Ze illustreert dit meesterlijk met iets wat mij al jaren bezighoudt: het gebruik van het woord ‘poëtisch’. Ze schrijft: ‘Op een bekende vakantiewebsite werd het uitzicht vanaf een of andere Griekse rotsformatie “poëtisch” genoemd, en daarmee raken we aan een van de meest belemmerende aspecten van “poëzie”. Het woord zelf dwingt al een mening af: “poëtisch” betekent in de volksmond doorgaans zoiets als “mooi”. Ik heb daardoor wel eens de vraag gekregen waarom in sommige gedichten zo weinig schoonheid zit. In een gesprekje achteraf bleek dat daarmee vooral zonsondergangen, vlinders en bedampte wouden werden bedoeld.’

Zelf heb ik ook eens voor een lezing gekeken welke beelden poëtisch worden genoemd. Eenvoudig door in de zoekmachine te kijken welke plaatjes tevoorschijn komen als je hem naar ‘poëtisch’ laat zoeken. Ik stuitte op een poëtisch wolken knuffelkussentje en een poëtisch elfensetje. Maar ik kwam erachter dat er ook een poëtisch blauw bestaat en dat bepaalde momenten poëtisch kunnen zijn.

‘Poëtisch’ wordt vooral gebruikt voor landschappen en omgevingen. Onderschrift bij een bevroren sloot langs een bos met een brug erover: 'Ach als ik al die winter-poëtische beelden zie, dan is mijn land een schoon land.’ Een rivier stroomt door een heuvelachtig landschap, over een zijtak een oude stenen brug, een dorpje en een paar picknickbankjes, onderschrift: 'Ik bekijk dit poëtisch dorpje’.

Ik stuitte op een winters-poëtisch Mechelen, een poëtisch Drenthe, in China het poëtische Nan-Tchang. Ook Scandinavië en Thailand blijken poëtisch te zijn, net als zandsporen op het strand, duinen, porselein, een kapsalon, een orkest.

Het woord, dat zoveel duidelijk maakt over de verwachtingen waarmee mensen gedichten lezen, kan naar van alles verwijzen. Maar natuurlijk niet echt naar alles. Een machinegeweer, een bureaustoel, een winkelkarretje en een file op de snelweg zullen niet gauw poëtisch worden genoemd. Ik zou daarom wel eens een grondig onderzoek willen naar de overeenkomsten tussen al die dingen die wel zo worden genoemd.

Het WNT geeft uiteraard een omschrijving van het gewone woord, wanneer het gebruikt wordt om het over gedichten te hebben, maar het zegt ook dat het woord van toepassing kan zijn op datgene wat de mens omringt en op wat hij beleeft. Dan betekent het: 'Het dichterlijke gevoel opwekkend; verheffend.’ Dat helpt ons weinig verder, want dan luiden de onvermijdelijke vervolgvragen wat het dichterlijke gevoel is en in welke zin een knuffelkussentje, Drenthe of een landschap met een rivier, een boom en een berg verheffend zijn.

Ik was blij met de beschouwing van Deckwitz, omdat ik tot nu toe het gevoel had alleen te staan met mijn belangstelling. Beschouwingen over poëzie gaan meestal over bepaalde dichters of dichtbundels, over stromingen of over ontwikkelingen in de literatuurgeschiedenis. Dat het woord poëtisch probleemloos wordt gebruikt, net als trouwens schilderachtig en dramatisch, wijst op diep ingesleten opvattingen. En diep ingesleten opvattingen zijn het waard nader onderzocht te worden, want ze misleiden, verhullen en verwarren zonder dat het wordt opgemerkt, meestal zelfs zonder dat het de bedoeling is.

Twee weken geleden zag ik op de televisie een gesprek tussen, laat ik zeggen, een presentator en iemand die ons wilde choqueren, en daarin werd een bekende singer-songwriter waar ik de naam ook even van achterwege laat, een ‘echte dichter’ genoemd. De singer-songwriter had gezongen dat hij de Muur in Berlijn en Stalin terug wil. De dag dat de vliegtuigen de Twin Towers invlogen (drieduizend doden) noemde de singer-songwriter ‘de dag dat ze New York verwondden’. Ik zou willen weten: waar wijst het precies op als je dan denkt: dat is een echte dichter!

Ik hoor altijd een belletje rinkelen als iemand een echte dichter wordt genoemd. En als iets poëtisch wordt genoemd, rinkelt er ook een belletje. Zelfde voor schilderachtig en dramatisch. Daarom noem ik ondoordacht gebruik van dit soort woorden gemakshalve: muzikaal.