Untitled (Two Girls Embrace), 2018. Tyler Mitchell © Tyler Mitchell

In de wereld van Tyler Mitchell is de lucht lichtblauw, met hier en daar een schapenwolkje. Planten staan uitbundig in bloei en er wonen uitsluitend mooie, jonge mensen, die zich vermaken met een bal of zijn weggedommeld onder de warmte van de zon. Groene bomen werpen lange schaduwen maar doen niets af aan de suikerzoete kleuren van deze wereld, zo zoet dat je eraan zou willen likken, precies zoals de jongen op de foto Rose Lick (2017) dat doet. Zijn roze tong reikt naar een roze roos, die haast wegvalt tegen het roze van zijn shirt. Mitchell noemt zijn wereld ‘een zwarte utopie’.

Toen Mitchell vorig jaar het omslag van het septembernummer van Vogue verzorgde, deed hij dat niet alleen als jongste fotograaf ooit, hij was 23, maar ook als eerste Afro-Amerikaan uit de geschiedenis van het modeblad. Het model, Beyoncé, had zelf om de jongen uit Atlanta gevraagd. Inmiddels woont Mitchell in Brooklyn en maakt hij naam in de kunstwereld. De tentoonstelling in Foam, I Can Make You Feel Good, is bescheiden van omvang maar krachtig als geheel. ‘Ik voel de urgentie om beelden te creëren waarin zwarte mensen er zorgeloos, uitbundig, ontspannen en gevoelig uitzien’, zegt Mitchell. Beelden die hij kende van fotografen als Larry Clark en Ryan McGinley, ‘sensuele, jonge, aantrekkelijke’ modellen die ‘vol plezier rondrenden en vrij waren’. Maar dan met zwarte mensen.

In twee videowerken komt zijn utopie tot leven. Idyllic Space is ontroerend en adembenemend mooi, een video geprojecteerd op het plafond, als een klassieke plafondschildering, die je liggend op je rug bekijkt. Jonge mensen zijn er aan het schommelen, skateboarden, touwspringen, snoep eten, zwemmen en wij zien ze van onder, zij kijken op ons neer. Het besef: wanneer zag ik zwarte mensen op foto of film, zonder dat er ‘iets’ met hen aan de hand was, iets politieks? Een jongen eet een ijsje en roze druppels lekken uit zijn hoorn, op ons, op de cameralens. Zorgeloos, ja, maar niet vanzelfsprekend. In Mitchells hoofd zat steeds Tamir Rice, de jongen van twaalf die buiten speelde met een speelgoedpistool en werd doodgeschoten door de politie.

Ik moest denken aan If Beale Street Could Talk (2018), de film waarin de camera zich richt op Tish en Fonny, twee jonge mensen in de jaren zeventig, verschrikkelijk verliefd. Het verhaal, gebaseerd op een boek van James Baldwin, is aangrijpend in zijn eenvoud. Het gaat over verliefd zijn, gewoon verliefd zijn, een emotie die in de film zo dwingend in beeld is gebracht dat het racisme, dat in de wereld van de verliefden ook bestaat, zó rauw op je dak valt, zó onrechtvaardig voelt – precies wat het is. De scherpte waarmee het stel in beeld is gebracht, de achtergrond vaag, net als in de fotografie van Mitchell, is een bubbel waar je niet buiten wil. Het idee dat iemand deze mensen hun plezier zou misgunnen, verpletterend.

Tyler Mitchell, I Can Make You Feel Good, t/m 5 juni in Foam, Fotografiemuseum Amsterdam, foam.org