Een Nederlandse dichter/schrijver/columnist krijgt het verzoek om een politiek gedicht te maken. Natuurlijk neemt hij die opdracht direct aan, maar waar moet hij het over hebben?
Ik snuffelde even bij Sophocles en Euripides – zo bekakt was ik wel. Ik herinnerde me iets, maar wat? De strijd tussen Athene en Sparta… Tja… Amsterdam, Rotterdam? Supportersrellen, discriminatie op het voetbalveld? Belangengroeperingen? Amsterdam is geen Athene en Rotterdam geen Sparta, en belangengroeperingen… het is allemaal dun. Niet echt politiek. En ik ben geen Sophocles. Oidipous redt me niet. De verharding van onze Nederlandse maatschappij, is dat wat? De moord op Fortuyn en Van Gogh… Mmm, is dat al niet weggevloeid in het putje der vergetelheid? Ja, ik kan er wel wat mee doen. De islam aanvallen – heb ik ook al duizend keer gedaan. En het is ook al duizend keer gedaan door mijn collega-dichters. En daarbij, wat is dan mijn standpunt? Weg met de islam? Weg met alle religies? Ja… ja… tja… daar zit geen poëzie in… Brecht had het maar gemakkelijk. Rijk en arm waren nog twee duidelijke groepen. De man met de hoge hoed en de horlogeketting en de man met de vuile handen. Daar kun je iets mee…
Voedselbanken! Ja! Dat is een onderwerp. Voedselbanken. Grote schande! In een land als Nederland horen geen voedselbanken! Even naar de krant bellen en wat materiaal aanvragen. Even kijken… 18 oktober, met twintig miljoen euro is het probleem van de voedselbanken opgelost. Twintig miljoen? Is dat alles? Hebben we daar zo’n punt in de verkiezingsstrijd van gemaakt? De man tegenover wie ik woon heeft al meer dan vijftig miljoen. Is een maatschappelijk probleem van twintig miljoen een maatschappelijk probleem? Ik kan daar wel een gedicht over maken, maar dan ben ik meteen weer zo rechts. Dat past een dichter niet. Maar over die voedselbanken kan ik echt niet schrijven.
Wat heeft Gorter eigenlijk gedaan? Ik heb nog een aardig boekje met brieven die Gorter aan Lenin schreef en wat Lenin antwoordde. Het charmante van die antwoorden is dat je merkt dat Lenin Gorter maar een uilskuiken vond. ‘Uw brief ontvangen. Hartelijk dank. Het ga u goed’ – dat is ongeveer de teneur van alle brieven van Lenin. ‘Met al mijn bloed heb ik voor u geleefd’, dicht Gorter ergens. Waar heb je dan voor geleefd… Maar die politieke verzen zijn toch eigenlijk niet te lezen. Het socialisme van Gorter, dat is erg populair in Nederland. Gorter had verschillende huizen, bedienden, deed aan cricket, was every inch bekakt, maar toch keek hij uit naar de socialistische heilstaat en Harry de Winter is volgens mij zijn kleinzoon. Opvallend trouwens hoeveel miljonairs SP stemmen. Schuldgevoel? Ik geloof het niet eens. Ik denk dat het oprechte bezorgdheid is. Maar Gorter moet ik niet als voorbeeld nemen, ik moet zelf dichten. Maar waarover? Waarover maak ik me druk?
O ja: de oorlog in Afghanistan. Onze vredesmissie. Daar kleeft iets aan dat veel lijkt op bloed. Maar niemand die het iets interesseert. Niemand die zegt: wat hebben wij daar in Afghanistan te zoeken, waarom stellen we onze jongens daar aan gevaar bloot? En dan ook nog de typisch Nederlandse manier van die missie. Ik bedoel: we hebben duizend uur vergaderd over een ‘exit-strategie’ en of alles ‘wel veilig’ was. Britten, Canadezen, Italianen hebben al honderden doden te betreuren, bij ons zijn er doden gevallen tijdens ongelukken. Dat is veelzeggend. (Nu maar hopen dat bij het ter perse gaan van dit artikel geen ramp gebeurt.) Hoe dan ook: Afghanistan speelt geen rol in onze gedachten. We vinden het wel mooi. We voeren oorlog, en we doen of we daar voor de vrede zijn.
‘Het politieke gedicht mag over alles gaan’, staat in de e-mail.
Ik lees in de krant: ‘Nederland is het gelukkigste land van Europa. Na Finland.’ Geen versregel kan politieker zijn.