Zelden zal iemand in zo korte tijd zo wereldberoemd zijn geworden als de Franse econoom Thomas Piketty.

Het boek waaraan hij dat te danken heeft, Le capital au XXIe siècle, is vorig jaar verschenen. Dit jaar volgde de Engelse vertaling en daarna is de zegetocht begonnen. In Amerika, aan de linkerflank, wordt hij toegejuicht als de nieuwe visionair, in Europa zijn er mensen die hem als de opvolger van Karl Marx beschouwen. Aan de uiterste rechtervleugel zijn er mensen die hem vervloeken. Hij heeft het allemaal te danken aan zijn boodschap en aan de overtuigende manier waarop hij die heeft opgeschreven. In deze westerse maatschappij, onder de nu geldende structuur, worden de rijken rijker en de armen armer. ‘Wie niets meer bezit heeft het gevoel buiten de samenleving te staan.’

Het is goed dat het op een zo wetenschappelijke en overtuigende manier is opgeschreven en dat dit boek zo snel een succes is geworden. Maar goed beschouwd is het ook oud nieuws. Het begin van de Amerikaanse kredietcrisis dateert van 2007; onze grote economische crisis is omstreeks 2008 begonnen en woekert nog steeds voort. In Amerika is een nieuwe klassenmaatschappij in wording, zoals vrijwel dagelijks door de media van links en het midden wordt beschreven. Ze vinden steun bij vooraanstaande economen als Paul Krugman en Joseph Stiglitz. En dan toch die wereldbestseller, de openbaring van Thomas Piketty.

Feitelijk is het geen openbaring maar een bevestiging. Terwijl de bonussen van de rijken blijven groeien, stijgt de werkloosheid, worden huren verhoogd en uitkeringen kleiner. Af en toe wordt er iemand betrapt die ‘zichzelf excessief verrijkt heeft’. Hij komt voor de televisie, betuigt spijt en daarmee is de zaak weer afgedaan. De samenleving wordt onstuitbaar verder gepolariseerd.

Voor deze gang van zaken is de politiek uiteindelijk verantwoordelijk. Aan de regering, het parlement en de bureaucratie is de leiding van het land toevertrouwd. Via de verkiezingen bepalen de politieke partijen in welke richting het land gestuurd wordt. En nu, terwijl de kloof tussen arm en rijk gestaag dieper wordt, gedraagt de politiek zich alsof er niets bijzonders aan de hand is. De tweedeling blijft onbesproken.

Kijk om je heen! Besef wat je ziet! Op deze manier loopt het mis!

Hoe komt het dat tegen deze in feite absurde gang van zaken niet massaal wordt geprotesteerd? Ten eerste is in de loop van de afgelopen halve eeuw de nationale politiek radicaal veranderd. Misschien waren de communistische partijen door een internationale toestand als deze tot nieuwe bloei gekomen. Maar al tientallen jaren geleden zijn ze opgeheven. Als er nu al een revolutionair element in de nationale politiek is, dan wordt dat vertegenwoordigd door het populisme. Maar is dat revolutionair? Tot dusver is gebleken dat het morgen zal schrikken van wat het gisteren van plan was.

De schuld van de passiviteit ligt ook bij de kiezer. In de afgelopen tientallen jaren is hij geleidelijk gedepolitiseerd. Dat is ongeveer een halve eeuw geleden begonnen, toen hij verleid werd door het consumentisme, zoals dat zich manifesteert in de wereldwijde ketens van supermarkten en andere megawinkels voor consumptie, op ieder gebied. Consumentisme betekent niet dat iedereen de gebraden duiven in de mond vliegen. Maar door de industrie wordt in de reclame een niet-aflatende propaganda voor zo’n toestand gemaakt. Op dit gebied is de reclame hardnekkiger dan welke politieke propaganda dan ook.

In deze mondiale noodtoestand verschijnt Piketty met zijn boek op het toneel. Het is niets minder dan een wetenschappelijk onderbouwde noodkreet. Kijk om je heen! Besef wat je ziet! Op deze manier loopt het mis! Maar de politici gaan door met het werk waar ze aan bezig waren en de kiezers geloven het wel. Europese verkiezingen? Een kans om de macht van Brussel te breken? Nauwelijks een derde van de kiezers komt opdagen.

We nemen het hem niet kwalijk, maar aan het boek van Piketty ontbreekt een hoofdstuk: een ontwerp tot een plan voor politieke actie. Maar wat zouden we dan willen? Een opvolger van Techniek van de staatsgreep, geschreven door Curzio Malaparte in 1929? Ook dat was een tijd vol onzekerheden, de krach van Wall Street, het begin van de grote crisis, de opkomst van Hitler en Mussolini. Malaparte heeft zich laten inspireren door Trotski. De staatsgreep is een machine die bediend moet worden door vakmensen.

Het is er toen niet van gekomen. In plaats daarvan heeft de internationale gemeenschap zich op de Tweede Wereldoorlog voorbereid. En nu? Zijn we bezig met het voorbereiden van een catastrofe, waarvan Piketty de grondslag heeft beschreven?

De komende weken denken we er niet aan. Eerst voetballen.