TOT VOOR KORT GELOOFDE niemand dat er een einde kon komen aan het bewind van de Colorado’s, de partij die onder dictator Alfredo Stroessner de almacht zou krijgen in Paraguay, en na diens val nog bijna twintig jaar zou aanblijven. Stroessner trad in 1989 af en week uit naar Brazilië. Hij liet een cultuur na van corruptie en vervalsingen van de verkiezingsuitslagen. Ook tijdens de presidentiële verkiezingen in april werden er nog volop van tevoren ingevulde stembiljetten gevonden, met een kruisje bij de naam van Blanca Ovelar, kandidate voor de Colorado’s en gedoodverfd opvolgster van president Nicanor Duarte Frutos.
De jubelstemming over de verkiezing van Fernando Lugo (1951) is zelfs merkbaar in het nationale voetbalelftal, dat deze dagen verrassend op kop gaat in de voorrondes voor het wereldkampioenschap in 2010. Tijdens een wedstrijd tegen Brazilië (uitslag: 2-0 voor Paraguay) hing in het stadion in Asunción de leus ‘Rechtvaardigheid in Itaipu’.
Want met de verkiezing van Lugo zijn de Paraguayanen begonnen hun rechten op te eisen. Zoals een betere prijs voor de energie die de waterkrachtcentrale Itaipu, dicht bij de beroemde watervallen van Foz d’Iguaçu, aan Brazilië levert. Beide landen hebben recht op vijftig procent van de gezamenlijk geproduceerde stroom, maar aangezien Paraguay (6,6 miljoen inwoners) zelf vrijwel geen industrie heeft, gaat 95 procent van de elektriciteit voor een productieprijsje naar Brazilië. Itaipu, met de Drieklovendam in China de grootste waterkrachtcentrale ter wereld, werd in de jaren zeventig gebouwd met Braziliaans geld, tijdens de hardste jaren van de dictatuur in beide landen. Het contract werd gesloten tussen de militaire bewinden van generaal Medici in Brazilië en dictator Stroessner (1954-1989) in Paraguay. Dat is reden genoeg voor president Lugo om de geldigheid van dat contract, dat tot 2023 loopt, aan te kaarten. Hij wijst op de strategische waarde van een overvloed aan energie, in een wereld die hard op zoek is naar nieuwe energiebronnen.
In zijn werkkamer van het partijkantoor van de Alianza Patriótica para el Cambio, de ‘patriottische alliantie voor de verandering’, waarmee hij op 20 april de verkiezingen won, weerspreekt Lugo dat Brazilië tot nu toe weigert aan het contract te willen tornen: ‘Er wordt nu ten minste over gesproken. Dat gebeurde tot voor kort niet.’
Lugo, een echte priester, die zijn gespreksgenoten in de ogen kijkt en stevig de hand drukt, eigenwijs geschoeid in leren sandalen, verklaart zijn overwinning door een omslag in Latijns-Amerika: ‘Het geeft het failliet aan van de traditionele partijen, die geen sociale antwoorden hebben gevonden op de misère. Sociale bewegingen hebben zich weten te verenigen. In Paraguay was er een acceptabele leider nodig voor de verschillende oppositiepartijen. En het toverwoord was “verandering”.’
Paraguay, na Namibië, Lesotho en Botswana het land met de grootste inkomensverschillen ter wereld, koos onweerlegbaar voor de aartsbisschop en zijn samengeraapte alliantie, die zowel trotskisten als liberalen in haar gelederen heeft.
‘Aartsbisschop van de armen’ wordt hij genoemd – liefkozend door zijn medestanders, en denigrerend door zijn tegenstanders, die een heuse haatcampagne tegen hem opzetten. Zo dreigde de scheidende president Duarte Frutos dat als Lugo verkozen zou worden de grootgrondbezitters in het land op grote schaal vervolgd en vermoord zouden worden. Zelfs president Luis Inácio Lula da Silva van Brazilië, voormalig vakbondsleider uit de staalindustrie, hield afstand tijdens de campagne en weigerde met Lugo op de foto te gaan toen die hem een bezoek bracht. Als enige van de Latijns-Amerikaanse leiders stuurde Lula Lugo slechts een telegram, in plaats van hem persoonlijk te bellen.
Het is Lugo om het even. Hij vergelijkt zichzelf liever niet met andere linkse leiders in Latijns-Amerika – Chávez in Venezuela, Morales in Bolivia en Lula in Brazilië – en noemt zichzelf rechts noch links: ‘Ik ben ik en Paraguay is Paraguay.’
Hij uit zich graag in katholieke bewoordingen, zoals bij zijn afscheid van zijn bisdom San Pedro: ‘Paraguay is nu mijn kathedraal.’ En hij citeert regelmatig paus Pius XI: ‘De politiek is de meest sublieme uiting van de liefde.’
Twee naaste medewerkers van Lugo’s campagne proberen over te brengen wat Lugo’s verkiezing in het land teweeg heeft gebracht. Ausberto Rodriguez Jara, Lugo’s perschef, is een voormalige linkse dissident die Paraguay in 1960 moest ontvluchten; de ander is een Italiaanse fotograaf, Pier Luigi Alberici. Samen maakten ze het boek Fernando Lugo el Obispo Presidente. Alberici: ‘Dit is gelijk aan wat de Europeanen gevoeld moeten hebben tijdens de bevrijding in 1945.’ Rodriguez: ‘We zijn eindelijk een nieuwe weg ingeslagen. De oppositie is altijd verdeeld geweest. We hadden geen leidersfiguur, tot Fernando Lugo er op een volkomen natuurlijke manier voor ging. Het was een bevrijdingsexplosie.’ Alberici: ‘Toen ik hem vorig jaar in Spanje voor het eerst ontmoette, noemde ik hem onmiddellijk “El presidente”.’ Rodriguez: ‘De Colorado’s geloven het tot op de dag van vandaag niet. De hoop is terug in Paraguay.’
Aan de campagne die vorig jaar augustus van start ging was een lange periode van onzekerheid voorafgegaan. Tot november van dat jaar schreven de kranten weinig over de bisschop, reden voor Lugo en Rodriguez om de Italiaanse fotograaf alle ruimte te geven. Rodriguez: ‘De angst was groot onder journalisten, angst om hun baan te verliezen.’ Alberici: ‘Geen journalist wilde me informatie geven.’ Ook bij Lugo bestond lange tijd twijfel of hij voor de wereldlijke leidersrol zou gaan. Hij had altijd binnen de kerk voor de mensenrechten gestreden, onder meer in Ecuador. In 1994 werd hij beëdigd tot aartsbisschop van San Pedro, een van de armste departementen van Paraguay, waar hij zich zou mengen in de strijd van de landloze boeren om land en zo onvermijdelijk bij de politiek betrokken raakte. Rodriguez: ‘Ik had in 1999 al een keer tegen hem gegrapt dat hij voor het presidentschap moest gaan. In 2004 begonnen we ons te organiseren.’
Een jaar later vroeg Lugo paus Johannes Paulus II om ontslag van zijn geestelijke taken, ‘om gezondheidsredenen’. De paus kende hem dat toe, zodat Lugo bisschop emeritus werd en dacht zijn handen vrij te hebben.
Rodriguez: ‘In 2006, op 29 maart, geloofden we dat we zo’n twaalfduizend mensen op de been konden krijgen. Dat werden er 45.000, van verschillende sociale bewegingen. Maar er brak onmin tussen de partijen uit. En de kerk begon druk uit te oefenen op Lugo om zich terug te trekken uit de politiek, wat hij deed in september 2006. Dat was een harde tegenslag voor ons. Maar we zijn handtekeningen gaan verzamelen, honderdduizend stuks, die we hem op 17 december 2006 overhandigden, met de vraag om zijn religieuze leven te verlaten. Sommigen dachten dat hij dat wel zou doen, anderen absoluut niet. Lugo noemde de nacht die daarop volgde “de langste van zijn leven”. “Met Kerstmis heb ik nieuws”, zei hij.’
De uitslag is bekend. In augustus 2007 schaarde de liberale partij PLRA zich achter Lugo’s kandidatuur, op voorwaarde dat zij de vice-presidentskandidaat mocht aanwijzen. Lugo was door de gehele oppositie geaccepteerd. De campagne groeide met een tournee van Lugo door het land. Rodriguez: ‘Tegenover de haatcampagne van Duarte Frutos plaatsten we een stille tocht, en vlak voor de verkiezingen kregen we 130.000 mensen op de been, twee keer zo veel als de Colorado’s. Toen waren we zeker van onze winst, zeker toen Frutos beval het opkopen van stemmen te staken, omdat dat toch verder zinloos zou zijn.’
De enige die nog probeerde roet in het eten te gooien, was de paus, Benedictus XVI, die zijn nuntius stuurde voor een gesprek met Lugo. Rodriguez: ‘Niemand weet wat er tijdens dat gesprek gezegd is. Noch de nuntius, noch Lugo heeft iets willen zeggen, zelfs niet tegen ons.’ Lugo is geschorst van zijn geestelijke taken, maar volgens het kerkelijk recht kan een bisschop niet uit zijn ambt ontheven worden. Rodriguez: ‘En dus is een aartsbisschop president! Het enige wat Lugo zei was: “De paus is nog altijd mijn chef, maar als ik staatsleider zal zijn, zullen we elkaar als staatsleiders bejegenen.”’
……………………………………………………………………………………………..
SOJA
In de omwenteling in Paraguay speelt soja een belangrijke rol. Brazilië, Argentinië en Paraguay zijn samen wereldwijd de grootste leveranciers van soja. Brazilië heeft zo’n 21 miljoen hectare, Argentinië zeventien miljoen en Paraguay twee miljoen hectare beplant met soja. De groei zit erin; de prijzen zijn de laatste twee jaar verdubbeld. Volgens sommige schattingen kan Brazilië zijn productie meer dan verdriedubbelen naar zeventig miljoen hectare.
De soja wordt vrijwel volledig geëxporteerd en levert de Zuid-Amerikaanse landen stevige exportdeviezen op. Bovendien genereert de export voor Brazilië en Argentinië extra belastinginkomsten, dankzij een exportheffing van respectievelijk 24 en 27,5 procent. De Argentijnse presidente zag vorige week een voorstel stranden om die heffing naar vijftig procent te verhogen.
In Paraguay is de export echter van iedere heffing vrijgesteld. Dit creëert de paradoxale situatie dat een kwart van het bbp van Paraguay wordt opgebracht door de grootschalige landbouw, maar slechts één procent van de belastinginkomsten uit de agrarische sector komt. De winst blijft in handen van de grote sojaproducenten, die meer dan zeventig procent van alle grond bezitten.
Bijna de complete Zuid-Amerikaanse oogst wordt als onverwerkt bulkgoed geëxporteerd naar de Europese Unie en China. Dat betekent dat de sojaproductie vrijwel geen industrie en weinig werk oplevert in Zuid-Amerika zelf, en omdat de grootschalige verbouw van soja bijna volledig gemechaniseerd is, zijn er ook maar weinig landarbeiders bij betrokken. Ziektes en andere plagen worden bestreden met landbouwgif van het Amerikaanse Monsanto, dat ook de genetisch gemanipuleerde zaden levert die vooral worden geplant.
Paraguay en Argentinië zijn ondertussen steeds afhankelijker geworden van de import van voedingsmiddelen, omdat het platteland door de sojateelt wordt gedomineerd.
In Paraguay groeit het verzet van de kleine agrariërs en landloze boeren, die hopen dat de nieuwe president hen zal steunen. De boeren keren zich vooral tegen de grootgrondbezitters, die zich door vriendjespolitiek onder Stroessner van de beste grond meester hebben gemaakt; de grond wordt momenteel op grote schaal aan soja producerende Brazilianen verkocht, die met het stijgen van de grondprijzen in Brazilië steeds meer voor Paraguay kiezen. ‘Brasiguaios’ worden ze genoemd, een mengvorm van Braziliaan en Paraguayaan.
In reactie op de landbezettingen gaan steeds meer grote sojaproducenten over op het inschakelen van privé-bewaking van hun grond, met zware wapens. Boerenleiders worden opgepakt en met de dood bedreigd, zeker in de provincie Alto Paraná, op de grens met Brazilië, waar om de beste grond van het land wordt gestreden. President Lugo heeft beloofd een vreedzame landhervorming door te voeren.