Rome – Paddenstoelen zoeken, de goede van de giftige onderscheiden, ze op de juiste manier klaar weten te maken, is in Italië een hoge tak van sport. Sommigen zien het zelfs als levensfilosofie. Om een goede fungaiolo (paddenstoelenvinder) te worden moet je je leven lang elke kans om te oefenen met beide handen aangrijpen. Op het moment dat het codewoord ‘fanno!’ (‘ze zijn er!’) de ronde doet, zie je mensen van alle leeftijden op de raarste tijden met een geheimzinnige blik in of uit de bossen komen. Aan de arm de klassieke rieten mand waarin je de paddenstoelen hoort te vervoeren, opdat de sporen weer in de bosgrond kunnen vallen.
Een goed paddenstoelenjaar kenmerkt zich door een regenachtige zomer. In een natte, nog van zomerwarmte doorstoofde bodem, gedijen paddenstoelen het best. En 2018 was een héél goed jaar, waarin tonnen paddenstoelen uit de Italiaanse bos- en bergbodems zijn gehaald. Maar ook was 2018 het jaar waarin officieel het plukkers-alarm is geslagen. Want voor de moderne, eigenwijze mens die alles al kan nog voor hij het ooit heeft gedaan omdat hij op zijn scherm heeft gezien hoe het moet, blijkt zelfs paddenstoelen zoeken levensgevaarlijk te zijn. De afgelopen vier jaar zijn er 145 dodelijke slachtoffers gevallen, en moest het Italiaanse Alpenkorps 1281 keer uitrukken om eigenwijze zoekers te redden van onmogelijke plekken, vaak met de helikopter.
Er zijn een paar redenen voor de gevaarlijke capriolen van de zoekers. Allereerst lopen ze het liefst op rubberlaarzen, omdat paddenstoelen altijd na een forse regenbui worden geboren. Maar het is het domste schoeisel voor op de steile Italiaanse berghellingen. De pittoreske rieten mand aan de arm is alleen voor zeer ervaren zoekers. De amateur kan beter gewoon een rugzak dragen, zodat de handen vrij zijn. En vooral: denk niet dat je via je mobieltje ‘geheime plekken’ kunt ontdekken, blijf vindbaar, luister naar de adviezen.
Want zelfs een ervaren fungaiola als de 93-jarige Caterina Laurenti, die in de bossen rond het meer van Bolsena even wat paddenstoelen wilde plukken na de lunch, was er bijna niet meer geweest. Haar redding was het fluorescerende groene vergiet dat ze had meegenomen. Daardoor konden de mannen van het Alpenkorps haar op de bodem van de spelonk waarin ze was gevallen zien liggen, na 24 uur eenzame wachttijd in doodse stilte.