Katrin Himmler (1967) was vijftien toen een klasgenote voor het eerst vroeg of zij familie was van ‘dé Himmler’. Met een brok in haar keel bevestigde ze dit. Er viel een pijnlijke stilte in de klas, maar de lerares wist niet wat ze hiermee aan moest en ging gewoon door met de les. Ook Katrin Himmler wist aanvankelijk niet wat ze moest met het feit dat Heinrich Himmler de broer van haar grootvader was. In haar familie werd benadrukt dat Heinrich altijd al een buitenbeentje was geweest, dat zijn broers geen nazi’s waren geweest, maar dat ze zich noodgedwongen hadden moeten aanpassen aan het dictatoriale regime.
Pas toen haar vader vroeg of ze in het Bundesarchiv naar een dossier over zijn vader, Heinrichs jongere broer Ernst, kon zoeken, begon ze zich te verdiepen in de geschiedenis van haar familie. Het beeld dat oprees uit de documenten die ze vond week sterk af van de verhalen die in familiekring werden verteld. Zo waren Ernst en Heinrichs oudere broer Gebhard wel degelijk overtuigde nazi’s geweest, en hadden ze hun band met de Reichsführer-SS gebruikt om carrière te maken.
Ook het beeld dat zich begon te vormen van de vader van de gebroeders Himmler, de rector en docent Grieks van het Wittelsbacher Gymnasium in München, bleek allesbehalve aantrekkelijk. De schrijver Alfred Andersch had les van hem gehad en hem geportretteerd in het boek Der Vater eines Mörders. Himmler senior was dan wel een representant van het vermaarde Bildungsbürgertum, maar tegelijkertijd was hij een autoritaire, militaristische, nationalistische, streberige en uiterst onsympathieke man. Het feit dat hij de vader was van wat Andersch noemde ‘de grootste vernietiger van menselijk leven die er ooit is geweest’, had de schrijver doen verzuchten: ‘Is een klassieke opleiding dan geen enkele garantie?’
Met dit boek heeft Katrin Himmler het antwoord gegeven op deze vraag. Gehoorzaamheid, discipline, vlijt, plicht, hardheid en Deutschtum – dat waren in het gezin Himmler de centrale waarden. Individuele verantwoordelijkheid en intellectuele twijfel hoorden daar niet bij.
De Himmlers zouden zich goed kunnen vinden in de yuppenslogan ‘succes is een keuze’, en degenen die het minder hadden getroffen werden niet bezien met mededogen, maar met minachting. Hierdoor konden ze zich moeiteloos aanpassen aan een misdadig regime en deden ze ook enthousiast mee en profiteerden van de kansen die het Derde Rijk hun bood. Aan anderen hadden ze geen boodschap. Zo was Katrin Himmlers grootvader in staat sommige mensen te beschermen, maar leverde hij hen juist uit aan de beulsknechten van zijn broer.