De voortgang van de VVD heeft de trekken van een smeuïg familiedrama, zoals geschreven door Maria Goos. De partij is dan te zien als een oud familiebedrijf met grote standing en serieuze problemen. Er wordt verlies geleden. Er moet gemoderniseerd worden, maar niemand weet hoe, en de concurrentie is moordend. Aan het begin van de serie heeft Pa, de directeur, er de brui aan gegeven en is in Den Haag gaan wonen; de last komt op de schouders van de zoon. Dat is een goeierik, een jongen nog, die eigenlijk iets heel ánders met zijn leven had gewild, iets met pianospelen, of een reis naar de Golf van Mexico, maar hij is plichtsgetrouw, dus hij doet ’t. Hij trekt een pak aan, doet een das om, en spreekt het personeel monter toe. Schouders eronder, heb vertrouwen, dat werk.
Vervolgens vertrekt met slaande deuren zijn flamboyante stiefmoeder, Rita. Zij is twee afleveringen uit beeld, maar dan is ze er opeens weer, met nieuw haar, een dure jurk en een gevolg van louche heren die allemaal verliefd op haar zijn. Ze zijn ook nog eens stinkend rijk en ze hebben grote plannen. En dan is er nog een rare neef, waarvan iedereen dacht dat-ie ze niet allemaal op een rijtje had; die is verderop in de straat een platvloerse prijsknaller begonnen die het oude familiebedrijf er op alle fronten uitconcurreert.
De kijker krijgt van lieverlee medelijden met die brave zoon. Hij staat er alleen voor. Hij heeft vrouw noch kind. Komt dan niemand hem helpen? Ja, zie: daar is oud-oom Ivo. Die is al twee-en-veertig-jaar aan het bedrijf verbonden. Die weet raad. Hij snijdt daarmee een jongere concurrent de pas af, die allerlei modernige ideeën heeft, maar ook homo is, en dat vindt Ivo, gezien de jeugd en de ongetrouwde status van de jonge directeur, wat te veel van het goede. Geen afleiding! Rust en orde, dat brengt oom Ivo. Een rots in de branding. Hij praat zelfs een beetje als Ko van Dijk.
De serie was vorige week al spannend, toen de rare neef een enorme marketinghype rond zijn uitdragerij wist te creëren, deze keer wordt ’t nog interessanter. In de nieuwe aflevering komt Rita op een jacht de haven van Amsterdam binnenvaren met een slordige dertig miljoen euro in haar tasje, waarmee haar ambities Alexis Colby-achtige dimensies hebben aangenomen. Dat haar naaste paladijnen onderling over van alles en nog wat ruzie maken deert haar niet: haar ogen zijn gericht op dat oude familiebedrijf. Ze wil het niet overnemen: ze wil het verpulveren. Zullen oud-oom Ivo en zijn neefje de zaak redden? De kijker weet dat Het Niet Goed Gaat Aflopen.
Die Ivo Opstelten is een uitstekende bestuurder met een zeker brombeerachtig charisma en, als hij zou roken, sigarenas op zijn vest. Onder de burgers en de zakenlieden van Rotterdam is hij populair. Wat hij niet is, is een stemmentrekker. De VVD in Rotterdam heeft bepaald geen ‘burgemeestersvoordeel’ gekend, zoals dat bij de PvdA in Amsterdam wel eens wordt verondersteld. De partij werd in de laatste gemeenteraadsverkiezingen teruggesnoeid tot drie zetels. Acht jaar geleden waren dat er nog negen. Uitgerekend in Rotterdam is de VVD machteloos gebleken in het terugveroveren van terrein op de Leefbaren, iets wat de PvdA daar, in zekere mate, wel gelukt is.
Of Opstelten daarin iets kan betekenen voor de VVD, moet nog maar blijken. Wat ook nog maar moet blijken is of Opstelten ook fondsen kan aanboren – één van zijn drie ‘targets’. Hoe innig zijn relatie met het zakenleven ook moge zijn, vooralsnog is het Verdonk die de poet van de vastgoedlieden binnenhaalt.
Naast elkaar op één podium demonstreren Rutte en Opstelten de schicht in de VVD: men wil ‘modern’ en ‘niet-modern’ tegelijk zijn. Wat dus bovenal moet blijken is of Opstelten de ‘herijking van klassiek liberale standpunten’ die hij voorziet ook werkelijk inhoud kan geven, en de partij één van twee wenkende paden op kan leiden. Het semi-fascistische, zoals het voorschrijven van genetische testen voor verloofden van bepaalde etnische signatuur, dat Wilders de wind uit de zeilen moet nemen, of het klassieke laissez-faire-liberalisme, met ferme aandacht voor de vrije markt (zoals Mathijs Bouman in dit blad al eens bepleitte) én voor de vrijheid van de burger. Een schrijver lijkt Opstelten in elk geval niet te zijn – men leze er zijn website (www.ikgavoorivo.nl) op na: ‘We moeten ons politiek leider met dit initiatief steunen en een goed klimaat hiervoor creëren om zich ook scherp hierop te profileren.’
Voorzitter van de VVD in de 21ste eeuw is zoiets als de laatste president van de DDR. Het wordt nooit meer wat het geweest is. En 35 zetels bij de komende verkiezingen, zoals Opstelten gisteren trompette? Dat lijkt meer materiaal voor een sciencefictionserie.