
Meestal treden er supersterren op, maar op 5 februari stond er heel iets anders op het programma van het Greek Theatre in Griffith Park, Los Angeles. Het theater, dat normaal een podium biedt aan muzikanten van het kaliber Elton John, Aretha Franklin en Bruce Springsteen, organiseerde die zondag een ‘ode aan het leven’. De aanleiding? De dood – en het leven – van ’s werelds bekendste poema: P-22.
De bergleeuw zwierf zo’n tien jaar door Griffith Park en bereikte in die tijd een sterrenstatus die normaal gesproken alleen voor de allergrootste acteurs is weggelegd. Angelenos droegen hem op handen: hij was niet zomaar een poema, hij was hun poema. Afgelopen december kwam er een einde aan zijn verblijf in de heuvels van Hollywood. Na een korte periode van aftakeling werd P-22 gevangen en, uiteindelijk, op 17 december 2022, geëuthanaseerd.
Zijn dood haalde de voorpagina van de Los Angeles Times, en vrijwel direct ging er een petitie rond om een standbeeld op te richten. De dag na zijn dood vond er een sunset memorial walk plaats, voor wie behoefte had het droevige nieuws samen met anderen te verwerken. Wie daarna nog niet uitgerouwd was kon bij het evenement in het Greek Theatre terecht. Het was weken van tevoren uitverkocht: meer dan zesduizend mensen meldden zich aan. Op het programma stonden tal van bekende sprekers en musici: de acteur Rainn Wilson, beter bekend als Dwight Schrute uit de serie The Office, speelde een deuntje. The Lion Sleeps Tonight kwam uiteraard ook voorbij. Voor het publiek was er de mogelijkheid zich te vereeuwigen met een bordkartonnen uitsnede van de poema. Waarom oefende juist P-22 zo’n aantrekkingskracht uit op een stad die toch geen gebrek heeft aan supersterren?
Dat heeft allereerst te maken met zijn ogenschijnlijk toevallige ontdekking, zijn tragische positie als buitenbeentje en zijn vermogen te overleven in een op het eerste gezicht ongeschikte omgeving. Maar – zoals bij de meeste wereldsterren – gaat er achter het opgepoetste imago meer schuil dan je op het eerste gezicht zou kunnen denken. De roem van P-22 hangt nauw samen met onze veranderende – en vervreemde – omgang met de natuur in een verstedelijkte omgeving.
Poema’s zijn van nature schuw en solitair, en blijven het liefst ver van de schijnwerpers. P-22 werd in 2012 dan ook min of meer per toeval ontdekt toen een wildcamera in Griffith Park hem ’s nachts vastlegde. De eerste foto’s waren wazig en overbelicht, maar gaven aanleiding tot het vangen van de jonge poema door een natuurorganisatie. Die ontdekte dat hij afkomstig was uit de Santa Monica Mountains, een uitgestrekte bergketen die langs de Californische kust loopt en aan de oostkant uitmondt in Los Angeles. P-22 werd daar rond 2010 geboren uit een onbekende moeder en een vader (P-001) die ook wel bekendstond als de ‘king of the mountains’.
Wie nu een zoetsappig Disney-verhaal verwacht heeft pech: Poema P-001 hoort eerder thuis in een Griekse tragedie. P-22’s vader paarde regelmatig met zijn eigen dochters en doodde veel van zijn eigen nakomelingen om zo zijn territorium veilig te stellen. Om aan dat trieste lot te ontkomen moest P-22 dan ook op jonge leeftijd op zoek naar een eigen leefgebied, en na het oversteken van twee snelwegen belandde hij in Griffith Park.
In het park leven talloze andere diersoorten, waaronder coyotes, vossen, muildierherten, lynxen, stinkdieren en natuurlijk wasberen. Een poema had zich er echter nog niet eerder gevestigd, en het leek onwaarschijnlijk dat P-22 lang zou blijven. Poema’s zijn niet alleen gesteld op hun rust, maar ook op ruimte, en mannelijke dieren hebben normaal gesproken een territorium van zo’n 150 vierkante kilometer: vele malen meer dan de 1600 hectare van Griffith Park, dat zich toch een van de grootste stadsparken van Amerika mag noemen. Toch vond P-22 er zijn draai. Hij zou het park nauwelijks meer verlaten, zelfs niet om op zoek te gaan naar een vrouwtje om zich voort te planten.
Daarmee groeide P-22 uit tot hét icoon voor jonge stedelingen. Ambitieuze jonge acteurs, filmmakers, muzikanten en schrijvers trekken vanuit heel het land naar LA in de hoop daar hun dromen van roem en rijkdom te verwezenlijken. Ze namen een voorbeeld aan P-22’s volhardendheid en identificeerden zich, vanuit hun te kleine en te dure woningen, met zijn gebrek aan geschikte leefomgeving en status als eeuwige single (daten in een stad waar iedereen constant bezig is met persoonlijke ontwikkeling is op zijn zachtst gezegd een uitdaging).
En, niet onbelangrijk, in zijn onverwachte ontdekking zagen ze een teken dat er nog zoiets was als pure, verdiende, ‘natuurlijke’, ongefabriceerde en onschuldige bekendheid.
De afgelopen jaren zijn nogal wat Hollywood-sterren van hun voetstuk gevallen na beschuldigingen van (seksueel) misbruik, huiselijk geweld, racisme en ander ongepast gedrag. Neem bijvoorbeeld P-22’s buurman, Brad Pitt, die op een steenworp afstand van Griffith Park woont. Hoewel zijn collega-acteurs onlangs bij de Golden Globes nog bakken vol lof over hem uitstortten, was de stemming op Twitter anders: daar was ‘Brad Pitt is an Abuser’ de hele avond trending topic. Het is een reactie op de rechtszaak die zijn ex-vrouw Angelina Jolie tegen hem aanspande nadat hij haar én hun kinderen zou hebben geslagen.
Daarnaast is er sinds kort meer aandacht voor de manier waarop netwerken en familiebanden in Hollywood bepalen wie succes heeft en doorbreekt, en wie niet. Met talent alleen kom je er niet, of liever gezegd, zonder talent kun je veel verder komen – mits je ouders toevallig ook in de filmindustrie werken.
Daarmee vergeleken is de plotselinge en ogenschijnlijk natuurlijke, apolitieke roem van P-22 een verademing. Teleurgesteld zul je bovendien niet snel raken: gek genoeg weet je bij een wild dier tenminste waar je aan toe bent. (Er was dan ook weinig echte ophef toen P-22 hoofdverdachte bleek in de gewelddadige dood van de veertienjarige Killarney – een koala uit de L.A. Zoo die in de nacht van 2 op 3 maart 2016 uit haar verblijf verdween. Haar botten werden iets verderop gevonden, en P-22 was die nacht inderdaad op beveiligingscamera’s van de dierentuin vastgelegd.)
Toch zijn ook de ontdekking en bekendheid van P-22 minder natuurlijk dan ze op het eerste gezicht lijken. De wazige foto die in 2012 van hem gemaakt werd was onderdeel van een grootschalig onderzoek naar wilde dieren in de stad, maar leverde niet direct massale aandacht op. P-22’s echte doorbraak volgde een jaar later, toen de natuurfotograaf Steve Winters de poema ’s nachts wist vast te leggen. Op zijn iconische foto zien we de majestueuze bergleeuw van een zanderige helling afsluipen, met op de achtergrond, net boven zijn schouders, de bekende Hollywood-letters. De foto haalde de cover van National Geographic, en P-22 zou voortaan bekendstaan als de Hollywood Cat.
Vanaf dit moment ging P-22 een steeds grotere rol spelen in natuurbeschermingscampagnes. Los Angeles is een eindeloze lappendeken van verschillende stadsdelen, aan één kant ingesloten door de zee, aan de andere door de bergen. Een complex netwerk van snelwegen doorkruist het geheel. Ze verbinden de verschillende wijken met elkaar en maken het voor mensen makkelijker zich door de stad te bewegen, maar ze vormen een doorn in het oog van natuurorganisaties.
Vanuit de natuur bezien veroorzaken ze namelijk een gebrek aan verbondenheid, connectivity, tussen habitats. Dieren die op zoek zijn naar nieuw territorium, meer water en voedsel, of een soortgenoot om mee te paren lopen tegen de snelwegen aan en halen maar zelden levend de overkant: onderzoek van de University of California in Davis laat zien dat er sinds 2015 één à twee poema’s per week stierven op Californische snelwegen. Het pijnlijke gevolg is dat de groep poema’s in de Santa Monica Mountains een te beperkte genenpoel deelt, en dreigt uit te sterven. Het is cruciaal dat ze zich weer gaan voortplanten met poema’s uit verder gelegen gebieden.
Dat P-22 de drukke snelwegen I-405 en US 101 over wist te steken maakte hem de perfecte posterpoema voor de Save L.A. Cougars-campagne. Onder leiding van natuuractiviste Beth Pratt zette de groep zich in voor de bouw van een ecopassage over tien banen van de US 101, om verschillende natuurgebieden met elkaar te verbinden. Voor de aanleg van de zestig meter lange brug is bijna honderd miljoen dollar ingezameld. De herkenbaarheid van P-22 gaf een belangrijke impuls aan de fondsenwerving. Onder de donateurs waren meerdere celebs, met als kopstuk Leonardo DiCaprio – geprezen om zijn klimaatactivisme en verguisd om zijn twijfelachtige dategewoonten (wanneer zijn vriendinnen de schokkende leeftijd van 25 jaar bereiken ruilt hij ze steevast in voor een jonger exemplaar).
De poema werd ook het gezicht van andere initiatieven op het gebied van natuurbescherming. Toen hij in 2014 ziek werd, waarschijnlijk door het verorberen van een dier dat rattengif had gegeten, leidde dat tot publieke verontwaardiging. Foto’s van de duidelijk zieke bergleeuw leidden tot wijdverspreide oproepen geen rattengif meer te gebruiken. In 2020 werd in Californië een wet ingevoerd die het gebruik van de meest dodelijke soorten gif voortaan verbood.
Geheel natuurlijk en apolitek was de roem van P-22 dus niet. Zijn levensloop was weliswaar bijzonder, maar de brede betrokkenheid bij de poema kwam pas op gang na massale media-aandacht – die bovendien nog verder werd aangewakkerd door organisaties met politieke doeleinden. Maar is dat erg?
Voor Beth Pratt, die de poema op haar arm liet tatoeëren, bood het verhaal van P-22 vooral hoop op een betere toekomst. In zijn overlijdensbericht schreef ze dat zijn leven weliswaar getekend was door een gebrek aan verbondenheid, maar dat het tegelijkertijd liet zien dat er nog échte wildernis mogelijk was in het sterk verstedelijkte Los Angeles. P-22 maakte duidelijk dat mensen en wilde dieren best naast elkaar kunnen bestaan, als beide kanten concessies doen. Zijn relatief probleemloze verblijf in Griffith Park was er het bewijs van: hij voedde zich voornamelijk met herten, vogels en klein wild, en vormde zo nauwelijks een gevaar voor de stedelingen.
In Pratts verhaal klinkt dus nog een andere betekenis van het woord connectivity door: die slaat niet op de verbinding tussen verschillende habitats, maar gaat over de verbinding tussen mens en dier, en het besef dat we allemaal deel uitmaken van hetzelfde ecosysteem. Geen poema, lijkt Pratt te willen zeggen, zorgde voor meer verbinding dan P-22: hij liet ons zien hoezeer de stedelijke omgeving nog verknoopt is met de omliggende wildernis. Voor Pratt is het cruciaal dat we ons als mensen blijven inzetten voor de bescherming van bedreigde habitats en diersoorten. Alleen zo kunnen we verdere uitsterving voorkomen. Haar eigen initiatieven voor het oprichten van de ecopassage, met behulp van de iconische P-22, zijn er een goed voorbeeld van.
Tegenover Pratts optimistische interpretatie staat echter ook een andere. De aanzienlijke aandacht voor P-22 vertelt ons namelijk ook iets over een nieuwe ontwikkeling in mens-dier-relaties. Dat wij, als mensheid, een hypocriete houding bezigen tegenover verschillende diersoorten is bekend. We tonen eindeloze compassie voor dieren met wie we een bijzondere band voelen, of met wie we ons identificeren, zoals honden, katten of apen. Intussen kunnen melkkoeien, plofkippen en de eindeloze hoeveelheden varkens in Brabantse megastallen op aanzienlijk minder sympathie rekenen.
Het is ook bekend dat datzelfde gegeven van speciëcisme, dat we sommige diersoorten hoger aanslaan dan andere, een weerslag heeft op natuurcampagnes. Wie fondsen wil werven kiest voor fotogenieke dieren die tot de verbeelding spreken – denk aan ijsberen, panda’s, tijgers, walvissen of grote roofvogels. Het hangt samen met een achttiende-eeuws natuurbegrip waarin we de natuur vooral zien als iets groots en magnifieks, niet als het alledaagse waardoor we aan alle kanten omringd zijn. Dat idee moeten we volgens de wetenschapsjournalist Ed Yong loslaten. In navolging van een essay van milieuhistoricus William Cronon pleit hij in An Immense World voor een inclusiever natuurbegrip, waarin we de wereld niet beschouwen vanuit menselijk perspectief, maar ons verplaatsen in de dieren om ons heen. Daarbij is het cruciaal dat we ze geen menselijke eigenschappen toedichten, maar aandacht hebben voor de manier waarop dieren de wereld ervaren.
Zo bezien is de massale verering van P-22 nogal wrang. Enerzijds heeft zijn bekendheid wel degelijk geleid tot meer bewustwording én daadwerkelijke verbinding van habitats. Anderzijds is het op zijn minst ironisch te noemen dat de penibele situatie van de poema’s in de Santa Monica Mountains op weinig aandacht en steun kon rekenen – tot P-22 ten tonele verscheen. De vreemdsoortige verbintenis die stedelingen uit Los Angeles met hem voelden was daarmee een handig – en noodzakelijk – instrument, maar geheel onschuldig is het niet. Het zegt veel over onze omgang met de natuur dat het niet lukt om een toch behoorlijk fotogenieke soort als de poema te beschermen, totdat één uitzonderlijk, individueel exemplaar dat we bijna menselijke eigenschappen toedichten ons eindelijk in beweging brengt. De vraag rijst of P-22’s verhaal niet vooral laat zien dat we dieren alleen nog een plaats geven in onze wereld als ze genoeg op ons lijken, ons inspireren, en niet te veel in de weg lopen.
In de laatste maanden van 2022 ging de poema zichtbaar achteruit, en begon hij ook een gevaar te vormen voor zijn omgeving. Hij verliet het park vaker en gedroeg zich agressiever jegens mensen en dieren. In zijn laatste weken viel hij minimaal twee (aangelijnde) honden aan, waarvan een het niet overleefde. De plotselinge verandering in gedrag vormde de aanleiding om de inmiddels twaalfjarige poema opnieuw te vangen en te onderzoeken. Uit dat onderzoek bleek dat hij ernstig vermagerd was, mogelijk schurft had en meerdere botbreuken had – waarschijnlijk overgehouden aan een aanrijding met een auto. Het gaf een nieuwe impuls aan een debat dat met enige regelmaat oplaait, meestal wanneer er weer een fietser is aangereden, over het verlagen van de maximumsnelheid in het park.
Voor P-22 was het echter te laat. Waar men eerst had overwogen hem in een opvang voor grote katachtigen onder te brengen werd nu toch besloten hem te laten inslapen. Het leidde tot woede, onbegrip en verdriet, alsof het hier geen wilde poema betrof maar een geliefd huisdier, en natuurorganisaties moesten het besluit publiekelijk verdedigen. Het staat in schril contrast met de minimale aandacht voor de dood van poema P-81, ruim een maand later, die stierf op de Pacific Coast Highway tussen Malibu en Los Angeles, en de andere acht Californische poema’s die sinds maart rond de snelwegen van L.A. door auto’s om het leven kwamen.
Anna-Luna Post is cultuurhistoricus en promoveerde op een proefschrift over de roem van Galileo Galilei. Ze woonde in 2022 in Los Angeles, waar ze helaas wel Chris Pratt spotte, maar niet P-22