Post-coronawereld. Het nieuwe normaal. Anderhalvemetersamenleving. De huidige crisis heeft het leven geschonken aan een eigen vocabulaire. Het is opvallend hoeveel termen verwijzen naar de wereld die komen gaat, ook al weet de huidige realiteit voorlopig niet van wijken. De mondiale besmettingsteller tikt door en het scenario van een tweede golf van uitbraken is reëel. Dat zoveel coronawoorden toekomstgericht zijn, zegt iets over het verlangen om aan de huidige situatie te ontsnappen.

Er zit iets verraderlijks in die blik op de toekomst. Het gevaar bestaat om over het heden te kijken en te vluchten in het perspectief van het algemene. Het gaat dan al snel over ‘de mens’ of ‘de mensheid’, hoe die in elkaar steekt en hoe die straks zal leven. Aardig, maar een handvat over wat te doen of te denken in het hier en nu levert het meestal niet op. Aan vooruitgangsoptimisme – een intellectuele trend van voor de Covid-19-uitbraak – heb je weinig op het moment dat een samenleving kampt met medische tekorten of de vraag wie zich wanneer onder welke omstandigheden in het openbaar moet kunnen begeven.

Tegelijk is het hardop nadenken over de nabije toekomst ook een manier om die mede vorm te geven. Dat is een van de redenen waarom we ook bij De Groene de ogen richten op het type wereld dat uit deze crisis naar voren komt – hopelijk zonder daarbij uit het oog te verliezen dat er concrete vraagstukken zijn op de korte termijn.

De toekomst moet worden beschreven terwijl die vorm krijgt

In het kader van toekomstmuziek schrijven we deze week over de mondiale verhoudingen die opnieuw zullen worden geijkt in de nasleep van de pandemie. De afgelopen driekwart eeuw bewoog de wereld voornamelijk op het ritme dat de VS aangaf. De coronacrisis zou daar zomaar een einde aan kunnen maken. Het machtigste land ter wereld faalt in de aanpak van het virus en is gedwongen het dodental steeds weer bij te stellen. De regering-Trump gaat inmiddels uit van negentigduizend slachtoffers. Dat zijn er meer dan er vielen in alle oorlogen die de VS voerde gedurende de decennia waarin het land een status als hegemoon bereikte. Het is toepasselijk om stil te staan bij het mogelijke einde van de Amerikaanse hegemonie in de week dat we het moment herdenken waarmee die begon: de bevrijding van Europa en het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Of wordt het einde van de Amerikaanse wereldmacht te gemakkelijk aangekondigd? Ook die voorspelling wordt misschien wel gedreven door de hoop dat een nieuwe orde zich aandient. En bij vorige crises werd ook gezegd dat Amerika aan belang zou inboetten. Toch is in 2020 de hele wereld constant bezig met de huidige inwoner van het Witte Huis.

De geschiedenis heeft ons denken zo geconditioneerd dat we zoeken naar verandering in tijden van crisis. Tegelijkertijd zien we de verandering enkel achteraf. Zoals Jos de Mul opmerkt in een reisverslag in dit nummer hebben historici pas recent oog gekregen voor de grote veranderingen die in gang werden gezet door de Spaanse griep in 1918. Dat ‘Spaanse’ was overigens geschiedvervalsing. Het virus kwam uit de VS. De vraag is nu of Amerika slaagt in zijn poging het coronavirus als een Chinese ziekte de geschiedenisboeken in te laten gaan.

Wat dit leert is dat de toekomst open ligt en moet worden beschreven terwijl die vorm krijgt. Krachten voor herstel gaan op dit moment een strijd aan met krachten voor verandering. De economie, de mondiale verhoudingen, de wijze waarop welvarende maatschappijen leven, het kan straks anders zijn of hetzelfde blijven. Pas dus op bij termen als post-coronasamenleving. Wie die al volledig heeft ingevuld voordat het zo ver is, heeft meestal een wereld voor ogen die vooral aansluit bij de eigen voorkeuren.