Van dirigent Marc Minkowski en Les Musiciens du Louvre ben ik fan sinds een Zaterdagmatinee in 1997 met Händels Ariodante in topbezetting. Minkowski, een dansende beer, was toen 35 en zijn orkest gemiddeld achter in de twintig. De cd ervan een kostbaar bezit want ook Händel is op zijn best. Wat jaren later zag en hoorde ik ze weer, even briljant – de beer iets ouder, zijn orkestleden niet. Ik vergeleek in de programma’s de namen van de Louvre-muzikanten en stelde verbluft vast dat er niet eentje over was van die Ariodante. Wat behalve tot vragen leidde tot de vaststelling dat je dus op hoog niveau blikken jonge musici kunt opentrekken, in en buiten de oude muziek. En elke keer ontroering wanneer een nieuw, jong ensemble de sterren van de hemel speelt. Doordat hoog niveau al zo jong is bereikt. En omdat het aantoont dat er domeinen in het onderwijs zijn waar traditie, kennis, kunde, precisie en discipline niet worden weggeflikkerd, waardoor belangrijk cultuurgoed behouden blijft.
Zoals u ook kunt vaststellen met Jim de Groots meerdelige documentaire Matangi kwartet: Honderd jaar samen (Avro) – nog drie zondagmiddagen. Die honderd jaar is de som van de opgetelde leeftijden van de leden, wat voor een professioneel strijkkwartet miraculeus laag is. Daar gaat het De Groot, zelf muzikant in lichter genre en incidenteel met hen samenwerkend, dan ook vooral om. Door samenwerking en gegroeide vriendschap ontdekte hij dat «klassieke muziek» niet alleen voor en door ouwe lullen is. Het is een curieuze serie, waarin de vier gevolgd worden bij repetities en concerten, thuis en op reis, bij lol en bonje. Een soort reality soap, maar dan niet over Frans Bauer of een rockband, maar over Beethoven, Rossini en Chiel Meijering spelende, getalenteerde en succesvolle twintigers. Dat in flitsende, soms clipachtige stijl. Waarin de helden met regelmaat het hemd van het lijf wordt gevraagd. Dat laatste ook letterlijk, want De Groot legt grote belangstelling aan de dag voor het sex & drugs & rock-’n-roll-gehalte van zijn objecten en laat de camera driftig snorren wanneer eerste violiste Maria-Paula zich voor een concert omkleedt. Zo wordt Janine Jansen eigenlijk nooit gefilmd, althans niet voor publiek.
Het project heeft iets leuks: maak in jongerenstijl iets voor jongeren over een terrein dat ze wellicht ten onrechte mijden vanwege een publiek «met kleurspoelingen en zwarte pakken». Het heeft ook iets geborneerds in die leeftijdsobsessie waarbij «oud» des duivels en «jong» geweldig is; en doordat het als mirakel wordt voorgesteld dat «klassieke» nerds hormonen blijken te hebben en bier zuipen (geen andere drugs, tot teleurstelling van de maker). Alsof muziek en Eros niet door de eeuwen naast elkaar liggen, voor jong en oud. Over musiceren kom je eigenlijk niet al te veel te weten. Oordeel zelf.
En kijk vooral op dinsdagen eens naar Sensitive Skin (vpro), fraaie Engelse comedy met melancholieke ondertoon, over een zestigers-echtpaar. Ook als u jonger bent, want hebben King Lear en Wilde aardbeien alleen bejaarden iets te zeggen? Dan zijn we ver heen. Joanna Lumley, de prachtige vrouwelijke hoofdrol in de serie: «Leeftijd is tegenwoordig zo een issue dat niemand zich realiseert dat we voortdurend omringd zijn door mensen van alle leeftijden en dat alle leeftijden even interessant zijn.» Zoals er jongeren zijn die kwartet spelen, zo maken ouderen tv die zowaar niet voor Max en Tros bedoeld en geschikt is.