zeiden ze toen. Later, toen de samenleving was veranderd, ging Kılıçdaroğlu daar anders tegenaan kijken en dacht hij: had ze maar kunnen studeren. Met gepaste trots vertelt hij in hetzelfde interview dat zijn eigen dochters zijn afgestudeerd aan de universiteit.
Sinds Fikriye Kılıçdaroğlu de basisschool verliet is in Turkije voor jonge vrouwen een hoop ten goede veranderd, maar in de afgelopen jaren ging het juist rap achteruit. ‘Overal waar we komen, benaderen vrouwen ons met vragen over de verkiezingen. Ze zijn ongelooflijk bezorgd’, zei Kılıçdaroğlu in een andere video vanuit zijn appartement in Ankara. ‘En het maakt niet uit of deze vrouwen een hoofddoek dragen of niet, of ze alleenstaand zijn of getrouwd, of dat het moeders zijn. Ze delen allemaal dezelfde zorgen’, vervolgde hij. ‘Ze begrijpen niet hoe basale vrouwenrechten bij deze verkiezingen ter discussie gesteld kunnen worden.’
Kılıçdaroğlu refereert aan de alliantie die de akp voor de verkiezingen vormde met de islamitische Opnieuw Welvaartspartij (yrp), die het schrappen van wet 6284 over de bescherming van het gezin en preventie van geweld tegen vrouwen als voorwaarde stelde voor de steun aan Erdoğan als presidentskandidaat.
Dat is slechts een van de vele onderwerpen waar vrouwen in Turkije zich zorgen over moeten maken, zegt Canan Güllü, voorzitster van de federatie van Turkse vrouwenorganisaties. ‘De afgelopen tien jaar heeft de akp het vrouwen steeds moeilijker gemaakt. Ze hebben een de facto abortusban ingevoerd. Ze hebben moefti’s toegestaan burgerlijke huwelijken te sluiten. Seksueel misbruik is sterk toegenomen. En nu zijn ze een coalitie aangegaan met radicale vrouwenhaters die een Taliban-achtig regime willen.’
In 2021 trok Recep Tayyip Erdoğan Turkije met één handtekening terug uit de Istanbul Conventie, een belangrijk internationaal verdrag ter bestrijding van geweld tegen vrouwen. ‘Slachtoffers die aangifte willen doen van huiselijk geweld worden door de politie teruggestuurd vanwege de terugtrekking uit dat verdrag’, legt Güllü uit. ‘Als gevolg daarvan zijn vrouwen te bang om geweld te melden en daders zien zich juist aangemoedigd in hun gedrag.’
Als onderdeel van een tienpuntenplan beloofde Kılıçdaroğlu in de vrouwenvideo dat Turkije, als hij verkozen wordt, binnen zes maanden de Istanbul Conventie opnieuw zal ratificeren. Verder voorziet het plan in de oprichting van speciale, door vrouwen geleide eenheden binnen de politie om gendergerelateerd geweld te bestrijden, het opnemen van onbetaald huishoudelijk werk in het socialezekerheidsstelsel, op vrouwen gerichte gezondheidsprogramma’s en het voorkomen van zwangerschapsdiscriminatie.
‘Dat is niet genoeg’, zegt Gülsüm Kav, arts en medeoprichter van de ngo We Zullen Femicides Stoppen, een grassroots-organisatie die strijdt tegen gendergerelateerd geweld en de straffeloosheid van daders. ‘Om verandering teweeg te brengen en een einde te maken aan alle discriminatie op grond van geslacht, is een meer systematische aanpak nodig’, aldus Kav. Hij doelt op een nieuwe grondwet die niemand uitsluit op basis van genderidentiteit, zo valt op de website van de ngo te lezen, of een ministerie dat gelijke rechten voor vrouwen als prioriteit heeft.
In zijn tijd als chp-leider maakte Kılıçdaroğlu zich sterk voor een toename van vrouwelijke parlementsleden en zette hij zich in om gendergerelateerd geweld terug te dringen. Toch beschuldigen vrouwenrechtenactivisten hem en zijn partij ervan dat hij zich niet sterk genoeg tegen misogyn regeringsbeleid en aanvallen op lhbtqi+-groepen heeft uitgesproken. Als Kılıçdaroğlu wint ‘moeten we worden uitgenodigd om bij gesprekken over hervormingen betrokken te worden’, vindt Kav, die teleurgesteld is dat ngo’s als de hare niet al bij de huidige verkiezingscampagne betrokken zijn.
In het afgelopen decennium zijn vrouwenrechtengroepen, net als de meeste andere initiatieven uit de civil society, steeds verder buitenspel gezet door de akp-regering. Tal van mensenrechtenorganisaties werden gesloten, met name na de mislukte staatsgreep in 2016. Andere, zoals de ngo van Kav, worden op arbitraire basis vervolgd. Kav hoopt dat dit onder een mogelijke regering onder leiding van Kılıçdaroğlu zal veranderen. ‘Zelfs als hij zijn beloften aan vrouwen niet waarmaakt, zullen we in ieder geval in staat zijn om voor onze rechten op te komen, zonder de angst vervolgd te worden’, verwacht ze. ‘En dat zullen we doen.’
Kılıçdaroğlu beloofde dat jonge, conservatieve vrouwen niet bang hoeven te zijn dat hun onder de akp verworven rechten teruggedraaid zullen worden. Dat is een belangrijke belofte, want die angst leeft sterk onder de akp-achterban en wordt geregeld opgestookt. Bij de chp slaagde Kılıçdaroğlu er de afgelopen twaalf jaar in de partij open te stellen voor het religieus-conservatieve deel van de bevolking, wat hem bij tijd en wijle onenigheid met de kemalistische hardliners in de partij opleverde. Afgelopen jaar betuigde hij zijn steun aan het recht voor vrouwen om een hoofddoek te dragen in gebouwen van staatsinstituties. Hij brak daarmee met een aloud, discriminatoir standpunt van de partij, dat de akp in verkiezingscampagnes maar al te graag gebruikte om de chp als antireligieus af te schilderen.
De CHP heeft ook een intolerante kant als het om vluchtelingen en migranten gaat. Op dit thema bedient Kılıçdaroğlu zich van een gevaarlijke, populistische retoriek. Hij bezweert alle Syriërs (3,6 miljoen) binnen twee jaar terug te sturen naar hun land, de Turkse grensbewaking te versterken en alle Afghanen (meer dan driehonderdduizend) terug te sturen naar Iran. Turkse grenzen, zei Kılıçdaroğlu afgelopen maand op een persconferentie aan de grens met Syrië, zullen niet langer een ‘herberg langs de kant van de weg’ zijn. ‘Niemand zal Turkije zomaar binnen kunnen walsen als hij dat wil.’
Kılıçdaroğlu stelt dat Syriërs uit vrije wil en binnen de grenzen van het Turkse en internationale recht kunnen terugkeren en dat ‘Syriërs gelukkiger zullen zijn in hun eigen land’. Veel van de Syriërs die met een tijdelijke beschermingsstatus in Turkije een nieuw leven hebben opgebouwd, of Syriërs die in hun eigen land in onveiligheid leven, zullen het daarmee oneens zijn.
In Turkije verblijven volgens de Verenigde Naties zo’n 3,9 miljoen vluchtelingen. Begüm Başdaş, onderzoeker van het Centre for Fundamental Rights van de Hertie School in Berlijn, zegt dat Turkije zich vanwege dit grote aantal voor serieuze infrastructurele en administratieve problemen gesteld ziet, onder meer op het gebied van onderwijs, in de gezondheidszorg en bij het regelen van overplaatsing naar derde landen. ‘Eigenlijk zou dit wereldwijd een gesprek moeten zijn, het kan niet zo zijn dat Turkije dit alleen moet doen. Maar de internationale gemeenschap is hier steeds minder in geïnteresseerd’, zegt Başdaş.
De chp pleit al veel langer voor het terugsturen van Syriërs, wat de afgelopen jaren, net als in andere landen, in Turkije in weerwil van het non-refoulementbeginsel al gebeurde. Kemal Kılıçdaroğlu heeft tijdens zijn campagne gebruikgemaakt van de door economische malaise en opportunistische politiek toegenomen xenofobe sentimenten. Hij droeg de gestegen kosten van huisvesting en levensonderhoud en de gevolgen van klimaatverandering aan als redenen voor een strenger migratiebeleid. Iedere toekomstige vluchtelingendeal met de EU, vertelde hij aan internationale media, zal ‘Turkije op de eerste plaats’ zetten.
Dat Kılıçdaroğlu zulke opruiende taal gebruikt, terwijl hij op vrijwel elk ander beleidsterrein verzoenende woorden spreekt, noemen mensenrechtenverdedigers teleurstellend. ‘Zulke teksten legitimeren discriminatie, haatzaaiende uitlatingen en aanvallen op vluchtelingen en migranten, die de laatste jaren steeds vaker voorkomen in Turkije’, aldus Başdaş.
De oppositiealliantie stelde een aantal plannen op om het migratievraagstuk op te lossen. Zo willen de partijen dat de diplomatieke betrekkingen met het Syrië van Bashar al-Assad worden genormaliseerd en pleiten ze voor investeringen in de wederopbouw van Syrische steden met hulp van EU-fondsen en Turkse bedrijven. Het Assad-regime moet wel een ‘garantie’ afgeven dat terugkeerders ‘geen risico’ lopen.
Een realistisch plan over hoe met migratie om te gaan, dat niet blijft hangen in het veiligheidsframe en internationale politieke verwikkelingen, ontbreekt, zegt Başdaş. ‘Mijn grootste zorg is hoe een nieuwe regering een alomvattend migratiebeleid kan opzetten dat volledige toegang tot eerlijke en onafhankelijke asielprocedures bevat. Niet-Syrische vluchtelingen hebben vaak niet eens de mogelijkheid zich te registreren in Turkije, wat betekent dat ze geen aanspraak kunnen maken op bescherming en dat hun individuele zaken niet kunnen worden behandeld.’
De giftige mix van gebrekkig beleid en wijdverbreide vreemdelingenhaat maakt het praktisch onmogelijk voor vluchtelingen om naar de politie te gaan na aanvallen die hun steeds vaker ten deel vallen. Een van de belangrijkste punten van kritiek op de controversiële vluchtelingendeal tussen de EU en Turkije in 2016, waarbij de EU Turkije grote sommen geld toezegde in ruil voor het buiten de Europese deur houden van migranten en vluchtelingen, was dat Turkije in feite geen veilig land was voor vluchtelingen. Zeven jaar later is de situatie alleen maar verslechterd.
Net als de vrouwenrechtenactivisten stelt Başdaş dat belanghebbenden – vluchtelingen, maar ook ngo’s en migratie-experts – bij gesprekken moeten worden betrokken om tot een coherent beleid te komen. Ze hoopt dat een mogelijke regering onder leiding van Kılıçdaroğlu de noodzakelijke ruimte voor zo’n debat zal bieden. ‘We kunnen dit vraagstuk niet langer met kortzichtige ad hoc oplossingen benaderen’, aldus Başdaş, die hoopt dat met een nieuwe regering een dialoog over mensenrechten, ook die van vluchtelingen, nieuw leven kan worden ingeblazen.
Voor de tegenstanders van het Erdoğan-regime voelt het als nu of nooit. Makkelijk zal het, ondanks de staat van het land, echter niet zijn, alleen al vanwege de mediamacht van de akp. Leden van mediatoezichthouder rtük becijferden dat de campagnebijeenkomsten van Erdoğan op de staatstelevisie in april zestig keer zoveel zendtijd kregen als die van Kılıçdaroğlu: 32 uur versus 32 minuten.
Toch is Kılıçdaroğlu vol vertrouwen. ‘Dit wordt geen tweede ronde, na de eerste ronde is het beslist’, zei hij tegen de seculiere krant Sözcü. ‘Nu wordt het staatsapparaat nog bevolkt door partijbureaucraten. Maar als wij zijn aangetreden zullen we de omkopers en de functionarissen die het paleis dienen in plaats van de staat direct ontslaan.