Terwijl Peter Bakker, topman bij postbedrijf TNT, afgelopen maandagmorgen in het Rotterdamse Scheepvaart en Transport College de bevindingen van zijn Commissie Arbeidsparticipatie nog aan het presenteren was, had FNV-voorvrouw Agnes Jongerius haar kwalificatie al klaar. Ze vond het gedeelte van het advies dat zich richt op de middellange termijn lijken op het proefschrift van studeerkamergeleerden. Voor wie studeerkamergeleerden hoog heeft zitten: Jongerius bedoelde het als een diskwalificatie. Ze had de opmerking duidelijk voorbereid en denkt waarschijnlijk dat die goed valt bij haar achterban.
Jongerius speelde erop in dat in onze soundbite society haar opmerking blijft hangen. De analyse door de commissie-Bakker van het ingewikkelde probleem van de vergrijzende arbeidsmarkt en dreigende onbetaalbaarheid van de verzorgingsstaat, de samenhang in het advies tussen de voorgestelde plannen en het wezenlijk anders willen benaderen van werkloosheid, omdat alle handen die kunnen werken ook nodig zijn, dat alles verdwijnt door zo’n opmerking direct naar de achtergrond. Feitelijk erger: het is het maskeren van het weglopen voor het probleem.
Het klopt overigens dat er een paar hoogleraren in de commissie zaten, zoals Saskia Klosse, die gespecialiseerd is in sociaal recht, en Lans Bovenberg, die zich bezighoudt met vergrijzingsvraagstukken. Maar wat is er mis met het ‘gebruiken’ van wetenschappelijke inzichten in een zo ingewikkelde materie? Bovendien is commissievoorzitter Bakker een man uit de praktijk, en kan ook van de Rotterdamse PVDA-wethouder Dominic Schrijer of oud-CNV-voorzitter Anton Westerlaken niet worden gezegd dat ze de maatschappij alleen uit de boeken kennen.
De FNV-voorzitter kreeg direct steun vanuit de grootste oppositiepartij in de Tweede Kamer, de SP. Jongerius ontwaarde in de middellangetermijnvoorstellen van de commissie voor de FNV heikele punten, zoals het verhogen van de AOW-leeftijd en een ingrijpende wijziging van de werkloosheidswet, waardoor een werkloze een veel kortere periode recht krijgt op een uitkering. De SP kwam meteen met de opmerking dat het hier om een ontmanteling van werknemersrechten gaat.
Ook VVD-Kamerlid Stef Blok was er als de kippen bij. Blok ging in zijn eigen schuttersputje zitten en richtte op het ontslagrecht, daarbij eveneens denkend aan zijn directe achterban. Het ontslagrecht gaat niet op de helling, zoals de VVD zou willen. Dus hebben de timmerman en loodgieter niets aan het advies, oordeelde Blok, want voor die kleine werkgevers blijft het onaantrekkelijk ouderen of een gehandicapte in dienst te nemen. Hoe komt hij er immers van af?
De reacties van Jongerius, SP en Blok zijn typerend voor hoe in Nederland al jarenlang de discussie wordt gevoerd over de vergrijzing en de gevolgen daarvan voor de arbeidsmarkt en de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat. Met pavlovreacties. En opportunistisch.
In 2004 stond het Museumplein zwart van de mensen om te protesteren tegen voorgenomen ingrepen van het toenmalige kabinet van CDA, VVD en D66 in het prepensioen. PVDA-leider Wouter Bos, destijds in de oppositie, was ook op dat plein. Twee jaar later kreeg Bos het zelf zwaar te verduren, zowel vanuit de eigen gelederen als vanuit – onder andere – het CDA, toen hij voorstelde rijkere ouderen belasting te laten betalen over hun AOW. En nog afgelopen najaar liepen de spanningen tussen de regeringspartijen CDA en PVDA hoog op, omdat CDA-minister van Sociale Zaken Piet Hein Donner wilde voorstellen het ontslagrecht te versoepelen.
Dat de discussie over de gevolgen van de vergrijzing hard tegen hard gaat, is op zichzelf begrijpelijk. Het gaat niet om maatregelen voor een onsje meer, maar juist over een onsje minder. Niet een onsje minder voor slechts een beperkte groep, zodat de rest nog altijd kan denken dat het hen niet zal raken, zoals in de jaren negentig het geval was, toen er werd ingegrepen bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dit keer gaat het om een onsje minder voor iedereen. Dat gaat van au.
Nog maar 51 jaar geleden kwam er een AOW voor iedereen die 65 jaar werd, zonder dat daarover belasting werd geheven. Toen al schreef Joop den Uyl in een PVDA-studie dat op den duur een verhoging van die leeftijd overwogen moest worden vanwege de geboortegolf van vlak na de oorlog. Nu dringt de tijd en moeten we wel nadenken of we die leeftijd waarop je recht krijgt op dit ouderdomspensioen niet moeten verhogen en of we over dat pensioen belasting moeten gaan betalen. Want er komen niet alleen steeds meer ouderen, die ouderen worden ook gemiddeld ouder dan in de jaren vijftig. Wie verzorgt hen straks en wie betaalt die zorg? Maar ook: zijn er dan genoeg mensen om les te geven aan de jeugd of om ons huis te renoveren?
De commissie-Bakker rekent het probleem nog eens voor. In 2040 is de beroepsbevolking gedaald met een miljoen mensen, op een totaal van ongeveer tien miljoen nu. Daar staat geen navenante daling van het aantal banen tegenover. In 2040 zullen vijf werkenden de kosten moeten dragen van twee 65-plussers, terwijl die kosten nu over tien werkenden zijn verdeeld.
Jongerius denkt dat alles te kunnen oplossen met meer kinderopvang, grotere deeltijdbanen en extra loonkostensubsidies. Zij richt zich vooral op de kostenkant van het vergrijzingsprobleem, niet op de benodigde handen aan bedden, in klaslokalen en op bouwplaatsen. Volgens de commissie-Bakker is dat onvoldoende, althans op de (middel)lange termijn. Wel heeft de commissie zo veel politiek gevoel aan de dag gelegd dat ze dit kabinet nu niet opzadelt met omstreden maatregelen, zoals ingrepen in de WW, het verhogen van de pensioenleeftijd of het fiscaliseren van de AOW. Dat kan volgens de commissie allemaal wachten tot na 2011, niet toevallig het jaar waarin er parlementsverkiezingen zijn, of tot nog later.
Daarmee heeft de commissie dit kabinet een dienst bewezen en de ruzie over het ontslagrecht weggepoetst. Daar staat tegenover dat de commissie pregnant het probleem schildert dat op Nederland afkomt. Daarmee wil ze de geesten rijp maken voor pijnlijke ingrepen. Dat is, geheel naar Nederlandse traditie, óók de functie van zo’n adviescommissie.
De coalitiepartijen halen nu opgelucht adem en oppositiepartijen als SP en VVD kruipen lekker in hun schuttersputjes. Maar langer wachten met een open, bredere discussie kan niet meer. In de nieuwe verkiezingsprogramma’s moet er boter bij de vis. Daar moet niet alleen in staan hoe de kosten van de vergrijzing moeten worden betaald, maar ook wie het werk gaat overnemen van al diegenen die met pensioen gaan. Ook als dit kabinet de rit uitzit, komen die verkiezingsprogramma’s sneller dan menigeen lief is.