
Meteen vanaf het begin van het Poetin-tijdperk heeft de Russische regering een felle, militaristische strijd gevoerd met de publieke realiteit. Politieke bestuurders (die voornamelijk bestuurder zijn en geen politicus, aangezien ze door niemand zijn gekozen) richtten hun pijlen op alle vormen van onafhankelijkheid en hebben alle activisten, politici en journalisten met een onafhankelijke visie uit het openbare leven gebannen. De posities van al deze mensen zijn vervolgens overgenomen door managers die een façade van werkelijk burgerbestuur dienden op te trekken en overeind te houden. Mensen uit de presidentiële regering probeerden alle partijen, groeperingen en organisaties van gewone burgers om te vormen tot kunstmatige ‘cellen’ waarover zij de controle hadden.
Alles wat authentiek was, werd bestempeld als vreemd, buitenlands, anders, extremistisch en ‘terroristisch’. Denk aan de burgerbeweging van Aleksej Navalny – een organisatie die tot doel heeft een geweldloze strijd tegen het regime te voeren, en die in feite om die reden werd bestempeld als ‘criminele’ organisatie.
De managers wisten deze organisaties op zeer succesvolle wijze kapot te maken. Maar laten we vooral niet vergeten dat hun ‘succes’ is behaald met behulp van moord en vervolging, of door mensen te dwingen het land te verlaten. Anonieme ambtenaren die hebben gewerkt onder verschillende Kremlin-bazen – zoals Vladislav Soerkov, Vjatsjeslav Volodin, Sergej Kirijenko – hebben in nauwe samenwerking met het veiligheidsapparaat het terrein schoongeveegd. Het resultaat van hun werk is zonder meer huiveringwekkend.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk op Meduza, de in Riga gevestigde onafhankelijke nieuwsorganisatie die voor Russische lezers verslag doet van de oorlog in Oekraïne. Momenteel hoopt het via een internationale crowdfunding de door sancties weggevallen inkomsten te compenseren.
Denk aan alle activisten die momenteel in onze gevangenissen zitten. Denk aan de mensen die gedwongen het land hebben verlaten, en aan de mensen die zich gedwongen hebben gezien hun werk te staken, na een afweging van alle risico’s. We mogen nooit de vermoorde politici, journalisten en activisten vergeten, noch de mensen die achter deze moorden zitten.
‘Een fantasie is iets anders dan geschiedenis’, zegt geschiedkundige Victoria Smolkin over Poetins bewering dat het moderne Oekraïne een ‘geschenk’ is van de bolsjewieken.
Poetins regering deed er niet alleen alles aan om de bevolking onder controle te houden, maar bepaalde zelfs de uitslagen van sportwedstrijden. Van een eerlijke strijd was niet langer sprake: kennelijk had onze leider geen boodschap aan sportiviteit. Russische atleten moesten beter zijn dan wie ook, koste wat kost. Daarom werd de onderlinge strijd vervangen door een dopingprogramma dat was ontwikkeld om de illusie te wekken van een verpletterend succes, omwille van onze leider. De Olympische Winterspelen van 2014 mondden uit in een project bedoeld om Russische overwinningen te garanderen. Uiteindelijk was het een klokkenluider – Grigori Rodtsjenkov, het voormalig hoofd van het antidopinglaboratorium in Moskou – die aan het licht bracht dat alle wedstrijden waren gefixt. Dankzij hem hebben we een gedetailleerd beeld van deze schandelijke gang van zaken.
De criminele methoden die hier werden ingezet werkten eerder verwoesting dan vernieuwing in de hand. Poetins theater slaagde er niet in een zombie-alternatief voor een levende maatschappij te creëren. Uiteindelijk hadden degenen die ons hadden bestempeld tot ‘de ander’ (‘buitenlands’ of ‘ongewenst’) zelf niets te bieden. Wij bleven achter met hun gebrek aan initiatief, een afwezigheid van creatieve inspiratie, en een leegte in ons hart. Dat is precies de reden dat zij er niet in zijn geslaagd hun eigen publieke sfeer te creëren, hun eigen open ruimte voor discussie, hun eigen politiek, hun eigen betrouwbare analyses, hun eigen sociologie en politieke wetenschap, en hun eigen oppositie en journalistiek.
De alternatieve werkelijkheid was niets anders dan een vervormde spiegel van het publieke leven, bevolkt door clowns in plaats van politici, goedkope imitaties in plaats van functionerende sociale instellingen, en propagandisten in plaats van journalisten en analisten. Het was niet al te moeilijk om je ertoe te verhouden; je kon gewoon weigeren om op de clown te stemmen, je kon de berichten van de zogenaamde experts gewoon niet lezen, kon alle Dmitry Kiseljovs en Vladimir Solovjovs gewoon negeren, want deze talking heads stelden in hun eentje niets voor. Het waren domweg slechte acteurs die het script van anderen uitvoerden – pionnen in een lomp politiek spel. Het was allemaal zo zwart-wit dat het de valse illusie wekte dat alles, onvermijdelijk, als een kaartenhuis ineen zou storten zodra de regering haar greep zou verliezen. Er heerste een breed geloof dat dit als vanzelf zou gebeuren, als gevolg van een of ander natuurlijk proces, zoals een economische crisis, de afnemende populariteit van onze leider, of een nieuwe generatie aan de macht.
Een crisis zou de neppionnen van het bord vagen, de ‘politici’ en ‘journalisten’ (tussen aanhalingstekens, ja) zouden domweg hun macht verliezen omdat ze uiteindelijk niet meer waren dan machines die liepen op stroom uit het stopcontact van het overheidsapparaat. Bij de Russische burgers zouden als vanzelf de schellen van de ogen vallen, waarna ze het hele decor in elkaar zouden zien donderen. Het zou iets zijn als het einde van Alice in Wonderland: de koning, de koningin, de ridder en de rechters zouden niet meer blijken te zijn dan speelkaarten. Of het einde van Nabokovs Uitnodiging voor een onthoofding: ‘Een wervelende wind trok aan en joeg rond: stof, lappen, stukjes geschilderd hout, brokken goudkleurig pleisterwerk, bakstenen van karton…’
Maar momenteel zaaien granaten, raketten en bommen echte dood onder Oekraïners en Russen. De wervelende wind die over de Oekraïense aarde jaagt is maar al te reëel, en de scherven en bakstenen zijn maar al te tastbare scherven en bakstenen. Het is een wijdverbreide en tragische fout gebleken om Poetins alternatieve werkelijkheid niet serieus te nemen – een fout waaraan ook ik mij schuldig heb gemaakt. Het idee dat deze politiek enkel virtueel was, is bedrieglijk gebleken. Het decor was nooit van goudkleurig pleisterwerk; de bakstenen waren niet van karton. Sterker nog, het tegendeel is waar: het primitieve decor (in elkaar gezet door toneelknechten die werden uitbetaald in voedsel) is uitgekristalliseerd en getransformeerd in dood en verderf.
Ik erken dat ik zelf ernstig ben tekortgeschoten in mijn pogingen het decor te ontmantelen toen dat nog mogelijk was, vóór deze oorlog. Ik twijfelde er geen moment aan dat het een keer vanzelf in zou storten.
De overtuiging dat leven, geweten, talent en roem dingen zijn die je kunt kopen en verhandelen is een schadelijke en laakbare wereldvisie. Het is geen onschuldige vergissing. Een man die zichzelf heeft weten wijs te maken dat alles te koop is, en verhandelbaar, dat de maatschappij kan worden bezet, onderworpen en vervangen door een eigen, persoonlijke realiteit, waar de burgers voor moeten betalen, heeft niet alleen ons land maar de hele wereld naar de rand van de afgrond gevoerd.
Niet alleen geloofde hij in de realiteit die hij had gekocht, maar ook gebruikte hij die als basis voor zijn handelingen in de werkelijke wereld. Inmiddels is duidelijk dat zijn plan voor een korte, militaire operatie in een ‘broederland’ stoelt op een fantasie die hij zelf heeft vormgegeven. Kennelijk meende hij dat het gebruik van geweld door een ‘echt’ land – dat wil zeggen, ‘zijn’ land – zou leiden tot de ineenstorting van Oekraïne, dat ‘geen echt’ land zou zijn. Hij meende van doen te hebben met een decor, aangekocht en verkocht door krachten die hem vijandig gezind zijn: Amerikanen, Europeanen, van wie hij zich een beeld had gevormd vanuit zijn eigen zelfbeeld. Het lijkt erop dat hij meende dat de ‘waarde’ die hij aan die krachten toekende zich zou vertalen naar feitelijke steun van het Russische volk voor zijn acties. Hij dacht dat iedereen zou geloven in Oekraïense ‘nazi’s’ en zijn bevrijdingsmissie. Hij ging ervan uit, vermoedelijk in zijn mening gesterkt door de ja-knikkers met wie hij zich omringt, dat Rusland de oorlog en de sancties wel aan zou kunnen.
Poetin had zichzelf ervan weten te overtuigen dat de Oekraïense samenleving eenzelfde soort theater was dat hij, door te moorden en te dreigen, tot zíjn samenleving kon maken, tot een Russische samenleving. Hij dacht dat Oekraïne, van de soldaten op het slagveld tot aan de regering die hij zo intens haat, zich zou laten opvegen als een pak kaarten en zou buigen voor zijn wil. De president van Oekraïne is een acteur en komiek, de burgemeester van Kiev een bokser. Wie dachten ze wel dat ze waren? Het lijkt erop dat Poetin werkelijk geloofde dat hij zowel op psychologisch als moreel vlak superieur was aan het Oekraïne van vandaag de dag – aan de hele vrije wereld. Door zijn eigen verwrongen kijk op de wereld was hij niet in staat onder ogen te zien dat zijn ‘superioriteit’ in feite niets anders was dan een verzinsel van zijn hofnarren. Zijn televisiezenders en de pers hebben jarenlang slechts één producent en kijker gehad: Vladimir Poetin in eigen persoon. Hij vergiftigde zichzelf met zijn eigen leugens.
De president heeft geen enkele morele superioriteit, ten opzichte van wie dan ook. Zijn superioriteit schuilt enkel in zijn militaire macht. Om dat overwicht te doen gelden heeft hij een duidelijke missie nodig, een doel, en een gevoel van rechtvaardiging. Maar in deze oorlog zijn de enige partijen die een duidelijke missie en een gevoel van rechtvaardiging hebben Oekraïne en de Oekraïners. Mogelijk staat Poetin nu voor de keuze om alle mogelijke destructieve wapens uit zijn arsenaal in te zetten. Dit kan enkel en alleen leiden tot dood en verderf. Het zal niets veranderen aan wat werkelijk waar is.
Zijn oorlog tegen de werkelijkheid had zijn eigen persoonlijke probleem moeten blijven. Wie zijn hele leven gekwetst wil blijven, en kwaad op de wereld, moet dat vooral doen. Maar door zijn macht, manipulaties en leugens in te zetten, heeft Poetin zichzelf opgedrongen aan het Russische volk. Hij heeft vele jaren met alle mogelijke middelen gevochten voor zijn ‘waarderingscijfers’. Met behulp van machtsvertoon en dreigementen heeft hij het lot van het Russische volk verbonden aan zijn eigen lot en heeft hij de identiteit ondermijnd van zijn eigen volk, dat ooit zij aan zij met de Oekraïners heeft gevochten, verenigd in een te rechtvaardigen strijd.
Hij heeft niet alleen zichzelf vergiftigd, maar ook alle Russen. Hij is de architect van de haat waarmee de wereld voortaan niet alleen naar hem zal kijken, maar naar ons allemaal, Russen en Russische staatsburgers. Het zal vele jaren kosten om de wereld ervan te overtuigen dat we ‘niet zo zijn’, dat ‘dit niet is hoe we zijn’. Na Poetin zullen we genoodzaakt zijn vele, vele jaren te steken in de wederopbouw van een sociaal stelsel dat vrij is van politieke decors en verzinsels.
In moreel opzicht heeft Rusland deze oorlog alleen al verloren door hem te beginnen. Ongeacht wat er op het strijdtoneel gebeurt heeft Rusland als politieke, economische en sociale entiteit deze oorlog verloren: als land, als deel van de mondiale gemeenschap. Er was een tijd waarin het woord ‘oorlog’, zonder nadere bepalingen, steevast verwees naar de Grote Vaderlandse Oorlog. Nu heeft dit woord een andere betekenis. Het woord ‘oorlog’, zonder nadere bepalingen en bijvoeglijke naamwoorden, verwijst nu naar de oorlog die hij is begonnen, en die mij en alle andere Russen verantwoordelijk heeft gemaakt voor het onheil dat hij over ons heeft afgeroepen.
Vertaling: Nicolette Hoekmeijer