Zaalfoto tentoonstelling Kemet: Egypte in de hiphop, jazz, soul & funk in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden © Rijksmuseum van Oudheden

Het kan vrijwel niemand ontgaan zijn, de rel rond de zwarte Cleopatra. Het haalde zelfs bij de NOS al herhaaldelijk het nieuws. Als Egypte-kenner (en Egyptische Nederlander) wordt mij vrijwel dagelijks gevraagd wat ik nu vind van de geruchtmakende nieuwe Netflix-serie Queen Cleopatra waarin de zwarte Britse acteur (v) Adele James de hoofdrol vervult.

De Egyptische overheid is woedend en klaagde Netflix aan. Ook veel Egyptenaren zijn flink ontstemd. De Egyptische media raken er ondertussen niet over uitgepraat. Al snel ontstond er dus ook een politieke rel. Voor de zoveelste keer wordt dit legendarische verhaal zich door Hollywood toegeëigend en van eigen kleur en inhoud voorzien. Tot voor kort was die kleur wit. Nu is het zwart. Dat laatste is volledig in lijn met de recente ontwikkelingen in de filmindustrie, die sinds Black Lives Matter een vlucht nemen. Namelijk een trend van afrocentrisme, als openlijke tegenhanger van het eurocentrisme en de Angelsaksische focus in kunst, muziek, wetenschap, literatuur, geschiedschrijving en al wat normaliter onder de noemer menselijke ‘beschaving’ wordt gerekend. Waarbij zowel het begin als het einde van die beschaving altijd weer in Europa en Noord-Amerika lag.

Een goed voorbeeld van dit afrocentrisme is ook de net geopende expositie Kemet: Egypte in de hiphop, jazz, soul & funk in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Over de tentoonstelling was de Egyptische overheid (bij monde van de Egyptische ambassade) al evenzeer ontstemd. Het museum werd (achter de schermen) onder druk gezet en kan – zo verwacht ik – een soepele samenwerking met het Egyptische ministerie van Oudheden in de nabije toekomst wel vergeten.

Maar wat is dat afrocentrisme nu precies? Ik zou de term graag als volgt willen definiëren: afrocentrisme is de expliciete focus op de geschiedenis, kunst en cultuur, rol en impact van het Afrikaanse continent en de Afrikaanse diaspora. Vaak ligt hierbij de nadruk op sub-Sahara Afrika. Afrocentrisme is daarnaast de actieve beweging om de wereld, wetenschap, kunst en menselijke geschiedenis vanuit Afrikaans perspectief te benaderen. De tegenhanger van ‘eurocentrisme’.

Afrocentrisme is niet nieuw. Het kwam op tijdens de Amerikaanse burger-rechtenbeweging in de jaren zestig van de vorige eeuw. Afro-Amerikaanse verzetsleiders, kunstenaars en intellectuelen ijverden ernaar om een nieuwe eigen Afro-Amerikaanse identiteit te ontwikkelen. Daar hoorde ook een eigen geschiedenis bij. Als nazaten van tot slaaf gemaakten waren de Afro-Amerikanen vrijwel volledig van die geschiedenis beroofd. De meesten wisten niets over hun oorspronkelijke stam, taal, geloof, regio of land van herkomst.

Opvallend genoeg werd in het ontwikkelen van die eigen Afrikaanse identiteit al vrij snel naar Egypte teruggegrepen, hoewel historisch te betwijfelen valt of de nazaten van de tot slaaf gemaakten daar enige verwantschap mee hadden. Als geboorteplek van de menselijke geschiedenis en beschaving en als toonbeeld van vorstelijkheid en Afrikaanse rijkdom, appelleerde Egypte en zijn geschiedenis aan het (terechte) idee dat de vroegere tot slaaf gemaakten eens koninginnen en prinsen waren geweest, strijders en meesterbouwers, geschiedschrijvers én geschiedmakers. Het leidde tot een massale trek naar het land van de Nijl.

Malcom X maakte een pelgrimage naar Caïro, net als een groot aantal Afro-Amerikaanse jazz-artiesten die tal van interessante muzikale samenwerkingen met het nationale orkest en lokale musici aangingen en een compleet eigen genre introduceerden. Namelijk dat van faraonische funk, hiphop en jazz, waarbij de artiesten zichzelf als farao’s kleedden en Egyptische invloeden verwerkten in hun muziek. Overigens beperkte deze trend zich niet tot de roerige jaren zestig. Zo maakte Alicia Keys een reis naar Egypte die haar leven naar eigen zeggen blijvend veranderde. Ze noemde haar zoon Egypt.

Het probleem met de term afrocentrisme is dat het een gelijkwaardige tegenhanger lijkt van eurocentrisme. Dat is niet zo. Er is nog nauwelijks een echt begin gemaakt met werkelijke aandacht en zorg voor en kennis over de gelaagde en diverse geschiedenis, cultuur, kunstvormen, wetenschap, filosofie, godsdiensten en samenlevingsvormen van het Afrikaanse continent dat zich uitstrekt van Caïro tot Kaapstad. Daarom zou ik liever een alternatief voor de term afrocentrisme voorstellen. Namelijk: ‘afrokenning’, de expliciete erkenning van en kennis over de unieke rijkdom van het Afrikaanse continent, zijn inwoners en nazaten. Een dergelijke term doet meteen recht aan de echte diversiteit en complexiteit van Afrika. Afrikaans is dan niet meer een equivalent voor zwart, wat de witte makers van de Netflix-serie met hun gebrek aan ‘afrokenning’ er wel van maken en waarmee ze feitelijk een wig drijven tussen verschillende kleurgroepen.

De definitie van afrokenning is dan: de expliciete focus op de geschiedenis, kunst, cultuur, rol en impact van het Afrikaanse continent en de Afrikaanse diaspora. Afrokenning is daarnaast de actieve beweging om de wereld, wetenschap, kunst en menselijke geschiedenis vanuit Afrikaans perspectief te benaderen en een poging tot het doorbreken van het nog steeds dominante eurocentrisme.

Terug naar Queen Cleopatra. Ik besloot mijn mening voor me te houden tot ik de serie zelf had bekeken. In het vellen van mijn oordeel ben ik uitgegaan van twee waarden uit het deel ‘dekolonisatie & racisme’ in mijn boek Je mag ook niets meer zeggen. Namelijk waarde 8: ‘Doorbreek het zwart-wit denken’ en waarde 9: ‘Erken de geschiedenis en benoem die.’

Om met laatstgenoemde waarde te beginnen. Allereerst viel mij op dat voor een ‘zwarte’ acteur Adele James er bijzonder Egyptisch uitziet. Ik ken in Egypte tal van vrouwen met eenzelfde of soortgelijke kleur, haartype, lichaamsbouw en voorkomen. Evengoed is de keuze voor de zwarte en met name Britse acteur onfortuinlijk. Van alle luisterrijke farao’s die Egypte rijk is, is nu juist de kans dat Cleopatra zwart was bijzonder gering. Sterker nog, ze zag er waarschijnlijk een stuk minder Egyptisch uit dan Adele James. Ze was namelijk een der Ptolemaeën, nazaten van Alexander de Grote en dochter van de Grieks-Macedonische overheersers van Egypte. Deze familie was niet alleen berucht om haar massale paranoia en onderlinge machtsstrijd, maar ook om incest. De Ptolemaeën keken neer op de etnische Egyptenaren (van welke kleur en afkomst dan ook) en trouwden vrijwel uitsluitend met elkaar. Daarnaast zijn er tal van tempels en afbeeldingen van Cleopatra VII – de specifieke Cleopatra waar dit roemrijke verhaal om gaat – waarin ze voor het valide oog zichtbaar licht van kleur is (en een haakneus heeft, ‘het neusje van Cleopatra’).

Dat neemt niet weg dat Egypte vele zwarte farao’s heeft gekend. Het koninkrijk van Kush in Soedan, dat millennia lang onderdeel was van dat grotere land van de Nijl, bracht grote zwarte farao’s voort. Net als de Nubiërs in Zuid-Egypte met Swenett (tegenwoordig Aswan) als hun hoofdstad. Verder is het algemeen bekend dat Nefertari, de favoriete vrouw van Ramses II, een Nubische schone was. Wie de koninklijke mummies in Caïro bezoekt kan met het valide oog onmiddellijk zien dat verschillende farao’s dreads hadden. Het haar is namelijk wonderwel bewaard. Sommige anderen van de beroemde koninklijke mummies hadden daarentegen steil of krullend haar. Ook uit de bouw en gelaatstrekken van de gezichten van desbetreffende koninklijke mummies en de vele miljoenen standbeelden en afbeeldingen die het land rijk is valt vrij snel af te leiden dat sommige farao’s zwart waren.

Daarnaast is een deel van de Egyptische bevolking zwart en behoren de Nubiërs samen met de Kopten tot de oorspronkelijke bewoners van Egypte. Maar door nu juist van Cleopatra VII met zoveel nadruk een zwarte farao te maken en de ‘experts’ daar zoveel over te laten zeggen, wordt de geschiedenis eigenlijk geen recht gedaan. Belangrijker echter dan de vraag of Cleopatra ook een niet-zwarte persoon van kleur (of wit) mag zijn, is de vraag: mag iets aan Cleopatra misschien Egyptisch zijn?

Hiermee arriveer ik bij waarde 8. In de ijver om racisme te bestrijden en nieuwe, andere, zwarte, met name Afro-Amerikaanse verhalen te vertellen, maakt Netflix zich schuldig aan zwart-witdenken. De mega streamingdienst toont slechts mondjesmaat andere kleurgroepen, etniciteiten en afkomsten. De grote eigen producties hebben nog steeds overwegend witte of juist zwarte personen in de hoofdrol. Deze acteurs zijn vrijwel uitsluitend Amerikaans of Brits. Echt Afrikaans willen deze en vele andere series dan ook niet worden.

Ondertussen komen personen met een Arabische, Noord-Afrikaanse of Zuidwest-Aziatische (voorheen: Midden-Oosterse) afkomst er vaak bekaaid van af. Juist in grote Hollywoodproducties. Dit was zo in de film Wakanda, maar ook in The Woman King, om zomaar twee titels te noemen. Belangrijker nog: personen met een dergelijke afkomst zijn nauwelijks tot niet zicht-baar. Dit geldt overigens ook voor Zuid-Amerikaanse, Centraal-Aziatische en Oost-Aziatische karakters en verhalen. Netflix biedt wel lokale producties aan, maar nauwelijks tot geen grote eigen gecreëerde films en series met acteurs en verhaallijnen van deze continenten. Het is dus zwart of wit, en dat nog steeds met een dik laagje Hollywood (en daar waar andere personen van kleur voorkomen, zijn ze de vijand).

In de serie Queen Cleopatra komt geen Egyptische onderzoeker, archeoloog, historicus, journalist, schrijver of acteur voor. En dat terwijl Egypte veel beroemde archeologen en historici kent, juist ook goed gearticuleerde en buitengewoon onderwezen vrouwelijke, en dat nota bene uit Cleopatra’s geboorteplaats Alexandrië. De beelden van de serie zijn niet in Egypte opgenomen (het lijkt niet eens op Egypte) en de acteurs en figuranten zijn niet Egyptisch. Het verhaal wordt dus verteld zonder enige gevoeligheid voor of erkenning van het Egyptische eigenaarschap, noch met Egyptische kennis of vanuit Egyptisch perspectief. Was dat wel zo geweest, dan hadden de makers geweten dat Cleopatra VII, de laatste farao van Egypte, bijzonder gevoelig ligt in het land. Bejubeld en tot stijlicoon gemaakt in ‘het Westen’ (lees Europa en Noord-Amerika), roept ze in Egypte op z’n minst gemengde gevoelens op. Misschien juist ook wel vanwege al die ‘westerse’ wellust.

Cleopatra VII wordt door veel Egyptenaren beschouwd als een elitaire buitenstaander en vreemde (over)heerser. Dat maakt Netflix haar nu feitelijk opnieuw. Ze was lid van een familie die het land nagenoeg te gronde richtte door onderling gekonkel en bijbehorend gewapend conflict, dat zelfs tot de verwoesting van de bibliotheek van Alexandrië leidde. Maar het meest van al wordt ze beschouwd als een verrader en een ‘zedeloze’ vrouw die Egypte ‘hoereerde’ aan de vijand. Nu mag dat laatste weliswaar een flinke dosis seksisme bevatten, feit is wel dat juist deze periode het land van de Nijl ernstig verwond heeft.

Egypte kent de oudste en langste bloeiperiode in de menselijke geschiedenis. Drieduizend jaar lang wist het land telkens weer de grootste hoogtes in bouwkunst, medicijnen, schrift, astronomie, astrologie, wetenschap, kunst, muziek, landbouw, godsdienst en stedenbouw te bereiken. Om uiteindelijk door de Romeinen onder de voet te worden gelopen en zijn echte autonomie en onafhankelijkheid tot 1922 (maar werkelijk 1952) te verliezen. Het land werd een speelbal van de wereldpolitiek en een wingewest van Romeinen en Byzantijnen tot Arabieren en Turken, Fransen en Britten, Israël (dat de Sinaï-woestijn een tijd bezette) en vervolgens het IMF, de Wereldbank en Hollywood.

De afgelopen jaren kent Egypte een snelgroeiende nationale identiteitsvorming en een groeiend historisch besef. In dat licht is het niet vreemd dat Egypte ditmaal veel meer van zich laat horen dan bij eerdere Hollywood-producties van Cleopatra het geval was. Onder de ophef schuilt echter helaas ook een pijnlijk gegeven, namelijk diep verinnerlijkt racisme. Laten het – o ironie – nu juist nét de Ptolemaeën zijn geweest die de eerste uitdragers waren van de gedachte dat wit beter is dan zwart. Zij waren het, en de latere Romeinse overheersers, die het eens zo feministische, meerkleurige en pluriculturele land besmetten met een diepgeworteld kleurdenken dat het bestaan van een zwarte Cleopatra nu zo ondenkbaar maakt.

Lees verder:

Van Mounir Samuel verscheen Je mag ook niets meer zeggen: Een nieuwe taal voor een nieuwe tijd, Uitgeverij Nieuw Amsterdam (2023)