Theater, dans, literatuur en kunst: gaat niet meer dan negentig procent daarvan over het menselijk tekort? En zijn er niet al duizenden pagina’s gewijd aan de duiding van deze hardnekkige kwaal?

Juist.

Onderhand heeft men een compleet glossarium ontwikkeld waarin de ziekte nauwkeurig wordt beschreven aan de hand van trefwoorden. Enkele daarvan zijn claustrofobie, paranoia, contactgestoordheid, het «Ik-en-de-Ander»-thema, melancholie, somberheid en angst — redeloze angst voor een wereld waarin het irrationele, het gewelddadige en het pijnlijke de overhand hebben.

Schrijvers, schilders, dichters, blueszangers en filosofen als Woody Allen berichtten over de gevolgen van het brute «in de wereld geworpen zijn», en cultuurliefhebbers deden er hun voordeel mee.

Avonden lang namen ze, gezeten in een comfortabele Chesterfield, de voeten ferm geplant in het hoogpolig berenvel voor de open haard, de mond krachtig gestulpt om de steel van de rustgevende pijp, kennis van literaire klassiekers, adembenemende kunstenaarsbiografieën en geestverwaaiende dichtkunst.

Natuurlijk werd de rust weleens onderbroken door een kaping of een wereldbrand, in gang gezet door een zekere haatdragende Oostenrijkse korporaal, die van mening was dat de Duitse herdershond meer «Lebens raum» verdiende dan het joodse pastramirund — maar dat gaf de artistieke ervaring juist nog wredere diepgang.

En hoe men ook schreef, dichtte, tekende, schilderde of de tijd-ruimtebegrenzing avant-gardistisch trachtte te doorbreken, het menselijk tekort, dat bleef.

Vrij hardnekkig zelfs.

Nu is het weer te bezichtigen in Rotterdam. Stef Kamil Carlens, de hooggehakte zanger/gitarist van de Belgische soulketelmuziekgroep Zita Swoon, richtte er de tentoonstelling Gentle Ruddy Turnstone in an Expanding Collection of Thoughts in.

Turnstone blijkt een stripfiguurtje met geëlektrificeerd haar, wiens gedachten beheerst worden door angsten, obsessies en paarse konijnen. Hij maakt onderdeel uit van een installatie van rondvliegende vleermuis achtige monsters met scherpe tanden van spiegelglas, op afstand gehouden door een androgyne, met een vervaarlijk zwaard zwaaiende SF-held. Ruddy staat in een open kooi, omgeven door paarse konijnen, de rug naar het deurtje gekeerd — vrij om te gaan maar bevreesd voor de buitenwereld. Carlens in een interview met het Rotterdams Dagblad: «Je kunt Ruddy vergelijken met dat tekenfilmhondje dat nooit reageert, maar alles ondergaat. Hij zit in zijn eigen wereldje. Alles om hem heen is een bedreiging. Aan kleine details merk je dat het hem niet zint wat er gebeurt, hij is bang, maar toch blijft hij apathisch.»

Carlens’ tekeningen en schilderijen, bevolkt door agressieve varkens, subtiel verknipte vrouwenlichamen uit pornotijdschriften en neerdalende bommen, tonen Ruddy struikelend in een karikaturale wereld, die verwant lijkt aan die van beroemde surrealisten als André Masson en Francis Picabia. Een mannetje dat dapper door titels heen wandelt als I Fail on a Large Scale, Dress up so Death Won’t Recognize You en I Always Feel Guilty.

Vreemd toch hoe het menselijk tekort, schel belicht door tl-lampen, er zo vrolijk uit kan zien. Of is dat het masker van de schone schijn — waarvan men zegt dat kunstenaars het hardhandig dienen af te rukken?

Gentle Ruddy Turnstone in an Expanding Collection of Thoughts: tekeningen, schilderijen en beelden van Stef Kamil Carlens. T/m 14 oktober in TENT, Witte de Withstraat 50, Rotterdam (di t/m zo 11.00 – 18.00 uur)