
Er zijn kunstvoorwerpen waarvan je zeker weet dat ze vanwege hun schoonheid en vanwege hun kunstigheid zijn gemaakt. Daarom verbluffen ze ook – zoals bijvoorbeeld een klein landschap van gekleurde pietre dure, in een slanke lijst van grijs marmer, dat ik deze dagen gezien heb in het museum Palazzo Madama in Turijn. Daar is verder geen theorie voor nodig. Het sierlijke ding, eind achttiende eeuw, was klein maar daardoor des te precieuzer. Je zag wat water glanzen, een heuveltje van groen met twee of drie bomen. Bij het water een figuurtje, ook ergens nog een klein gebouw, in de blauwe lucht een witte wolk: alles wat een landschap moet hebben stond erop. Een aquarellist maakt zo’n tafereel in een oogwenk. Deze figuratie was uit grillige stukjes dunne, vlakke steen in elkaar gezet, zo precies gesneden en glad geslepen dat ze naadloos in elkaar pasten – soorten halfedelsteen in heldere kleuren zoals jaspis, porfier, agaat. De schoonheid in dit landschap zit ’m in de verbluffende luminositeit. Het is alsof het gesteente licht in zich draagt en uitstraalt.
Intussen bedacht ik dat in onze tijd dat soort bijna absurde schoonheid verdacht geworden is. Die kunstigheid wordt als oneerlijk beschouwd. Dat commentaar hoorde je over de schedel vol diamanten van Damien Hirst. Maar toch zie ik in het schilderij Stroom VII van Marian Plug eerst en vooral de zachtaardige schoonheid ervan. Het is een verbeelding die zij heeft gezien, lang geleden misschien, die toen bij haar is blijven hangen als een tafereel van zachte kleur van bladeren en ijle schemer dat uiteindelijk een schilderij werd. Toen dat gebeurde, kwam dat schilderij terecht in haar eigen handschrift (zacht, wollige toetsen kleur die wat murmelen) en in een strategisch schema. Op de voorgrond kabbelt het water. Daarachter verschijnt een decor van rechte bomen waaraan als losse vlokken het groen hangt – het lover lichtgroen, donkerder het naaldgroen, een geelgroen van gras. Van die verschillende kleuren groen (hier en daar nog donkerpaarse passages van schaduwen in het bos) vinden we reflecties terug in het gekabbel van het water. Het schilderij is zoiets als een ruimte van atmosferische kleurnevels geworden. Met andere woorden: het landschap is een interieur. Om die dromerige schoonheid te laten zien, die zij bij het schilderen zo heeft gezien en geformuleerd, heeft Marian Plug dit schilderij gemaakt. Zo vertelt zij over wat ze beleeft. Andere diepzinnigheden zijn er niet.

Die zijn er evenmin in het landschap dat Marijke van Warmerdam in haar korte film Wake up! laat opklaren – op de manier van haar handschrift. Eerst laat ze iets abrupts gebeuren. Op het moment dat we het landschap denken te zien wordt, direct als de film begint, onze blik verstoord door een plens water die van links in beeld wordt gesmeten. Misschien een seconde duurt dat. Daarna zien we een overvloedig grazige weide vol met gele bloemen. Aan de einder, die dichtbij is, liggen twee laag glooiende heuvels. Het spektakel, dat na de frisse plens water een idylle wordt, zijn het gras en de bloemen. Als het water weg is zien we de bloemen in het gras wat bewegen in de wind. Tussen dat geel en groen wiebelen er ook een paar rode bloemen. Ook zien we een witte vlinder fladderen. De film is een loop van een goede minuut. Als we dus kijken naar de bloemen die onze aandacht vragen vanwege hun onvoorspelbare gekrioel komt ineens de plens water terug. Die maakt het beeld weer wonderbaarlijk frisser. Het is dan helder als water. Dat effect komt van het glinsterende water dat steeds dus door het beeld valt, en ook het licht van de lichtblauwe lucht boven de heuvels. In het schilderij van Marian Plug is het bovenin dicht met gebladerte. Vandaar zakt als een sluier de schemering naar beneden – naar het langzame water dat ook niet klatert. Daar is atmosfeer. De klaarheid in het werk van Van Warmerdam, en dat regelmatige opfrissen, maakt dat zelfs de kleinste details heel zichtbaar zijn. Daarom gaat het. Dat is het geduldige kijken waartoe Wake up! ons verleidt. Vooral mooi is de eenvoud van die waarneming – zoals bij Marian Plug ook zonder van alles eromheen.
Beeld: (1) Marijke van Warmerdam, Wake up!, 2006. 35mm film-loop, 2’44’’. Foto Collectie Castello de Rivoli, Turijn; (2) Marian Plug, Stroom VII, 1996. Foto Stedelijk Museum Amsterdam.