
Het Pianoconcert van de Amerikaanse componist Teddy Abrams, hoofdgerecht op de cd The American Project van de Chinese sterpianiste Yuja Wang, wil een hommage zijn aan de rijkdom van de Amerikaanse muziekcultuur. Goed idee. Fijn muziekland zonder Schönberg-trauma’s en moeizaam geouwehoer over historische noodzakelijke Grote Stappen Voorwaarts. Van Ives tot John Adams kan en mag daar alles, evolutionair vóór- en achterwaarts. Adams ontzag op Harvard de confrontatie met het Europese modernisme, besloot dat Jimi Hendrix en The Grateful Dead mentaal dichterbij stonden en ging naar Californië, waar een levende popcultuur lonkte.
Pianist, klarinettist, dirigent en componist Teddy Abrams (35), chef-dirigent van het Louisville Orchestra dat Wang hier begeleidt, past als beroepseclecticist en pupil van de verwante alleskunner Michael Tilson Thomas helemaal in die traditie. Hij schreef in 2017 al een rap-opera over Muhammad Ali. Samen met zanger/gitarist Jim James van My Morning Jacket creëerde hij de liederencyclus The order of nature. Die jongen weet wat ‘outreachen’ is, helemaal hip. Dat is meteen het probleem van deze cd. Abrams wil mensen samenbrengen, maar de bedoelingen zijn beter dan het stuk. Het twee jaar oude concert, krankzinnig geval in elf elkaar overlopende delen, herkauwt een ruim half uur in big band-stijl een eeuw Amerikaans eclecticisme. Van Gershwin via Bernstein en Tilson Thomas tot Adams wisten Amerikaanse componisten al vrij goed wat swingen was, en dat crossoverboek is intussen wel zo’n beetje volgeschreven.
De Chinees-Amerikaanse Yuja Wang is groots in repertoire dat nu steeds relevanter wordt. Haar Schumann-concert slaat nergens op, haar spel in Bartóks eerste twee pianoconcerten is onverslaanbaar meeslepend, beestachtig sterk en ritmisch briljant. Wang en Abrams kennen elkaar van het Curtis Institute of Music in Philadelphia, waar hij haar al regelmatig begeleidde. Je merkt dat ze het virtuozenrepertoire, elkaar én de populaire cultuur door en door kennen. In Cadens 1 stort Abrams al de halve orkestliteratuur over je uit, de exposition jazzt de pan uit met een vleug John Adams. De pianopartij is fantastisch geschreven, Abrams speelt citerend en verwijzend, plunderend en ironiserend knap met Wangs klavierleeuwenrepertoire, de belegen Rachmaninoff humt overal een beetje mee. Dat gaat met aanstekelijke energie. Het leeft, het talmt en wanhoopt niet. Maar het is verpletterend conventioneel knip- en plakwerk. Precies de bedoeling, zegt de componist, die zijn werk typeert als een ‘kans voor de piano’ om luisteraars te laten ruiken aan de kernwaarden van de Amerikaanse cultuur, ‘zijn pluralisme, its interconnectedness’. Best, en dankzij Wangs inzet wordt het meer dan pavlov. Maar deze uitgave legt de vinger op de ethische en esthetische dilemma’s van een nieuwe muziekpraktijk die de wegen naar een groot publiek wil terugvinden. Moet het zo, met oude koeien? Misschien, want anders geen gehoor. Maar waarom was er nieuwe muziek? Om nieuw te zijn. En dat sloot toegankelijkheid nooit uit.
Yuja Wang, The American Project. Louisville, Orchestra o.l.v. Teddy Adams. DG