Van de grootste theoreticus van het financieel kapitalisme, Hyman Minsky, wordt vaak gezegd dat hij een Cassandra was. Net als de dochter van Priamos die vergeefs de ondergang van Troje voorzag, waarschuwde Minsky vanaf de jaren zestig tot zijn dood in 1996 keer op keer dat het financiële systeem steeds instabieler werd. Dat klopte. Hij maakte de Savings and Loan Crisis in de jaren tachtig mee, de grootste bankencrisis tot dan toe, en Zwarte Maandag 1987, de grootste aandelenschok tot dan toe, de schuldencrisis van de jaren tachtig, de grootste ooit, de internetbubbel, de grootste bubbel tot dan toe, en net niet meer de Azië-crisis, de grootste gecombineerde crisis-cum-recessie. Dat wil zeggen, tot aan 2008.
Wie de geschiedenis beziet, kan niet aan de indruk ontkomen dat er een volgende klap komt, en dat het altijd groter kan. Wie Minsky leest, snapt ook waarom. Want wat doe je als het goed gaat? Je verwacht dat het beter zal gaan. De risico’s kunnen wel iets hoger, de buffers en besparingen wel wat lager. Doe dit samen een aantal jaren en de economie is uiterst kwetsbaar geworden. Maar de investeerder die niet meedoet ligt uit de markt. Die ingebouwde selectie op risicozoekend gedrag is waarom financiële markten zo labiel zijn. En dus ook economieën die zich aan financiële markten uitgeleverd hebben.
Cassandra zijn is geen pretje, want je krijgt snel het imago van doemdenker. Het verschil is dat van doemdenkers niets te leren valt. Cassandra’s leggen uit hoe het mis kan gaan, maar ook wat er aan te doen valt. Was ernaar geluisterd, dan was het paard van Troje nooit binnengehaald (en Cassandra waarschijnlijk vergeten).
Financiële doemdenkers krijgen zonder inspanning een paar keer in hun leven gelijk. Kwestie van stug volhouden. Je kunt nu veilig zeggen dat er een dip aankomt, na de lange boom sinds 2010 die van aandelen naar grondstoffen naar obligaties ging, en toen terug naar aandelen en door naar vastgoed. Prijsstijgingen blijven zich niet altijd door het systeem verplaatsen. Ze slaan ook eens om in prijsdalingen. Maar welke prijzen, wanneer, en hoe besmettelijk zal die plaatselijke malaise blijken te zijn?
Wie dat kan voorspellen, wordt rijk maar heeft waarschijnlijk toch maar gegokt. We kunnen niet in de toekomst kijken. Toch staan we niet met lege handen. Met de methode-Minsky kunnen we onderzoeken welke financiële praktijken de groei aandrijven. Slaan daar de trends om, dan heb je waarschijnlijk een crisis, of op z’n minst een dip. Eigenlijk ben je dan te laat. Nuttiger is het aan te kunnen geven of de kans op zo’n omslag toeneemt, zodat we ons tijdig kunnen indekken tegen de gevolgen.
Zo bezien is er wel een aantal trends aan het omslaan, waarvan lang gezegd werd dat ze de motoren achter de mooie rendementen op de financiële markten waren. De jongste is het terugkopen van eigen aandelen door Amerikaanse bedrijven, vaak met geleend geld. Vanaf de vroege jaren 2000 stegen zulke deals van 20 miljard naar 180 miljard dollar per kwartaal, om tijdens de crisis weer terug te vallen. Nu staan ze weer rond de 150 miljard. Dat was vorig jaar ongeveer vijftig procent van alle transacties op de Amerikaanse aandelenmarkten.
Koploper Apple besteedde in het eerste kwartaal van 2017 meer dan 7 miljard dollar aan eigen aandelen. Even in perspectief: dat is een derde van het totale budget voor de zorg in Nederland.
Deze ‘CEO pay machine’ creëert kunstmatig vraag naar eigen aandelen en dus koersstijgingen, aandeelhouderswinst en bonussen voor de topmannen – met hogere schulden en minder geld voor lonen, innovatie en investering. ‘Stock buybacks’ hebben verschillende keren de aandelenprijzen in de lucht gehouden toen het erop leek dat ze onderuit zouden gaan, zoals in 2015.
Dat terugkopen lijkt nu een aflopende zaak. Aankopen daalden deze zomer en zijn nu twintig procent lager dan vorig jaar. Sinds de rente in juni is gestegen, werd lenen duurder, en wellicht zijn de schulden nu op zo’n hoog niveau dat de lucht toch al uit het systeem is. Daarmee voegt het einde van de terugkoopmanie zich bij een groeiende reeks signalen dat de financiële kwetsbaarheid toeneemt – waaronder de stijgende rente gecombineerd met hoge schulden, en afbouw van de aankoopprogramma’s door centrale banken. Dat gaat gebeuren. Voorkomen kan niet, voorzorgen nemen kan wel.
De vraag is dus wie de constructieve Cassandra wordt die uitlegt hoe we tijdens de volgende dip het paard van Troje buiten houden.