
Hij wees me op een detail waarvan de kwaliteit mij de eerste keer niet zo was opgevallen: de paniek op 5 juli 1942, als op het woonadres van de familie Frank in Amsterdam-Zuid de oproep voor Anne’s zus Margot binnenkomt voor transport naar een Duits werkkamp. De druk waaronder alles en iedereen komt te staan is sterk en aangrijpend weergegeven. Je zou eigenlijk meer willen zien en weten over hoe de familie Frank die anderhalf jaar na de eerste razzia’s in de jodenbuurt, februari 1941, is doorgekomen. Maar ja, het schrijversechtpaar was gebonden aan dat beroemde dagboek. En dat begint pas in de zomer van 1942.
Ik vond een oud interview met de auteurs, van 2 januari 2014, in de NRC. Jessica Durlacher: ‘Vergeet niet dat het verhaal voor veel jongeren van nu een abstractie is geworden. Vroeger kon iedereen na die klop op de deur de rest vanzelf invullen. Nu niet meer – kennis erover is bij jongeren niet vanzelfsprekend.’ Nee, dat weten we. Maar gaat deze voorstelling van Anne daar iets aan doen dan? Nee, geen misverstand, zegt Durlacher, we willen niet iets educatiefs. We willen dat de tragedie ons opnieuw raakt. Maar hoezo raakt de tragedie ons niet meer? En wie zijn die ‘ons’ die nu wél gaan worden geraakt? Marokkaanse schoffies die op 4 mei met kransen voetballen? Die komen hier niet. Want hier betaal je toeristentarief.
In een interview in het Duitse weekblad Der Spiegel zei Leon de Winter: ‘Er is eigenlijk niet zo veel theater nodig om de grote tragedie van dit leven te vertellen.’ Joh! Daar hoor ik van op. Waarom dan dit bombardement van scenisch vernuft, pretparkapparaten, beroerde filmmuziek en bordkartonnen echtheidsillusies? Kennen de initiatiefnemers eigenlijk eerdere pogingen om de tragedie van Anne Frank in een tot nadenken stemmend, nieuw kader (‘een schreeuwend raam’, zou Tsjechov zeggen) te plaatsen? Zoals Anne en Zef van Ad de Bont. Daar ontmoet Anne een leeftijdgenoot die sterft door eerwraak, het Albanese joch Zef.
Dialoog uit scène 5.
Anne: ‘Hoe vond je het?’
Zef: ‘Wat?’
Anne: ‘Dat boek. Eerlijk zeggen.’
Zef: ‘De eerste keer niet zo.’
Anne: ‘Te weinig actie zeker?’
Zef: ‘Ja.’
Anne: ‘Hoor ik wel meer – vooral van jongens.’
Zef: ‘Maar later heb ik het nog eens gelezen. Toen vond ik het wel mooi.’
Anne: ‘Omdat je dingen herkende.’
Zef: ‘Ik denk het. (pauze) Goh. Dat ik hier met Anne Frank zit.’
Leon de Winter voorspelde al op 2 januari 2014 in het NRC-interview: ‘We gaan mee tot in het kamp. Maar de vraag is natuurlijk: hoe ga je dat vertellen, zonder er kitsch van te maken en hoe hou je dat draaglijk, zonder valse sentimenten?’ Nou, dat hebben we geweten! Ad de Bont gaat ook mee met Anne het kamp in. Lees de slotscène van Anne en Zef. En leer daaruit: je kunt mensen ook leren om te herdenken en te herinneren, zónder ze lastig te vallen met ondraaglijke kitsch en valse sentimenten. De EO en de Joodse Omroep hebben hun idiote plan voor het organiseren van een oorlogsvariant van The Passion, de herdenkingstocht Anne Frank – een gezicht uit miljoenen, in juni onder publicitaire druk schielijk teruggetrokken. Maar let op mijn woorden, het is nog niet gedaan.
Anne speelt donderdag t/m zondag tot in november van dit jaar in Theater Amsterdam, reserveren 0900-0322
Beeld: Rosa da Silva als Anne in het toneelstuk Anne (Kurt van der Elst).