AMSTERDAM – Een bezoek aan het Verzetsmuseum in Amsterdam is een spannende excursie. Van buiten lijkt het klein, maar er is veel te zien. Je kunt er veel dingen zelf ervaren, zoals hoe het is om in een schuilkelder te zitten. Alles wat je er ziet, is nog in de oude staat, zoals het 65 jaar geleden was. Een vrolijk museum kun je het niet noemen. Je leert er dingen die belangrijk zijn, maar ook somber.

Wij bezochten het museum op een mooie zondag in januari. Onderweg kwamen we het onderwerp van het museum al tegen. Bij een monument zagen we een herdenking van de mensen die in het Duitse kamp Auschwitz omkwamen in de Tweede Wereldoorlog. Het museum is ook een soort monument.

In 1940 viel Duitsland verschillende landen binnen, waaronder Nederland. Vier dagen verdedigde Nederland zich, maar nadat Rotterdam was gebombardeerd, gaf Nederland zich over. Daarna werd Nederland deel van het Duitse Rijk. Nederland werd vijf jaar later bevrijd, op 5 mei 1945. Duitsland werd geregeerd door een dictator, Adolf Hitler. Hij beloofde dat mensen een beter leven zouden krijgen en de armoede zou verdwijnen als ze volgelingen van hem werden. Die volgelingen had je in Nederland ook, zij heetten nazi’s. Hun leider in Nederland was Anton Mussert en hij wou de macht in Nederland hebben.

In de Tweede Wereldoorlog werden Joden vervolgd. Nazi’s waren jaloers op Joden en vonden dat de Joden er de oorzaak van waren dat andere mensen arm waren. Alle Joden moesten een davidster met een ‘J’ dragen op hun kleding en er werd een ‘J’ op hun paspoort gezet. Er waren ‘Joodvrije zones’ waar geen Joden mochten komen, of plekken, zoals cafés. Er stonden borden met ‘Verboden voor Joden’. De Joden mochten helemaal niets meer.

Later in de oorlog werd het nog erger. De nazi’s brachten Joden naar kampen. Daar werden Joden gedood, door vergassing. De Joden die werden vergast, werden naar een ruimte gebracht waar ze dachten dat ze gingen douchen. Maar er kwam gas uit de douchekoppen. De Joden die niet werden gedood, moesten hard werken. Een bekend slachtoffer van de nazi’s was Anne Frank. Ze hield een beroemd geworden dagboek bij. Zij stierf in een kamp aan vlektyfus.

In het Verzetsmuseum kun je korte films zien van de Jodenvervolging, van marcherende Duitse soldaten, van nazi’s die de Hitlergroet brengen en over hoe het leven in Nederland was tijdens de Tweede Wereldoorlog. Je kunt ook bonnen zien die mensen nodig hadden om eten en drinken te kunnen kopen. Je kunt ook oude kranten zien die illegaal werden gedrukt. Sommige van die kranten bestaan nog steeds, maar nu legaal, zoals Het Parool.

Het drukken van illegale kranten was een vorm van verzet tegen de Duitse overheersing. Er waren jammer genoeg niet heel veel mensen die moedig genoeg waren om bij het verzet te gaan. Maar het Verzetsmuseum laat goed zien hoe het verzet werkte. Mensen krasten de ‘J’ van Jood van paspoorten af, verborgen Joden in hun huis of in schuilkelders of verstopten wapens.

In het Verzetsmuseum kun je een kinderwagen zien waarin granaten en pistolen verstopt waren. Je kunt ook in een schuilkelder. Die is eigenlijk groot genoeg voor drie mensen, maar er leefden soms wel vijftien mensen in zo’n kleine ruimte. Ze moesten hun behoefte doen in een po, die je ook kunt zien.

Verzet plegen was heel gevaarlijk, want je kon worden verraden. Dan werden verzetsstrijders gedood of naar de kampen gestuurd. Een verzetsstrijder die is omgekomen, is Esther, bekend als ‘het meisje met het rode haar’. Ze hielp Joden en haar signalement werd bekend. Toen heeft ze haar haar bruin geverfd. Vlak voor de bevrijding werd ze opgepakt en gedood. In het Verzetsmuseum kun je haar bril zien. De bril is helemaal gebogen en heeft dikke jampotglazen.

Een bezoek aan het Verzetsmuseum is heel leerzaam. Hoewel er over sombere dingen wordt verteld, is een bezoek echt de moeite waard.

‘De Ontdekking. Van strip tot werkelijkheid’, in het Verzetsmuseum, is nog te zien tot 18 mei