
Volgens Peter Navarro, handelsadviseur van Donald Trump, zal de Canadese premier Justin Trudeau branden in het vagevuur. ‘Er is een speciaal plekje in de hel voor iedere buitenlandse leider die oneerlijke diplomatie bedrijft met president Donald J. Trump’, zei Navarro na afloop van de G7-top in Canada, waarbij Trump zich de zwakste schakel van dat gezelschap toonde. Trudeau, de Japanse premier Abe en de Europese leiders waren eensgezind: een handelsoorlog kent alleen maar verliezers. Amerika’s delegatie zocht het conflict juist op, ook al moest ze daarvoor de feiten mangelen en een karikatuur van de waarheid maken.
Trudeau’s zonden, voor de goede orde, bestaan uit het in stand houden van tarieven op Amerikaanse zuivel en de aankondiging tegenmaatregelen te zullen treffen nu Trump heeft besloten om nieuwe importheffingen op staal en aluminium in te voeren die ook Canada en Europa raken. Totdat Trump deze steen in de vijver gooide was er niets aan de hand. 99 procent van de Amerikaanse producten gaat tariefloos de grens met Canada over, voor het overige geldt een gemiddelde importheffing van drie procent, ongeveer hetzelfde als voor de EU. Als er één plaaggeest is die uit de onderwereld is opgedoken om het vrijhandelsparadijs te verstoren, dan slaapt die in het Witte Huis.
Dat het Trump niet om eerlijke wereldhandel gaat, is inmiddels duidelijk. De handelsrelatie tussen grote westerse economieën is grotendeels in balans, als resultaat van constructief overleg in gremia zoals de G7. Eventuele plooien kunnen daar worden gladgestreken. In plaats daarvan kwam Trump met een opgeblazen cijfer over het Amerikaanse handelstekort (817 miljard dollar, bijna 250 miljard meer dan het werkelijke bedrag) en gebruikte hij dat als basis om de G7 als een club profiteurs neer te zetten. Het is dezelfde instelling waarmee de VS alle kandidaten voor een positie als rechter bij de Wereldhandelsorganisatie blokkeerden: internationale samenwerking verstoren is een actief doel van de regering-Trump.
De grote vraag is of Trump deze kamikazepolitiek geloofwaardig kan volhouden tot aan 2020, als er weer presidentsverkiezingen zijn in de VS. Het antwoord hangt deels af van hoe andere landen verder zullen reageren. Die staan voor een pijnlijk dilemma: Trumps ongefundeerde protectionisme (plus de bijbehorende beledigingen) slikken of in de tegenaanval gaan, met het risico dat de handelsoorlog verder escaleert. Met beheersing terugslaan, zoals Trudeau voorstelt, is de strategie van de middenweg. Onderlinge handelsafspraken maken en de VS links laten liggen past daar ook bij.
Hoe dan ook verdient Trump geen concessies na de G7-top. Dat verband is behalve op een historische verbintenis gebaseerd op respect voor internationaal recht. Rusland werd de deur gewezen toen het de Krim annexeerde. Trump breekt een andere spelregel: dat landen met elkaar spreken op basis van de juiste cijfers en elkaar met diplomatieke egards behandelen. Trump en zijn spreekbuis Navarro doen beide niet.
Trump wil naar Washington kunnen terugkeren met het imago van een winnaar die zijn vijanden in de ogen kijkt en ze de waarheid vertelt. Kim Jong-un leende zich voor die rol. Westerse democratieën zijn het aan zichzelf verplicht om niet mee te doen aan een schijnvertoning. Zonder G7 om zich tegen af te zetten moet Trump een verhaal hebben over het werkelijke probleem achter een scheve handelsbalans. Amerika produceert te weinig goederen die de wereld wil hebben. Europa levert in de regel betere kwaliteit, China is goedkoper. Een G6, of noem het een Europese top waar Canada en Japan zijn uitgenodigd, hoeft zich van dat specifiek Amerikaanse probleem niets aan te trekken.