
Hoe wonderlijk dat een kunstwerk je iets kan vertellen zonder dat je het door hebt, zoals een droom die je onderbewustzijn binnendringt en daar de kiem van een idee plant dat pas later, bij daglicht, naar voren komt – dit doet deze western van de Amerikaanse regisseur Kelly Reichardt, First Cow, waarin twee mannen begin negentiende eeuw proberen te overleven door een handeltje op te zetten in het bakken van lekkernijen gemaakt met de melk van een koe, de allereerste namelijk in de woeste streken van Oregon. Het verhaal is buitenissig, grappig zelfs. Maar onder de oppervlakte zitten ernst en mysterie, en een betekenis verstopt in regels van de Romantische dichter William Blake, die aan het begin op het scherm verschijnen: ‘The bird a nest, the spider a web, man friendship.’ De implicaties hiervan blijven op je inwerken, tijdens het kijken en láng na de laatste scène.
De stijl van Reichardt, die op het iffr de Robby Müller Award ontvangt voor haar gehele oeuvre, is mijmerend, beschouwend. In al haar films speelt landschap een belangrijke rol. Zelfs in Wendy and Lucy (2008), waarin een jonge, dakloze vrouw en haar hond in een troosteloos, modern stadje in Oregon ronddwalen, zijn de bossen naast een spoorlijn een constante aanwezigheid, een plaats van zowel verwondering als afschuw. Dat gebeurt ook in Meek’s Cutoff (2010), over een gezelschap kolonisten op ontdekkingstocht in de woestenij van de Oregon Trail. Deze films tonen aan hoe mensen twijfelend en onzeker in Reichardts landschapsbeelden verschijnen. Zoals in de poëzie van de Romantische dichters overheersen in haar werk melancholie en het gevoel dat de natuur behalve inspiratie ook verborgen betekenissen herbergt.
Dit ondervindt Figowitz, ‘Cookie’ (John Magaro), in First Cow aan den lijve. Als kok reist hij mee met ruwe mannen, pelsjagers met wie hij niets gemeen heeft. Cookie is geen frontiersman, maar een man die blij wordt van paddenstoelen zoeken in het bos. Daar heerst chaos. Het is er constant groen en nat, tot barstens toe gevuld met allerlei soorten begroeiing. Dan stuit hij ’s nachts op een naakte man die vanachter de struiken met wilde ogen naar hem staart: King-Lu (Orion Lee), een Chinese immigrant op de vlucht omdat hij een Rus heeft gedood.
Dit is Blake, die van de dichtregels aan het begin, ten voeten uit. Het tafereel met Cookie ’s nachts in het bos roept namelijk een beroemde Blake-ets op uit zijn Het huwelijk van hemel en hel (ca. 1790). Dit is het boek waarin ook de Spreuken van de hel staan, waarvan dat vers over het vogelnest, het spinnenweb en de mens er een is. Wat Cookie ziet, de naakte man, is een herschepping van Blake’s prent van de waanzinnige, naakte Babylonische koning Nebukadnezar, die tevergeefs probeerde Sadrach, Mesach en Abednego te verbranden, waarna hij gek werd en voor straf zeven jaar lang als een wild dier moest leven. Dit bedoel ik: First Cow lijkt zo simpel.
IFFR 2021
Het International Film Festival Rotterdam is van 1 tot 7 februari (en van 2 tot 6 juni). Op groene.nl geeft Gawie Keyser meer tips voor deze editie. Digitale kaartjes kunnen vanaf 21 januari worden besteld op iffr.com
Cookie en King-Lu slagen erin ongedeerd een fort te bereiken. Wát een fort. Overal modder. Rookpluimen kringelen de lucht in terwijl mensen in oude, vieze kleding vuurtjes stoken om eten te maken. Ze zijn er in alle kleuren van de regenboog: Europeanen, oorspronkelijke bewoners, Chinezen, Russen. De geschiedenis is hier nog niet begonnen, zoals King-Lu opmerkt, maar de leider, een Engelsman genaamd Chief Factor (de altijd fabuleuze Toby Jones), dwingt dat begin af door tenminste te zorgen voor een melkkoe. Met tranen in zijn ogen verlangt Chief Factor naar thee met scones en een clafoutis als nagerecht. Het fort is geen Londen, maar Chief Factor zal het tot Londen maken – door behalve de koe ook regels in te voeren die mens en gemeenschap controleren.
Reichardt zegt: dit is wat er gebeurt wanneer de witte mensen komen. Zoals in Robert Altmans McCabe & Mrs. Miller (1971), waarin prostituees arriveren op de plaats waar ruwe mannen de beschaving uit de grond stampen, groeit in First Cow op natuurlijke wijze het systeem van vraag en aanbod. Opeens is de markt er, vers en vrij. Voor een ondernemer is dit de hemel. Nou Cookie, zegt King-Lu, je bent kok. Aan de slag. Het businessplan: ’s nachts stelen ze melk van Chief Factors koe, overdag bakken ze oily cakes (inderdaad, oliebollen) en verkopen ze die op de markt bij het fort, waar de wilde pioniers nog wilder worden van de geur van gefrituurd deeg met honing. Slapend rijk worden Cookie en King-Lu, maar het probleem is natuurlijk dat de melkdiefstal tegen de regels is.
Zo schetst Reichardt een spanningsveld met tegenovergestelde krachten: regels, vrijheid; vraag, aanbod; en schepping (melk), verwoesting (diefstal). Dit roept Meek’s Cutoff op, specifiek het gesprek tussen de spoorzoeker Stephen Meek en een van de pioniersvrouwen onderweg op de Oregon Trail. Vrouwen, zegt Meek, zijn gecreëerd op basis van chaos, die van de schepping, van nieuwe dingen op de wereld brengen. Mannen daarentegen zijn een en al destructie. Mannen zuiveren, zegt Meek, ze ordenen, ze vernietigen.
In het licht hiervan is het niet verwonderlijk dat Reichardt ons aan het begin van First Cow naar de Romantische dichter Blake verwijst voor context (de versregel op het scherm). Daarom: Cookie en King-Lu kun je zien als de verteller, Blake, die in Het huwelijk van hemel en hel in de hel belandt waar hij een vrijheid ontdekt die in schril contrast staat tot de bijbelse verbeelding van het dogma van het geloof. Met zijn spreuken, naar het voorbeeld van het bijbelboek, speurt hij naar waarheid via extreme tegenstellingen. Die culmineren in zijn visie dat orde en chaos allebei bestaan, en dat ze niet zonder elkaar kunnen bestaan. (Het huwelijk is een bizar boek, volgens Wordsworth zonder enige twijfel het bewijs dat Blake niet goed bij z’n hoofd was, hoewel hij zei Blake veel liever te lezen dan de ‘verstandige’ Lord Byron of Walter Scott.) Misschien is het punt van het boek juist de gekmakende noodzaak van contradictie. De dichter in de hel: ‘Without Contraries is no progression. Attraction and Repulsion, Reason and Energy, Love and Hate, are necessary to Human existence.’)
Het fort, Chief Factor, de pelsjagers – überhaupt de aanwezigheid van witte mensen in de wildernis van Oregon in 1820, juist rond de tijd van Blake’s dood – allemaal vormen ze een grote tegenstrijdigheid. Reichardt schetst de prille, kille koloniale politiek en economie en introduceert die twee personages, de melkdieven Cookie en zijn vriend King-Lu. De Chinees zegt: ‘We moeten pakken wat we kunnen terwijl het nog kan.’ Het is bijna alsof ze handelen uit een diep geworteld, menselijk instinct: hun lotsbestemming. Dit verwoordt Stephen Meek in de wildernis in Meek’s Cutoff: ‘We vertolken allemaal onze rollen. Dit verhaal stond geschreven lang voordat wij hier kwamen.’

Ze zijn dieven, uit op zelfverrijking ten koste van anderen. Zo opereren ze binnen een systeem dat maar al te herkenbaar is. Het prachtige van First Cow zit in de wijze waarop Reichardt tergend langzaam het idee ontwikkelt dat haar film in werkelijkheid gaat over stelen als enige optie, inderdaad het lot van mensen binnen dat systeem. Tegelijkertijd maakt ze duidelijk dat een moraal waarin goed en kwaad rigoureus gescheiden zijn hopeloos onbruikbaar is. Er zijn belangrijkere waarden: gevoel, tederheid en de noodzaak van contact tussen mensen, als individuen, als een gemeenschap – hierin schuilt echte vrijheid. Om duidelijk te zijn: dit laat Reichardt geen seconde ‘zien’. Ze verstopt dit idee, en laat het toe vanzelf te groeien. Het is een soort magie, haar filmmaken, een wonder.
Ze beheerst de kunst van dat weglaten tot in de puntjes. Haar camera is afstandelijk, het beeld in het klassieke 4-bij-3-formaat. Via het langzame ritme van de montage geeft ze je de tijd om alles op je te laten inwerken, alsof je slaapt en droomt: het ritselende geluid van de wind, regendruppels op bladeren, de geur, haast, van mos groeiend op boombasten, een salamander hulpeloos op z’n rug die Cookie voorzichtig op zijn benen zet, en kijk, opeens: die grote ogen van de woeste man, een moordenaar op de vlucht.
Vanwege zijn misdaad willen we King-Lu, deze Nebukadnezar, meteen veroordelen. Maar dat is behalve ironisch – moord en diefstal zijn schering en inslag in het systeem – ook te makkelijk. Zie Blake: de tekst bij zijn prent over de naakte koning tijdens zijn straf luidt: ‘One law for the lion and ox is Oppression.’ Hier kun je alle kanten mee op, maar ik denk dat het beeld over bevrijding gaat: pas als wild dier in de natuur leert de schuldige koning wat het is om te leven als mens zonder de regels van een tiranniek systeem. Zo zitten ook Cookie en King-Lu vast, en al helemaal doordat ze later voortvluchtig zijn vanwege het stelen van de melk. Hoe ze hieraan ontkomen, is de tantaliserende kern van deze film.
Zonder dat we het beseffen, dringt het bijzondere aan de relatie tussen Cookie en King-Lu tot ons door. Ze wonen bij elkaar in een hutje in het bos in de buurt van het fort. Ze maken schoon, ze naaien, ze koken en bakken. Misschien hebben ze het zelf niet eens door, en kun je zeggen: liefde. Maar het gaat dieper dan dat. In het contact met elkaar, zelfs tijdens het stelen, als King-Lu een boom beklimt om op de uitkijk te zijn, zien we hoe ze voor elkaar zorgen, hoe ze ontdekken dat blijdschap en hoop en zoiets als simpelweg zachtaardigheid mogelijk zijn in de onvergeeflijke wereld. Deze dingen staan onder druk in het destructieve systeem van de witte mannen uit Europa. Waar zal de vrije mens dan zijn thuis vinden, zoals een vogel dat vindt in een nest en een spin in een web? Het antwoord wist je al die tijd.