Leefde Roland Barthes nog maar. Dan had hij kunnen beschrijven hoe praten over de Tour verworden is tot het meespelen in een klucht. Er bestaan, als je voormalig Tourwinnaar Bernard Hinault moet geloven, ezels die renpaarden willen worden. Zij hebben verboden middelen nodig voor het sneller, zwaarder, krachtiger. De echte helden winnen de koers der koersen op mineraalwater. Die helden zijn uitgestorven.
Voor de ezels moet doping worden aangesleept. En dan begint de klucht pas goed. Wordt een renner betrapt, dan weet hij van niets en heet het steevast dat een doortrapte concurrent ‘iets’ in zijn voedsel heeft gedaan. In 1990 had een hele wielerploeg ‘iets’ verkeerds gegeten. Dit jaar is er sprake van de overtreffende trap van de klucht. Hele ladingen doping zijn zomaar, ongemerkt in een begeleidingswagen terechtgekomen. Niemand snapt hoe het kan.
De helden zijn ezels geworden die huilend de Tour verlaten.