Terwijl Abu Djasar een jonge vrouw helpt met het invullen van formulieren geeft hij een zakelijke opsomming van zijn grootste zorgen. ‘Er verblijven vijf tot zes families in één klaslokaal. We hebben een tekort aan water, er zijn te weinig wc’s en geen mogelijkheden om te koken. De mensen willen weten wie ze kan helpen en hoe lang het nog gaat duren. Maar ik zou het niet weten. De leerlingen van deze school krijgen ondertussen les op andere scholen in de buurt, die nu dus overbevolkt zijn.’
Een stevige vrouw in een blauwe abaya stormt het kantoortje van de manager binnen. ‘Waarom krijgen we maar één tapijt per klaslokaal?’ vraagt ze verontwaardigd. Haar stem trilt. ‘We zijn met zes families, dan is één tapijt niet genoeg!’ Abu Djasar legt uit dat de tapijten een gift zijn van een hulporganisatie en dat er simpelweg niet voldoende zijn voor iedereen.
Het gaat er nog opvallend gemoedelijk aan toe tussen de 421 dakloze families. De meeste zijn afkomstig uit de dichtbevolkte en zwaar getroffen plaatsen Shejaia en Zetoun, in het oosten van Gaza. Ze begrijpen elkaar, hebben dezelfde problemen. En ze vullen hun dagen op dezelfde manier. De mannen staan buiten op het plein, tussen schoolbanken die plaats moesten maken voor de vrouwen, die in de klaslokalen blijven. Zij verzorgen de kinderen, zittend op de kale grond. Het nut van een gezinstapijt is in één oogopslag evident.
Slechts gescheiden van de andere gezinnen door lakens aan een waslijn zit Nadjiyya (32) in ‘haar’ hoekje van het lokaal. Haar baby van vier maanden ligt naast haar te slapen op een kleedje. De lange, magere vrouw begint te vertellen. ‘Ons huis is compleet verwoest, we kunnen niet meer terug. Soms zijn er geruchten dat we geld krijgen voor een appartement, een andere keer zeggen ze dat we nog zeker een jaar hier in de school moeten blijven.’ Haar oudste kinderen, van negen en zeven, zijn omgekomen tijdens de oorlog. Op de vraag of ze behoefte heeft aan psychologische hulp antwoordt ze hoofdschuddend. ‘Als ik verdrietig ben, ga ik gewoon bidden. Dat helpt. Ik ben een gelovige vrouw, alhamdulillah.’