
Popmuziek – Leon Verdonschot
Roosbeef - Paradiso, 18 februari, 20:00 uur
Ze is een van de meest unieke stemmen in de Nederlandse popmuziek. Letterlijk. En ook in bredere zin: als onnavolgbaar, ietwat stuntelig maar zeer innemend performer. En als als tekstschrijver, ergens aan de rafelranden van de kleinkunst. Wanneer André Manuel, wijlen Luc de Vos of wijlen Maarten van Roozendaal een bastaarddochter zou hebben, was zij het: Roosbeef. In Paradiso presenteert ze woensdag haar nieuwe, derde album. Het verschijnt op haar eigen label BERT – vernoemd naar haar hond. De titel: KALF.
Een indruk van Roosbeef live:
Jack White
Jack White is de man bij uitstek die duidelijk maakte dat rockbands ook uit twéé mensen kunnen bestaan en zo, zonder bas, nog steeds kunnen rocken. Hij is ook de man die met White Stripes de immer precaire relatie tussen styling en credibility sloot. Dat hij ook muzikaal totaal kan verrassen, door zichzelf te onttrekken aan de voor hem gangbare invloeden uit de rock en blues, blijkt uit zijn nieuwste nummer. Een cover van iemand die je niet snel zou verbinden aan White: Harry Connick Jr.
Toneel – Loek Zonneveld
Othello
In hoeveel tijd speelt Shakespeare’s Othello zich eigenlijk af? Vanaf het moment dat de hoofdfiguren in Cyprus arriveren (begin tweede bedrijf) kan dat op grond van de getoonde feiten nooit veel langer zijn dan anderhalve dag. Maar hoe kan Othello’s razende wantrouwen dan zo snel zijn gewekt, dat hij binnen één etmaal voor de eerste keer met zijn lief Desdemona vrijt én haar vermoordt? Shakespeare hanteert een dubbel tijdschema om het publiek op het verkeerde been te zetten, zeggen de beroepsverklaarders. Maar waarom? En waarom doet Jago wat hij doet? Als je Othello wilt spelen voor een publiek dat niet die uren de tijd heeft die het stuk bij min of meer integrale uitvoering nodig heeft, voor pubers bijvoorbeeld, dan moet je flink wat van die vragen onbeantwoord laten, dan moet je de context (Othello is een toneelstuk onder militairen) inperken tot een wat onbestemder macho-wereld, en aldus de kern van het verhaal herschikken. Dat is wat bewerker/regisseur en jeugdtheaterpionier Hans van den Boom (1951) heeft gedaan met een klas studenten van de Utrechtse toneelschool. Zij laten hún Othello zien binnen NTjong, de jeugdafdeling van het Haagse Nationale Toneel.
De gedeeltelijk nieuwe context die daarvoor is bedacht wordt gesitueerd op een ruig puberfeest. Waarin de onderlinge verhoudingen tussen Othello, bijgenaamd ‘de Antilliaan’, zijn liefje Desdemona (kortweg ‘Des’), zijn boezemvriend Cassio (bijgenaamd ‘de Kroaat’) en zijn rivaal Roderigo (kortweg Rudi), grondig worden herschikt door de duistere ‘tweede man’ van de ‘puber-gang’, Jago, die Othello haat vanuit al zijn vezels en botten. Jago verdraagt bovendien de aanblik van jong geluk niet. Hij misbruikt het feest waarmee de vertelling opent, om een serie valstrikken te zetten en enge kuilen te graven, waar iedereen vervolgens ruggelings inlazert. Van den Boom laat dat feest spelen op, onder en rondom een grote tafel die samenkomstplek en podium tegelijk is, prachtig belicht door Jan Harm Wagner. Drie vertelsters, performers in sterke showkostuums van Dorine van IJsseldijk, schuiven de centrale personages als het ware als pionnen op een horribel schaakbord heen en weer.

Wanneer het zaad van wantrouwen eenmaal is gezaaid, volgt vrij snel het kookpunt uit het origineel, derde bedrijf, derde scène, een van de ijzingwekkendste bedriegers-spookhuizen die ooit op een toneel is gearrangeerd: Jago lokt Othello stapsgewijs in de val van het (zelf)bedrog – een dramaturgische meesterproeve van maestro Shakespeare. De muziek van componist/musicus Marne Miesen, door hem en alle spelers uitgevoerd, ademt heftig mee: vijf, zes accordeons janken, zuchten en kreunen op de ritmes van het geniale besodemieteren. Daar ligt de grote kracht van het spel dat Hans van den Boom graag speelt: rauwe poëzie op heldere klanken. Het is zijn favoriete territorium, een gretig betreden grensgebied tussen de muzen, een poëtisch slagveld waarin taal en muziek elkaar naar grote hoogten vechten. Hier glorieert een toneelenergie die bonkt en stuwt en slagregent op de duistere ritmes van dit grandioze, nooit echt te temmen leerstuk over de werking van gewetenloosheid.
De uitvoerenden, een klas van in meerderheid derdejaars toneelstudenten, vormen een energieke spelerstroep van fysieke vertolkers met een sterke tekstbehandeling. ‘Op’ is hier met een furieuze kracht front zaal spelen, ‘af’ is een zwarte jas over je kop trekken. Ze hanteren de speelcodes alsof ze al jaren niks anders doen. Ik noem ze: Tessa Friedrich, Maxime Vandommele en Nina van Koppen (vertelsters), Yamill Jones (Othello), Olivier Klaarbergen (Jago), Liza Kollau (Desdemona), Joep Hendrikx (Roderigo), Dennie Lukkezen (Cassio), Birgit Welink (Emilia).
Sterke voorstelling. Nog vijf keer te zien!
Othello, 12 en 13 februari in het Akademietheater in Utrecht, 17 t/m 19 februari in Jeugdtheater de Krakeling in Amsterdam, www.nationaletoneel.nl/othello
Film – Gawie Keyser
A Most Violent Year
In de week van Vijftig tinten grijs scan ik lusteloos de filmladder om toch maar te gaan kijken waar de ophef over gaat, maar dan stuit ik op Ladies Night in het kwadraat (te zien vanaf 12 februari). Toch maar niet. In plaats daarvan ga ik naar Michiel de Ruyter (nu te zien) en word ik aangenaam verrast. In tegenstelling tot wat de voorfilms deden vermoeden, zijn de special effects behoorlijk goed, speelt Frank Lammers een fabuleuze hoofdrol en zijn Barry Atsma en Roeland Fernhout in de rollen van de broertjes De Witt heel goed. Alsnog een aanrader, deze door Roel Reine geregisseerde macho-geschiedenisles, hoewel een waarschuwing op zijn plaats is. Wie op dit moment Hilary Mantel aan het lezen is of de naar ik heb begrepen uitstekende televisieserie Wolf Hall op de BBC bekijkt, voelt zich een beetje bekocht bij het zien van Michiel de Ruyter. Want: zo briljant als bij Mantel kan het behandelen van de geschiedenis in de populaire verbeelding dus ook.

Door naar de grote tip van deze week: A Most Violent Year van J.C. Chandor. met in de hoofdrollen Jessica Chastain als Anna Morales en Oscar Isaac als Abel Morales. Hij is de eigenaar van een stookoliebedrijf dat begin jaren tachtig in New York verwikkeld is in een felle strijd om marktaandeel. De setting is er een van moreel en fysiek verval. De stad ziet eruit zoals die van William Friedkin in zijn film The French Connection (1971), en er is een achtervolgingsscène die herinnert aan een soortgelijke, beroemde sequentie in die laatste film: minutenlang rent Abel achter een man aan die even tevoren probeerde een vrachtauto met stookolie van zijn bedrijf te kapen, tussen verlaten fabrieksgebouwen door, over spoorlijnen heen, in duistere voetgangerstunnels, in en uit met graffiti bespoten metrowagons. De achtervolging symboliseert bij Abel handeling en daadkracht, wat ironisch is aangezien hij voor een groot deel van het verhaal machteloos blijkt te zijn om iets te kunnen doen aan zijn eigen neergang.
A Most Violent Year gaat over de vraag of er zoiets als moraliteit of zelfs menselijkheid mogelijk is voor iemand die in het hart van het kapitalistische systeem staat. Abel, dus. Hij weigert vieze spelletjes te spelen om zijn bedrijf te redden – tot afschuw van zijn echtgenote wier vader allerlei lijntjes met de maffia onderhield toen die nog aan de leiding van het bedrijf stond. Op het spel staat derhalve niet alleen de ziel van Abel, maar in de ogen van zijn vrouw ook zijn mannelijkheid. Een man moet koste wat het kost zorgen voor zijn gezin, wat betekent dat hij moet meegaan in het systeem waarin hij zich bevindt. Met deze film toont regisseur Chandor, die eerder Margin Call (2011) maakte over de recente financiële crisis op Wall Street, zich de nieuwe David Mamet. Net als Mamet in bijvoorbeeld Glengarry Glen Ross (1992) is Chandor een absolute meester in het schrijven van scènes die geen woord te veel bevatten. En dat máákt deze film.
Te zien vanaf 12 februari
Televisie – Walter van der Kooi
V&D & Misbruikte mannen
Ook een geschiedenisprogramma kan actualiteit nastreven. Andere tijden (NTR/VPRO) gooit het schema om en brengt dinsdag 17 februari ‘V&D: wankel warenhuis’. Over de crisis in 1991 toen het bedrijf zijn personeel ook vroeg loon in te leveren. Over de clash tussen gigant Anton Dreesmann en diens vriend en beoogd opvolger Arie van der Zwan, die veertienhonderd mensen wilde ontslaan. NPO 2, 21.20 uur.
Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria heet de wereldwijde congregatie van roomse geestelijken die in Nederland vooral basisscholen en ‘uitgebreid lager onderwijs’ (ULO) stichtte, deels in internaatverband. Daar zal menig katholiek jochie van geprofiteerd hebben. Maar onbevlekt bleven veel kinderen niet. Daarover nog altijd geen woord in het Wikipedia-lemma over deze ‘Broeders van Maastricht’. Wel bij de NTR komende woensdag een indringend verslag over de strijd om erkenning en genoegdoening van een groep middelbare en bejaarde mannen die slachtoffer werden van seksueel misbruik. Als documentaire niet uitzonderlijk, als document weldegelijk. Wie niet tegen huilende mannen kan moet vooral niet kijken en zich zo afschermen voor de verwoestende werking die misbruik van kinderen heeft. Zeker, dat is een overbekende notie, maar het wordt anders wanneer je met de beschadiging wordt geconfronteerd via levensgeschiedenissen, machteloosheid, woede en tranen van wie het overkwam. Dit is een groep die het gevecht is aangegaan met orde en kerk en lijden is hun drive.
Misschien zijn er andere slachtoffers die dit helemaal niet aan willen en hopelijk zijn er daaronder die door karakter of geschiedenis minder getekend zijn door dat lot. Maar walgelijk is en blijft het. En de walgelijkheden worden in detail verteld, van de geraffineerde methoden van sommige broeders om ‘kansrijke’ situaties te scheppen, tot de precieze handelingen die werden verricht. Het is schokkend, maar anderszins schokkend is de manier waarop bisschop Eijk tijdens een uitzending van Nieuwsuur volstrekt compassieloos erkende dat het niet altijd goed was gegaan. Menigeen uit de gefilmde mannengroep was hem het liefst te lijf gegaan. De latere schuldbekentenis van het huidige hoofd van de congregatie leidt juist tot applaus, huilbuien en opluchting.
Daarna gaat het over schadevergoeding. Bedragen tot honderdduizend worden aangeboden. Zelf dacht ik: ik zou geen cent van ze willen. Maar gezien de triomfantelijke reacties en redeneringen van schadeloosgestelden weet ik dat zo net nog niet – en die gaan geldzucht ver voorbij. Al zegt ook iemand woedend: vijftigduizend euro de prijs voor een verwoest leven?
Voor de meesten is het celibaat de grote boosdoener. En daarmee een kerk die vasthoudt aan ziekmakende regels. Zij zelf zijn nu ‘erkend’. Maar wat gebeurt er met kinderen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika? En nee, niet iedere geestelijke misbruikt. Maar ieder die het wel doet is er een te veel.
Doret van der Sloot, Misbruikte mannen, woensdag 18 februari, NPO 2, 23.00 uur.
Tip van de beeldredactie
Floris Tilanus raakte in de ban van de legende over de oude keizer Karel die verliefd wordt op een jong meisje en besloot er een prentenboek van te maken. Hij geeft het prachtige mythische verhaal een heel eigen aanstekelijke beeldtaal mee en een kleurgebruik dat zowel sprookjesachtig als lieflijk is.