De staande ovaties die Vladimir Poetin na de inlijving van de Krim te beurt vielen in het Kremlin, riepen herinneringen op aan de applausmachines van de sovjetleiders. Ze bevestigden de absolute macht die de Russische president inmiddels heeft. Gesteund door een kleine groep medestanders wist hij alle mogelijke tegenstanders uit te schakelen. Met de touwtjes stevig in handen blijft Poetin in eigen land ook onweersproken in zijn pogingen om de schuld voor het neerhalen van de MH17 in de schoenen van Oekraïne te schuiven.

Vrijwel direct na zijn aantreden als president in mei 2000 begon Poetin aan de opbouw van zijn ‘verticale machtsstructuur’, zoals dit in de Kremlin-newspeak heet. In zijn eerste toespraak sprak de kersverse president over zijn ‘verticale’ ambitie, bedoeld om een einde te maken aan de macht van lokale gouverneurs en zo Rusland weer volledig onder controle van het Kremlin te brengen.

Zijn vertrouwelingen bestonden bijna uitsluitend uit siloviki, ‘personen met macht’: mensen in uniform zoals de politie, het Openbaar Ministerie (in Rusland ook geüniformeerd), het leger en de veiligheidsdiensten. Als oud-kgb-kolonel selecteerde Poetin de meest reactionaire en rücksichtslose siloviki uit de veiligheidsdiensten, vaak zoals hijzelf afkomstig uit Sint-Petersburg. De siloviki delen met Poetin de ideologie dat Rusland een eigen traditionele weg volgt, los van het Westen, en dat die alleen met ijzeren vuist kan worden gerealiseerd.

In zijn eerste presidentstermijn (2000-2004) centraliseerde Poetin opnieuw de onder zijn voorganger Boris Jeltsin ontmantelde kgb. Daardoor werd de belangrijkste opvolger van de kgb, de veiligheidsdienst fsb, oppermachtig. Poetin stond in 1998 en 1999 zelf aan het hoofd van deze superdienst en hij behield die macht toen hij in augustus 1999 als premier overstapte naar het Kremlin. Bij deze overstap nam hij zijn plaatsvervanger bij de fsb en oud-kgb-collega Sergej Ivanov mee. In het licht van de huidige Russische agressie in Oekraïne is het opvallend dat Poetin in september 1999 de tweede Tsjetsjeense oorlog in de Noord-Kaukasus begon. Deze actie maakte de voorheen onbekende silovik Poetin tot de populairste politicus van Rusland. Aanleiding voor de oorlog was het opblazen van een aantal woonflats in Moskou, volgens het Kremlin het werk van Tsjetsjeense terroristen. De kersverse premier Poetin beloofde daarop in zijn kenmerkende taal de terroristen ‘desnoods tot op de plee af te slachten’. Voormalig kgb’er Aleksandr Litvinienko, die later naar Londen vluchtte en daar in het najaar van 2006 werd vermoord, beweerde dat de fsb achter de aanslagen zat.

Poetin is de primus inter pares binnen zijn nauwe kring van siloviki-vertrouwelingen. Zij houden de Russische maatschappij strak onder controle en maken andersdenkenden ‘onschadelijk’. Al in juni 2000 werd de machtige mediamagnaat Vladimir Goesinski gevangen gezet op aanklachten van fraude. In ruil voor het afstaan van zijn kritische tv-zender ntv aan de mediapoot van staatsbedrijf Gazprom kreeg hij toestemming Rusland te verlaten. Ook Boris Jeltsins kingmaker, de oppermachtige mediamagnaat en oligarch Boris Berezovski, die nota bene Poetin naar het Kremlin had gehaald, werd in 2000 vervolgd en vluchtte naar Londen. Sommige Kremlin-critici menen dat Berezovski’s zelfmoord in Londen vorig jaar in werkelijkheid een fsb-actie was. In 2003 werd de topman van oliebedrijf Joekos en de rijkste man van Rusland, Michail Chodorkovksi gearresteerd op beschuldiging van belastingontduiking. Waarnemers meenden dat Chodorkovski’s politieke ambities hem in de cel deden belanden. Afgelopen december, na tien jaar gevangenisstraf, kwam hij vrij en verliet hij Rusland.

Nadat hij met behulp van zijn siloviki de lastige oligarchen onschadelijk had gemaakt, schafte Poetin in zijn tweede presidentstermijn (2004-2008) de verkiezingen voor de lokale gouverneurs af. Hij benoemde ze voortaan zelf. Hoewel Poetin in 2008 officieel stuivertje wisselde met het hoofd van zijn presidentieel apparaat, Dmitri Medvedev, stond Medvedev in wezen onder de hoede van Poetin. Poetin noemde het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ‘de grootste geopolitieke catastrofe van de twintigste eeuw’ en het Kremlin begon in augustus 2008 met het rechtzetten daarvan door een oorlog met Georgië en de daaropvolgende inlijving bij Rusland van Abchazië en Noord-Ossetië. De annexatie van de Krim en het aansturen op opsplitsing van Oekraïne door het steunen van de pro-Russische separatisten aldaar lijkt een vervolg op dit plan.

Poetins vertrouwelingen maken andersdenkenden ‘onschadelijk’ en houden alles strak onder controle

Tegen 2012 leek Poetin het land stevig onder controle te hebben. Maar in de aanloop naar zijn derde verkiezing tot president, in maart dat jaar, braken massale protesten uit, de grootste sinds hij aan de macht was. De progressieve elite kreeg gezelschap van de groeiende middenklasse, die genoeg had van de endemische corruptie in het land. De totalitaire kracht van de Poetin-bende kwam nu ten volle naar voren. Het dociele parlement, de Doema, nam onder toeziend oog van voorzitter en Poetin-intimus Sergej Narysjkin de ene na de andere draconische wet aan. Onder het mom van het handhaven van de wet openden politie, justitie en de fsb, met aan het hoofd Poetin-vertrouweling Aleksandr Bortnikov, een frontale aanval op de oppositie. Door aanscherping van de wetten op demonstratie, terrorisme en ‘buitenlandse agenten’ kon het machtige Onderzoekscomité onder leiding van Poetins medestander Aleksandr Bastrykin willekeurig welke demonstrant, blogger of journalist in de gevangenis laten verdwijnen.

Het uitbreiden van de macht van Rusland staat centraal in het gedachtegoed van president Poetin en zijn geüniformeerde siloviki. Dat geldt zeker ook voor de man in het staatsapparaat direct na Poetin, voormalig kgb-kolonel-generaal Sergej Ivanov. Ivanov is het huidige hoofd van Poetins presidentieel apparaat en staat op de sanctielijst van de VS. Hij was Poetins gedoodverfde opvolger in 2008 toen die, door de grondwet gedwongen, zijn presidentszetel moest afstaan. Waarschijnlijk vanwege zijn plan om de Kremlin-troon in 2012 weer zelf te bestijgen, gaf Poetin echter de voorkeur aan zijn toenmalige zwakke premier Dmitri Medvedev. Tot 2008 was Ivanov minister van Defensie, een positie waarop Poetin hem al in zijn eerste presidentsperiode had benoemd. Ivanov is de enige prominente silovik die in de openbaarheid is getreden. Mogelijk in verband met zijn positie als potentiële ‘kroonprins’ in 2008 kwam hij in de jaren daarvoor veelvuldig in beeld, onder meer wederzijds schouderkloppend met de Amerikaanse minster van Defensie Donald Rumsfeld en bij de topontmoeting van George Bush en Vladimir Poetin in Bratislava. Betekenisvolle uitspraken zijn er van Ivanov niet bekend. ‘Als hij één op één met je praat, is er niets aan de hand, maar als hij in het publiek optreedt schaam je je dood’, zei een bekende van hem tegen een Russische krant. ‘Net als de meerderheid van het team van Petersburgse topfunctionarissen neemt hij dan het publiek niet serieus en richt zich vooral tot zijn chef.’

Samen met Igor Setsjin is Ivanov de oudste en belangrijkste fellow traveller van Poetin. Medio jaren zeventig werkte hij bij de kgb in Leningrad op dezelfde afdeling als Poetin. Ivanov heeft samen met Setsjin waarschijnlijk de grootste stem in de besluiten van Poetin. Maar Setsjin, sinds Poetin III de topman van oliegigant Rosneft, is de machtigste van de twee. Al vanaf Poetins eerste termijn staat Setsjin bekend als de ‘grijze kardinaal’ in het Kremlin en als de Russische energiepaus. Op de lijst van de 67 meest invloedrijke mensen ter wereld die het Amerikaanse zakentijdschrift Forbes in 2009 publiceerde, stond hij op de 42ste plaats. Setsjin treedt zelden in de openbaarheid. Bekend is dat alle annalen van de Communistische Partij-congressen in zijn werkkamer staan en dat hij grote bewondering had voor de Zuid-Amerikaanse socialisten Hugo Chávez en Che Guevara.

Tijdens de eerste twee presidentstermijnen van Poetin (2000-2008) was Setsjin plaatsvervangend hoofd van het presidentieel apparaat. Tevens zit hij al sinds 2004 in de top van Rosneft, inmiddels het grootste oliebedrijf ter wereld. In die functie leidde hij ook de confiscatie van het oliebedrijf Joekos van toenmalig zakentycoon en rijkste Rus Michail Chodorkovski, na diens arrestatie in 2003.

Hoewel de kgb nooit als werkgever in zijn cv is opgedoken, nemen politiek analisten algemeen aan dat Setsjin in feite bij de kgb in dienst was toen hij in de jaren tachtig in Angola en Mozambique werkzaam was als onder meer militair tolk Portugees. Zijn bijnaam van ‘grijze kardinaal’ is veelzeggend. Toen Poetin medio jaren negentig loco-burgemeester van Leningrad was, werd hij zelf zo genoemd, omdat geen enkele beslissing zonder zijn medeweten leek te kunnen worden genomen. Dat leverde Poetin in sommige media de beschuldiging op dat hij de hand zou hebben gehad in de dood van toenmalig burgemeester Anatoli Sobtsjak, die in 2000 met een hartverlamming werd aangetroffen te midden van prostituees. Als het moord was, dan had de huidige grijze kardinaal, Setsjin, daar ongetwijfeld ook weet van, want hij werkt al vanaf 1990 zonder onderbreking onder Poetin.

Hoewel hij aanzienlijk minder macht heeft dan Setsjin en Ivanov is Sergej Narysjkin, die op de sanctielijst van zowel de VS als de EU staat, de opzichter binnen Poetins staatsapparaat. Toen Poetin in 2008 noodgedwongen zijn presidentszetel aan zijn stroman Medvedev moest afstaan en zelf premier werd, zorgde hij ervoor dat Narysjkin als ‘voogd’ de positie kreeg van hoofd van Medvedevs presidentieel apparaat. Onder Poetin III overziet Narysjkin de Doema. Narysjkin, afgestudeerd in radio-elektronica en later internationale economische betrekkingen, is ook een oudgediende van Poetin; van 1992 tot 1995 werkte hij onder Poetin bij de gemeente Sint-Petersburg. In de jaren daarvoor was hij onder meer actief op de Belgische ambassade. Aangenomen wordt dat daar de kgb zijn opdrachtgever was. Poetin haalde hem naar Moskou na zijn herverkiezing tot president in 2004 en benoemde hem tot hoofd van het regeringsapparaat, onder premier Michail Fradkov.

Met zijn pogingen om Rusland de grootmachtstatus terug te geven hoopt Poetin zijn populariteit te handhaven

Omdat het ‘epicentrum’ van Poetins siloviki de binnenlandse veiligheidsdienst fsb is, kan het hoofd daarvan, legergeneraal Aleksandr Bortnikov, onmogelijk ontbreken in het rijtje van zijn vertrouwelingen. Bovendien is deze bondgenoot cruciaal, omdat de fsb over zo veel kompromat (compromitterend materiaal) beschikt dat deze dienst, net als voorheen de kgb, desgewenst iedere Kremlin-leider ten val kan brengen. Vooral Poetin zelf moet wat dat aangaat Bortnikov te vriend houden. Al vanaf 1975 overzag Bortnikov namelijk de kgb-zaken in de stad en de regio Leningrad, waar Poetin eerst als kgb’er werkte, en vanaf 1990 bij het gemeentebestuur. Poetin benoemde Bortnikov in 2004 tot plaatsvervangend hoofd van de fsb en na zijn herverkiezing in 2012 bevorderde hij hem tot directeur. Volgens Russische media zou Bortnikov op vertrouwelijke voet staan met Igor Setsjin. Als hoofd van Ruslands meest geheime dienst probeert Bortnikov zo veel mogelijk buiten beeld te blijven. Maar toen journaliste Natalja Morar in 2007 in een artikel voor het onafhankelijke Russische tijdschrift The New Times Bortnikov beschuldigde van witwassen en medeplichtigheid aan de moord op kgb’er Litvinienko, mocht de Moldavische journaliste Rusland niet meer in.

Wat dit betreft was het geen toeval dat de zaak-Litvinienko werd onderzocht door nummer vijf in de Poetin-bende, kolonel-generaal van Justitie Aleksandr Bastrykin, hoofd van het Onderzoekscomité van Rusland. Bastrykin werd eind 2007 benoemd als hoofd van dit binnen het Openbaar Ministerie nieuw opgerichte orgaan, dat alle belangrijke strafzaken al snel overnam van het OM en vanaf 2011 rechtstreeks onder de president valt. Hij was begin jaren zeventig, toen hij rechten studeerde in Leningrad, klasse-oudste in de groep waar Vladimir Poetin deel van uitmaakte. Poetin studeerde rechten om toegelaten te worden tot de kgb-opleiding.

‘De maffia is onsterfelijk! De enige manier om de maffia te verslaan, is om een eigen maffia te vormen’, vertolkte Bastrykin vorig jaar februari in de krant Kommersant zijn taakopvatting. Hoe dat in de praktijk werkte, bleek in juni 2012. Bastrykin kwam toen in opspraak nadat hij onderzoeksjournalist Sergej Sokolov van de krant Novaja Gazeta had ontvoerd naar een bos buiten Moskou en met de dood had bedreigd. Aanleiding was een serie artikelen over de banden tussen een Russische bende en een senator van regeringspartij Verenigd Rusland. Nadat hoofdredacteur Dmitri Moeratov een open brief aan Bastrykin had gestuurd, bood die excuses aan voor zijn ‘emotionele uitbarsting’.

De zaak van de met het zeldzame radio-actieve materiaal polonium-210 vermoorde voormalige kgb’er Litvinienko kreeg Bastrykin op zijn bordje na zijn benoeming eind 2007. Het Onderzoekscomité ontkende vervolgens dat de door Groot-Brittannië aangewezen voormalige kgb’er, en tegenwoordig Doema-lid, Andrej Loegovoj de dader was en weigert hem tot op heden uit te leveren.

Bastrykin kreeg eveneens de verantwoordelijkheid over de spraakmakende zaak rond de moord op onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja in oktober 2006. In die zaak werd in 2009 één medeplichtige aan de moord veroordeeld, de andere verdachten werden vrijgesproken. De opdrachtgever is nooit gepakt en volgens critici zelfs niet gezocht.

Met zijn pogingen om Rusland zijn grootmachtstatus terug te geven hoopt Poetin dat hij het draagvlak onder de Russische bevolking kan handhaven, ondanks de schaamteloze corruptie en repressie. Na de inlijving van de Krim schoot zijn populariteit omhoog. Maar in een Russisch opinie-onderzoek van begin april zei 41 procent van de ondervraagden niet te weten op wie te moeten stemmen als er nu presidentsverkiezingen zouden zijn. De keerzijde van het beleid van de Poetin-clan is namelijk dat de Russische economie in het slop is geraakt, waardoor mensen hun pensioenen en salarissen kleiner zien worden, als ze al regulier werk hebben. Als gevolg van westerse sancties zou de Russische economie volgens de Wereldbank dit jaar zelfs met 1,8 procent kunnen krimpen. Rusland is nog altijd een ‘olie- en gasjunk’, zeventig procent van de export betreft energie. Nog los van de gasoorlog die kan uitbreken als de crisis rond de MH17 niet goed wordt opgelost.

Poetin moet nu kiezen tussen het aanzien van Rusland als geopolitieke grootmacht en de economische belangen van zijn land, die wel varen bij goede betrekkingen met het Westen. De ideologie en het militaristische kgb-verleden van zijn siloviki doen vrezen dat het eerste politieke doel de prioriteit krijgt als een compromis niet haalbaar blijkt.


Beeld: Militaire parade in Moskou, 9 mei