Valt verder nog op dat in een loensende parallelwereld die de culinaire prostitutie voor haar rekening neemt, bij voortduring te weinig aandacht wordt geschonken aan het troostende effect van gewoon maar iets in je mond stoppen. Terwijl wij daar thuis juist zo veel aan doen, zonder direct in opvoedkundig treiteren te vervallen.
Het laatste zap-dinertje bijvoorbeeld: na potloodventende sesamgarnalen meteen door naar peperpootje met peremootje, afgeblust met ongeperste tomatensaus op Italiaanse deegwaren en tussentijdig changement naar Angelica met haar komkommersla.
Het was veel lekker en lekker veel, het leek wel warme kunst.
Saus behoeft apologie. In dit land, geachte tuinders onder u, wordt de tomaat gekweekt om haar vel. Opdat als tomaat A botst met tomaat B de schade beperkt blijft tot het onderhuidse. Maar ons ‘not shaped for sportive tricks’, ons ontging het niet dat er opeens en al voor de tweede keer rode Marokkaanse tomaten met blauw etiket in de winkel lagen. Lekker duur zoals dat hoort bij betere kost, want per stuk ook nog eens in een vierentwintigpersoons blauw bedje, en daarom hadden ze ook zulk lekker vel. Van die tomaten lukte het, na eerst wat plakjes knoflook in de onderliggende olijvenolie gebakken te hebben, zonder omwegen wel tien volwassen exemplaren tot saus om te smelten, waarbij vooral het vel niet tegenwerkte; tevens geef ik toe dat deze mededeling de wereld niet op haar kop zet of iets beter maakt.
Vanwege het bijgeloof voegde ik een takje basilicum toe, maar veronachtzaamde desondanks mijn variant op de Rombauer-variant niet. Die bestaat uit het toevoegen van een ‘gebogen pinkvormig’ stuk citroenschil aan, zoals Irma S. zelf zei: ‘practically everything’.