© EyeEm GmbH/ Rights Management/HH

Op een late herfstavond, in november 1961, verdween het standbeeld van Stalin in Boekarest. Kort daarna kreeg de stad Brașov zijn originele naam terug, nadat die elf jaar lang Stalin had geheten. Het waren in de Roemeense communistische tijd de eerste voortekenen van een tijdelijke ontspanning, die van 1965 tot 1971 zou duren, een ontspanning – aangeduid met een woord, ‘dooi’, dat door de schrijver Ilja Ehrenburg in circulatie was gebracht – in de vorm van destalinisatie en toenadering tot het Westen.

De derussificatie was begonnen. De anti-westenpropaganda werd niet meer zo gehoord. Belangrijke politieke gevangenen kregen amnestie, sommige mochten zelfs publiceren in de tijdschriften van toen en de bijbel was verkrijgbaar in de staatswinkels. Op radio en tv was Italiaanse muziek te horen, mensen gingen naar de film, eerst nog naar films van sovjet- of Indische makelij, later naar neorealistische Italiaanse films, maar ook naar stomme comedy’s en Amerikaanse westerns. Radioprogramma’s in de Russische taal verdwenen, bij de kiosken verschenen kranten en westerse tijdschriften. Le Monde en Corriere della Sera kon je dagelijks bij een aantal stands kopen. Alberto Moravia en Pier Paolo Pasolini brachten een bezoek aan Roemenië.

De mensen dachten dat de wereld ten goede zou veranderen, ook al werd in deze periode van volle dooi Wet nr. 18 van 24 juni 1968 op vermogenscontrole uitgevaardigd. Artikel 13 van die wet bepaalde onder welke voorwaarden er onderzoek naar hoogwaardigheidsbekleders kon worden gedaan. Een waarschuwing: ook in volle dooi kon niemand zeker zijn van zijn zaak. Roemenië was nog steeds een concentratiekamp, maar met de vensters wijdopen, en niets wees nog op een nieuwe vorstperiode.

Het waren de zogenaamde ‘Stellingen van juli’, de kleine culturele revolutie van 6 juli 1971, die een nieuwe periode van kou inleidden. De Stellingen waren het resultaat van een vergadering van de Partij en bepaalden dat bijvoorbeeld artiesten niet meer in vreemde talen mochten zingen. Het betekende feitelijk een terugkeer naar van de jaren vijftig, naar een maatschappij zonder westerns of musicals, koffie of chocola.

De afgelopen weken werd er in Nederland hard gewerkt aan een draaiboek om Nederland te ‘heropenen’. Het kabinet wil hoop en perspectief geven. Ook in Nederland is de dooi ingevallen, het leven mag weer beginnen. Stapsgewijs. De basisscholen zijn begonnen, de bibliotheken zijn open. Per 1 juni mogen ook de bioscopen, concertzalen, musea, theaters en terrassen weer open, net als de strandtenten. Ook restaurants mogen weer gasten ontvangen, maar alleen met een reservering. In september volgen dan de sauna’s, seksclubs en de laatste sportclubs. Het leven ontdooit.

Toch zijn er in Nederland nog steeds zo'n 25.000 coronapatiënten die elke vijf dagen leiden tot zo'n 450 ziekenhuisopnames. Als de dooi niet langzamerhand verloopt, bestaat er kans op een te grote toename van het aantal besmettingen waardoor de ziekenhuizen weer overbelast zullen raken, wordt vanuit Den Haag steeds benadrukt.

Periodes van dooi in de geschiedenis zijn vaak bedrieglijk gebleken. Vaak zijn ze gezien als de mooie maar giftige appel uit het sprookje. De dooi in Nederland die op 11 mei is ingezet heeft meer weg van het navigeren van Odysseus en zijn mensen tussen Scylla en Charybdis. Odysseus koos de Scylla-kant en hoewel het hem zes bemanningsleden kostte, lukte het hem om veilig de zee te doorkruisen.

We zullen zien hoeveel de pas ingezette dooi ons zal kosten.